Monde­linge vragen Dassen in de geva­renzone


Indiendatum: 6 apr. 2023

Mondelinge vragen 1, 6 april 2023

Vorige week berichtte de Telegraaf dat er maar liefst drie dassen zijn doodgereden in de gemeente Utrecht in één week: aan de Rijnsoever, bij Knooppunt Lunetten en de Veemarkt. Een zorgelijk bericht, waarbij het ongetwijfeld niet blijft. Rond Utrecht bevinden zich nu eenmaal veel autowegen. En zeker bij het recente wisselen van winterklok naar zomerklok zijn dieren kwetsbaar, omdat het verkeer op andere tijden op gang komt en het gedrag van de dassen anders is. Dassentunnels kunnen een goede oplossing zijn, oppert het artikel waarin ook een van onze stadsecologen aan het woord komt.

Partij voor de Dieren, GroenLinks, Volt, BIJ1 en EenUtrecht hebben hierover de volgende vragen:

  1. Hoeveel dassenburchten zijn er in Utrecht en hoeveel van deze liggen in de gevarenzone, dus in de buurt van wegen, het spoor en andere voor dieren gevaarlijke plekken?
  2. Wat doet het college nu al om dassen (en andere wilde dieren) te beschermen tegen aanrijdingen en welke (seizoensgebonden) oplossingen ziet het college nog meer om deze dieren beter te beschermen?
  3. Is het college bijvoorbeeld van plan om op de hierboven genoemde en andere gevaarlijke plekken dassentunnels, of nog beter: faunatunnels, aan te leggen, zodat wilde dieren veiliger de wegen kunnen kruisen? Zo nee, waarom niet?
  4. Wat vindt het college van het idee om rond de genoemde plekken een snelheidsverlaging voor auto's in te (laten) voeren, met als doel dat er minder dieren worden aangereden en ook minder ongelukken tussen weggebruikers voorkomen?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Charlotte Passier, Volt
Myrthe Minnaert, BIJ1
Wilma Duitscher, EenUtrecht

Indiendatum: 6 apr. 2023
Antwoorddatum: 6 apr. 2023

Mondelinge vragen 1, 6 april 2023

Vorige week berichtte de Telegraaf dat er maar liefst drie dassen zijn doodgereden in de gemeente Utrecht in één week: aan de Rijnsoever, bij Knooppunt Lunetten en de Veemarkt. Een zorgelijk bericht, waarbij het ongetwijfeld niet blijft. Rond Utrecht bevinden zich nu eenmaal veel autowegen. En zeker bij het recente wisselen van winterklok naar zomerklok zijn dieren kwetsbaar, omdat het verkeer op andere tijden op gang komt en het gedrag van de dassen anders is. Dassentunnels kunnen een goede oplossing zijn, oppert het artikel waarin ook een van onze stadsecologen aan het woord komt.

Partij voor de Dieren, GroenLinks, Volt, BIJ1 en EenUtrecht hebben hierover de volgende vragen:

1. Hoeveel dassenburchten zijn er in Utrecht en hoeveel van deze liggen in de gevarenzone, dus in de buurt van wegen, het spoor en andere voor dieren gevaarlijke plekken?

Momenteel is de aanwezigheid van één bewoonde dassenburcht bekend. Deze ligt op terrein dat eigendom is van Rijkswaterstaat, het talud A27. Op onze grond in de gemeente Bunnik (dat is in Amelisweerd/Rhijnauwen) liggen drie bewoonde burchten. Voor alle burchten geldt dat in de directe omgeving/binnen het bereik van de dagelijkse beweging van de dassen wegen of sporen liggen.

2. Wat doet het college nu al om dassen (en andere wilde dieren) te beschermen tegen aanrijdingen en welke (seizoensgebonden) oplossingen ziet het college nog meer om deze dieren beter te beschermen?

Wij leggen faunapassages aan onder en over infrastructurele knelpunten. Het doel van deze passages is om dieren veilig door de stad te laten bewegen en de kans op aanrijding te verkleinen. Ook buiten de stad leggen we samen met partners in de regio faunapassages aan. Zo hebben wij in samenwerking met de provincie en Het Utrechts Landschap drie jaar geleden een faunapassage aangelegd onder de Biltse Rading en deze faunapassage wordt ook goed gebruikt door onder andere dassen. Een ander voorbeeld is het overzetten van padden zoals dit gebeurt in Leidsche Rijn. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat ook fietsers in aanrijding kunnen komen met dassen en faunapassages en rasters zien wij dan ook als de meest effectieve maatregel. De aanleg ervan wordt deels ook gefinancierd uit het Meerjaren Groenprogramma (het onderdeel Groene Web) en deels ook binnen de infrastructurele projecten en gebiedsontwikkelingsprojecten.

3. Is het college bijvoorbeeld van plan om op de hierboven genoemde en andere gevaarlijke plekken dassentunnels, of nog beter: faunatunnels, aan te leggen, zodat wilde dieren veiliger de wegen kunnen kruisen? Zo nee, waarom niet?

Wij beschouwen het oplossen van infrastructurele knelpunten voor fauna als een gezamenlijke opgave en hebben ook een overzicht van locaties waar de aanleg van faunapassages gewenst is. En die aanleg financieren we, zoals eerder gezegd, via het Meerjaren Groenprogramma of vanuit ruimtelijke projecten, waaronder nieuwbouw of renovatie of aanleg van nieuwe infrastructuren, dan kun je werk met werk maken. Voor knelpunten op of over infrastructuur die niet ons eigendom is, waaronder rijkswegen, provinciale wegen en spoorwegen, stemmen we dat af met de beheerder en in dat kader zijn bijvoorbeeld faunapassages aangelegd onder en over de A27 en onder het spoor in Maarschalkerweerd.

4. Wat vindt het college van het idee om rond de genoemde plekken een snelheidsverlaging voor auto's in te (laten) voeren, met als doel dat er minder dieren worden aangereden en ook minder ongelukken tussen weggebruikers voorkomen?

Op plekken waar dat mogelijk is vinden we dat een goed idee. Een snelheidsverlaging naar 60 of lager kan een generieke maatregel om de kans op aanrijding te verkleinen, maar het kan niet ter vervanging dienen van effectievere, veelal locatiespecifieke maatregelen, zoals faunapassages en rasters. En daarnaast is het ook niet overal mogelijk om op de korte termijn een lagere snelheidslimiet in te voeren, omdat die maximumsnelheid ook wettelijk gezien redelijkerwijs moet voortvloeien uit de inrichting en de omgeving van de wet. Voor bijvoorbeeld een 30 kilometer per uur straat geldt dat er voldoende drempels en andere snelheidsremmende maatregelen moeten zijn zoals versnellingen(?). En op gevarenpunten, bijvoorbeeld in natuurgebieden met veel overstekend wild en waar dan ook kans op schade is kan worden overwogen om plaatselijk een maximale snelheid in te voeren. Dat wordt voornamelijk toegepast in grotere natuurgebieden en daar wordt ook vaker een waarschuwingsbord geplaatst. De wegen waar dit voor speelt zijn grotendeels niet in beheer van de gemeente Utrecht, maar wat ik wel wil aangeven is dat ik hier aandacht voor zal vragen in mijn overleggen met de provincie, die ik regelmatig heb op het onderwerp groen.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Rachel Heijne, GroenLinks
Charlotte Passier, Volt
Myrthe Minnaert, BIJ1
Wilma Duitscher, EenUtrecht