Commissiebijdrage Wijziging Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010, partiële herziening 2021
Bedankt voorzitter. De Partij voor de Dieren kan zich in de meeste wijzigingen van dit raadsvoorstel prima vinden. Er is een aantal punten waar we kort op ingaan, voordat we uitgebreid ingaan op punt f, het verbod op het voederen van dieren. Tot slot komen we met twee eigen voorstellen ter aanvulling op de APV.
De Partij voor de Dieren is geen voorstander van de wijziging van de termijn voor het doen van een kennisgeving aan de burgemeester met betrekking tot het houden van een manifestatie (punt b). Wij begrijpen enerzijds de argumenten die worden genoemd wel, maar anderzijds: door over te gaan naar 48 uur, en ook nog de maandag toe te voegen als uitzonderingsdag, wordt het demonstranten erg moeilijk gemaakt om op een echt korte termijn in te springen op actualiteiten, en zeker voor kleine demonstraties lijkt ons dit onnodig. Onze fractie betreurt deze wijziging in de APV daarom zeer.
Wat betreft punt e: verruiming van het artikel met betrekking tot woonoverlast: kan de burgemeester toezeggen dat onder deze woonoverlast ook overmatige geur- en rookoverlast door vuurkorven, houtkachels en barbecues valt?
Dan komen we bij punt f: het voederen van dieren. De Partij voor de Dieren is blij dat het college aan de slag is gegaan met ons verzoek voor een voederverbod voor dieren in de openbare ruimte. Zo voorkomen we dat watervogels en andere dieren voor hen ongezond voedsel zoals (vaak beschimmeld) brood krijgen. Voedseldumpingen waren al verboden, maar het gebeurt helaas nog vaak dat hele broden, pasta, rijst en ander eten in het water of in parken worden gegooid. Met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van dieren en het water (denk aan blauwalg en botulisme).
Ratten en verbodsborden
Het feit dat in een park als het Julianapark dieren veelvuldig gevoederd worden, houdt ook in dat daar 75 rattenvallen geplaatst zijn, met hierdoor meer dierenleed tot gevolg. We zouden het daarom fijn vinden als het college zoals zij in het Raadsvoorstel schrijft regelt dat op ‘hotspots’ vaker gesurveilleerd wordt door onder meer wijkBOA’s op het voederen van dieren. Dat kan sowieso geen kwaad in het Julianapark, waar voor zover wij weten nu niemand vanuit de gemeente overlast in de gaten houdt. Wij hopen dat door het terugdringen van de hoeveelheid voedsel, de rattenvallen ook snel verwijderd worden uit het park. Kan het college toezeggen dat de rattenvallen zo snel mogelijk uit parken verdwijnen? Fijn om te lezen trouwens dat de huidige verbodsborden op de hotspots, die nu luiden ‘verboden voedsel te dumpen’ worden vervangen door duidelijker borden en dat er ook borden komen op hotspots waar deze nog niet stonden.
Uitzondering voor hengelaars
De Partij voor de Dieren is zeer verbaasd dat in punt 2.38b punt 4 een uitzondering wordt gemaakt voor hengelaars wat betreft het voederverbod: meerdere keren troffen wij plastic zakjes langs wateren aan waar visvoeding in zat. Afgezien van het zwerfafval dat dit veroorzaakt: als hengelaars voedsel in het water gooien, wordt hun kans op het vangen van vissen groter en dat vergroot de hoeveelheid dierenleed. En ook zij vervuilen het water met dit voer, waarom dan een uitzondering maken voor deze vorm van dierenleed en natuurvervuiling? Veroorzaken hengelaars geen blauwalg en botulisme? Wat maakt dit voor het college anders dan voedsel dat door niet-hengelaars aan dieren wordt gegeven? Het enige verschil dat wij zien is dat niet-hengelaars meestal het beste voor hebben met dieren en hengelaars niet.
De Partij voor de Dieren vindt hengelen een vorm van dierenleed. Dit inzicht wordt steeds breder gedeeld. Natuurlijk willen we een totaalverbod op hengelen, maar door het verbod op het voederen van dieren door te voeren naar het voederen van vissen teneinde ze op te hengelen, geven we de vissen in ieder geval de kans om aan de hengel te ontsnappen. Wij verzoeken de burgemeester dan ook deze uitzondering uit het raadsvoorstel te halen (indien niet, dan dienen wij een amendement in).
Dierenweides
Het is de Partij voor de Dieren niet duidelijk of onder het voorgestelde verbod valt dat bezoekers aan dierenweides geen brood en ander voedsel mogen geven aan dieren. Denk aan herten, die erg ziek worden en zelfs kunnen sterven aan (beschimmeld) brood. Bij sommige dierenweides hangen bordjes dat het niet mag, maar bij andere niet, en dan snappen mensen het niet meer. Wij begrijpen zélf uit de nieuwe APV-tekst dat ook dit niet meer mag, klopt dat? Of vallen dierenweides niet onder Openbare Ruimte? Als dit ook onder het verbod valt, is het college bereid dit punt in de APV te verduidelijken? Een dergelijk verbod zou ook dierenlevens schelen, want we lazen het afgelopen jaar in de media over diverse gevallen van dode geiten en herten in dierenweides door het teveel voederen door bezoekers. Als dit niet onder het verbod valt: is het college bereid dit alsnog mee te nemen?
Tot slot over dit onderwerp. In het raadsvoorstel staat “Het is geenszins de bedoeling om in heel Utrecht aan de hand van het nieuwe APV artikel actief te gaan handhaven.” Wij hopen dat er toch meer mogelijk zal zijn dan nu, zeker op de eerder genoemde hotspots waar veel voedsel wordt gedumpt of door veel verschillende mensen wordt gegeven aan dieren. Hoe gaat het college dit communiceren naar de stad: op de manier zoals in het raadsvoorstel staat, of “In de gemeente Utrecht geldt vanaf die en die datum een voederverbod voor dieren in de openbare ruimte”. Wij geven natuurlijk de voorkeur aan de tweede variant. Kan het college iets vertellen over de manier van communiceren over dit verbod? Over de communicatiemiddelen en -partners weten we genoeg. Fijn om te zien dat de Dierenbescherming hier actief bij betrokken wordt.
Mooi om te zien dat het college alternatieven voorstelt voor het dumpen van voedsel uit religieuze overwegingen, zoals een gft-bak. Is het college bereid om ook hier weer broodvergisters in mee te nemen?
Vuurwerk
Dan nog een punt dat de Partij voor de Dieren graag in de APV opgenomen ziet. We hebben het hier al eerder over gehad, maar wij vinden het zeer zorgelijk dat het nog steeds mogelijk is om vuurwerkshows tijdens het broedseizoen en in parken en natuurgebieden en naast dierenverblijven (dit mag ook niet met Oud & Nieuw) te organiseren. Toen wij aan de bel trokken over de Koningsdagvuurwerkshow bij Tolsteeg, vlakbij de Vogelopvang, en ook over de vuurwerkshow bij de Piekenkermis op de Maliebaan, besloot het college deze vuurwerkshows niet meer toe te staan. In theorie zou men echter overal in de gemeente een vuurwerkshow kunnen organiseren, met alle gevolgen van dien voor dieren, natuur en milieu en de gezondheid van mensen. Wij vragen de burgemeester daarom om twee dingen:
- Is de burgemeester bereid om in de APV op te nemen dat tijdens het broedseizoen (officieel van 15 maart tot en met 15 juli) geen vuurwerkshows in de gemeente Utrecht mogen worden georganiseerd?
- Is de burgemeester bereid om in de APV op te nemen dat gedurende het hele jaar geen vuurwerkshows in parken, natuurgebieden en dierenverblijven zoals de Vogelopvang, het asiel en de steedes en kinderboerderijen en in de directe omgeving daarvan mogen plaatsvinden?
(indien niet, dan dienen we twee amendementen in)
Tot slot: tijdens het broed- en zoogseizoen zijn dieren extra kwetsbaar. Dat geldt voor alle in het wild levende dieren, maar dieren die specifiek in onze parken en natuurgebieden leven ondervinden grote hinder van de evenementen die daar worden gehouden. Daarom wil onze fractie dat in de APV wordt opgenomen dat evenementen in parken en natuurgebieden in ieder geval niet plaatsvinden in het broed- en zoogseizoen. Kan de burgemeester toezeggen dit op te nemen in de APV? Ook op dit onderwerp zullen wij anders een amendement indienen.
Hartelijk dank voor uw aandacht.
Interessant voor jou
Raadsbijdrage Debat over de Utrechtse propositie over het Groeifonds
Lees verderCommissiebijdrage Raadsvoorstel Rekenkameronderzoek: ‘Zo sterk als de zwakste schakel. Een onderzoek naar de informatieveiligheid in de gemeente Utrecht’
Lees verder