Schrif­te­lijke vragen Contract­ver­lenging AUHV


Indiendatum: 20 jul. 2021

Schriftelijke vragen 181/2021

Hengelen veroorzaakt ernstige pijn en stress bij vissen. Om te voorkomen dat het welzijn van meer vissen wordt aangetast, wordt het aantal viswateren binnen de gemeente Utrecht niet verder uitgebreid en wordt de hengelsport niet gestimuleerd.” Met deze constatering in de Nota Dierenwelzijn is de Partij voor de Dieren het hartgrondig eens. Wij snappen niet dat het veroorzaakte dierenleed van ondergeschikte rol is ten aanzien van de ‘bron van ontspanning’ die hengelen voor Utrechters zou zijn. Onze fractie zou het liefst willen dat Utrecht per direct stopt met het toestaan van hengelen.

Het geijkte instrument hiertoe is de huurovereenkomst die de gemeente conform de Visserijwet (uit 1963) aangaat met hengelorganisaties. In het geval van Utrecht betreft het een huurovereenkomst van gemeentelijke wateren aan de Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging (AUHV). Deze overeenkomst wordt in principe voor zes jaar aangegaan. De huidige overeenkomst loopt tot 1 januari 2022. Het al dan niet gewijzigd voortzetten van de afspraken is een bevoegdheid die bij het college ligt. Conform de toezegging T19/T552, gedaan tijdens de bespreking van de Nota Dierenwelzijn, zou het college de raad in de eerste helft van 2020 informeren over de (onderhandelingen rond de) nieuwe overeenkomst met de AUHV. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is de toezegging niet opgevolgd en heeft het college de informatie over de nieuwe overeenkomst nog niet met de raad gedeeld.

De Partij voor de Dieren heeft hierover een aantal vragen:

1. Klopt het dat de genoemde toezegging niet is opgevolgd en zo ja, waarom heeft het college de raad nog niet ingelicht over de nieuwe overeenkomst met de AUHV? Als wij onverhoopt iets gemist hebben, kunt u ons de informatie opnieuw sturen?

2. Hoe ver is het college met de nieuwe overeenkomst?

3. Op welke onderdelen/onderwerpen is de nieuwe overeenkomst gewijzigd? Indien er geen wijzigingen zijn, kunt u aangeven waarom niet?

4. De overeenkomst betreft gemeentelijke wateren. Zijn alleen de gemeente Utrecht en de AUHV partij in dit contract? Op welke wijze spelen andere eigenaren van wateren binnen de gemeentegrenzen een rol in dit contract, of hebben deze partijen allen ieder een eigen contract met de AUHV?

A. Hoe lopen de financiële stromen tussen de gemeente Utrecht en de AUHV: wat betaalt de AUHV aan de gemeente Utrecht voor het hengelen in gemeentelijke wateren?

B. Zijn er nog andere financiële afspraken tussen partijen?

5. Zijn er nog andere inkomsten en uitgaven voor de gemeente Utrecht als het om hengelen gaat? Graag met bedragen erbij, niet alleen een opsomming.

6. Speelt handhaving op gemeentelijke wateren een rol in de overwegingen voor het verlengen van de overeenkomst met AUHV? Zo ja, handhaving waarop?

7. De Partij voor de Dieren zou het liefst per direct stoppen met het toestaan van hengelen. Welk tijdspad voor afbouw, en via welke tussenstappen (bijvoorbeeld steeds meer hengelvrije zones), ziet het college voor zich?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 20 jul. 2021
Antwoorddatum: 7 sep. 2021

Schriftelijke vragen 181/2021

Hengelen veroorzaakt ernstige pijn en stress bij vissen. Om te voorkomen dat het welzijn van meer vissen wordt aangetast, wordt het aantal viswateren binnen de gemeente Utrecht niet verder uitgebreid en wordt de hengelsport niet gestimuleerd.” Met deze constatering in de Nota Dierenwelzijn is de Partij voor de Dieren het hartgrondig eens. Wij snappen niet dat het veroorzaakte dierenleed van ondergeschikte rol is ten aanzien van de ‘bron van ontspanning’ die hengelen voor Utrechters zou zijn. Onze fractie zou het liefst willen dat Utrecht per direct stopt met het toestaan van hengelen.

Het geijkte instrument hiertoe is de huurovereenkomst die de gemeente conform de Visserijwet (uit 1963) aangaat met hengelorganisaties. In het geval van Utrecht betreft het een huurovereenkomst van gemeentelijke wateren aan de Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging (AUHV). Deze overeenkomst wordt in principe voor zes jaar aangegaan. De huidige overeenkomst loopt tot 1 januari 2022. Het al dan niet gewijzigd voortzetten van de afspraken is een bevoegdheid die bij het college ligt. Conform de toezegging T19/T552, gedaan tijdens de bespreking van de Nota Dierenwelzijn, zou het college de raad in de eerste helft van 2020 informeren over de (onderhandelingen rond de) nieuwe overeenkomst met de AUHV. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is de toezegging niet opgevolgd en heeft het college de informatie over de nieuwe overeenkomst nog niet met de raad gedeeld.

De Partij voor de Dieren heeft hierover een aantal vragen:

1. Klopt het dat de genoemde toezegging niet is opgevolgd en zo ja, waarom heeft het college de raad nog niet ingelicht over de nieuwe overeenkomst met de AUHV? Als wij onverhoopt iets gemist hebben, kunt u ons de informatie opnieuw sturen?

Het klopt dat wij u nog niet hebben ingelicht over een nieuwe overeenkomst met de Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging (AUHV), omdat er nog geen nieuwe overeenkomst is. Wij hebben acht maanden vóór het einde van de lopende overeenkomst een nieuw eenjarig contract aangeboden aan de AUHV, in overeenstemming met de Visserijwet. Deze eenjarige overeenkomst betreft een verlenging van de huidige overeenkomst, zodat wij -indien nodig- langer de tijd hebben om met de
AUHV tot een nieuwe zesjarige overeenkomst te komen. De AUHV heeft ons vooraf al laten weten de eenjarige overeenkomst af te zullen wijzen en heeft de Kamer voor de Binnenvisserij verzocht de huidige zesjarige overeenkomst met zes jaar te verlengen; we verwachten een uitspraak eind september. Tegelijkertijd heeft de AUHV aangegeven bereid te zijn om met ons aan tafel te gaan om tot een nieuwe zesjarige overeenkomst te komen. Dit overleg staat gepland voor half september.

2. Hoe ver is het college met de nieuwe overeenkomst?

Zie het antwoord op vraag 1.

3. Op welke onderdelen/onderwerpen is de nieuwe overeenkomst gewijzigd? Indien er geen wijzigingen zijn, kunt u aangeven waarom niet?

Wij hebben de AUHV aangegeven dat het onze intentie is om de bestaande overeenkomst aan te passen op de volgende onderdelen: verhuur volledig visrecht wijzigen in verhuur schubvisrecht (dus exclusief aalvisrecht), toevoegen afspraken over loodvrij vissen en voorlichting vissenwelzijn en toevoegen afspraken over aanleg drijvende zonneparken in bestaand water waarvoor visrecht is verleend, te weten de Haarrijnseplas en de Nedereindse Plas.

4. De overeenkomst betreft gemeentelijke wateren. Zijn alleen de gemeente Utrecht en de AUHV partij in dit contract? Op welke wijze spelen andere eigenaren van wateren binnen de gemeentegrenzen een rol in dit contract, of hebben deze partijen allen ieder een eigen contract met de AUHV?

De overeenkomst betreft alleen de wateren waarvan de gemeente eigenaar is. Andere eigenaren binnen de gemeente Utrecht, zoals Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), het recreatieschap, terreinbeheerders/particulieren en het ministerie hebben hun eigen overeenkomsten met de AUHV. Dit is zo, omdat volgens de Visserijwet alleen de eigenaar van het water juridisch bevoegd is om visrecht uit te geven. Vele partijen, waaronder de gemeente en de AUHV, hebben zitting in de Visstandbeheercommissie (VBC) waarin visserijbelangen worden afgestemd tussen visrechthebbenden, terreinbeheerders, gemeenten en waterschappen.

A. Hoe lopen de financiële stromen tussen de gemeente Utrecht en de AUHV: wat betaalt de AUHV aan de gemeente Utrecht voor het hengelen in gemeentelijke wateren?

De AUHV betaalt momenteel € 1.252, - per jaar voor de huur van het visrecht.

B. Zijn er nog andere financiële afspraken tussen partijen?

Gemeente, HDSR en AUHV hebben ambtelijk afgesproken om de kosten van visstand onderzoek, dat noodzakelijk is om te beoordelen of het uitzetten van vis wenselijk is, over de drie partijen te verdelen. In de huidige overeenkomst met de AUHV is als voorwaarde opgenomen dat de AUHV alleen vis mag uitzetten conform de landelijke richtlijnen en met instemming van HDSR en gemeente. We betalen mee om zoveel mogelijk grip te hebben op de uitvoering van het visstand onderzoek. Het laatste onderzoek is in maart 2020 uitgevoerd in de plas Veldhuizen.

5. Zijn er nog andere inkomsten en uitgaven voor de gemeente Utrecht als het om hengelen gaat? Graag met bedragen erbij, niet alleen een opsomming.

De gemeente heeft een overeenkomst met één beroepsvisser, de firma Burger. Die huurt het visrecht voor de fortgrachten van de forten Lunet 1 t/m 4 en de noordelijke fortgracht van fort De Bilt. De firma Burger betaalt hiervoor € 67,08 per jaar. In de overeenkomst is geregeld dat ook leden van de AUHV in de betreffende fortgrachten mogen vissen. De uitgaven van de gemeente betreffen de kosten voor de ambtelijke inzet. Wij hebben geen aangewezen budget voor de aanleg van visplekken en andere visvoorzieningen.

6. Speelt handhaving op gemeentelijke wateren een rol in de overwegingen voor het verlengen van de overeenkomst met AUHV? Zo ja, handhaving waarop?

Nee, handhaving speelt geen rol in de overwegingen voor het verlengen van de overeenkomst. Wel is het zo dat de AUHV de controle en handhaving op het gedrag van sportvissers doet en op naleving van de regels ter bescherming van de visstand. Om te kunnen vissen is een VISpas nodig en aan deze pas zijn regels verbonden die onder andere het welzijn van vissen moeten borgen. De controleurs en Boa’s van de AUHV zien er bijvoorbeeld ook op toe dat afval netjes wordt opgeruimd.

7. De Partij voor de Dieren zou het liefst per direct stoppen met het toestaan van hengelen. Welk tijdspad voor afbouw, en via welke tussenstappen (bijvoorbeeld steeds meer hengelvrije zones), ziet het college voor zich?

In de nota Dierenwelzijn is afgesproken dat het aantal viswateren binnen de gemeente Utrecht niet verder wordt uitgebreid en de hengelsport niet wordt gestimuleerd, om te voorkomen dat het welzijn van meer vissen wordt aangetast. In de nota Dierenwelzijn is niet afgesproken om de hengelsport te verminderen of te verbieden. Wij hebben dus geen tijdspad voor de afbouw van de hengelsport.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren