Schrif­te­lijke vragen Varia­setje open­staande vragen IV


Indiendatum: 19 jul. 2021

Schriftelijke vragen 178/2021

Het is inmiddels een traditie voorafgaand aan een reces: de Partij voor de Dieren dient ook voor het zomerreces een set vragen in die nog openstaan bij de gemeente. De PvdD heeft de volgende vragen:

Vleermuizen en sloop

Op 16 juni stuurden we een noodkreet en vragen over de sloop van een garage aan de Jutfaseweg. Volgens een bezorgde Twitteraar zouden daar vleermuizen zitten waarnaar geen onderzoek gedaan is, en de vraag is of er afdoende maatregelen getroffen zijn. De sloop zou stilgelegd zijn na deze en andere meldingen.

1. Wat is er gebeurd nadat de sloop is stilgelegd en is duidelijk of er vleermuizen gewond zijn geraakt en/of overleden zijn?

2. Welke maatregelen hebben de RUD en de gemeente genomen om de schade voor vleermuizen zoveel mogelijk te voorkomen en zijn er inmiddels vleermuiskasten in de omgeving aangebracht? Zo nee, waarom niet?

De RUD is ter plekke gaan kijken en er werd een onderzoek aangekondigd, zoals te lezen viel op Nu.nl (zie link hierboven).

3. Is al meer bekend over het onderzoek, en wordt de sloper strafrechtelijk vervolgd voor het toebrengen van schade aan vleermuizen en hun verblijfplaats? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat houdt de sanctie in?

4. Indien er inderdaad vleermuizen zaten: wat kan het college doen om te voorkomen dat een dergelijke misstand nog eens gebeurt in Utrecht, en wat gaat het college doen om vleermuizen beter te bescherming tegen menselijke onwetendheid en/of onkunde als het gaat om bouwen, slopen, isoleren etc.?

Dode dieren door schoonmaken vennetje

Op 11 juni stuurde een inwoner een noodkreet naar de gemeente en de Partij voor de Dieren over “het vennetje van de 7 stroompjes” bij de Ariënslaan. Ze schreef Donderdag 10 juni werd al het water uit het vennetje van de 7 stroompjes gepompt voor de jaarlijkse schoonmaak. Hierdoor gingen alle vissen en een deel van de kreeften dood door gebrek aan water. De beestjes konden nergens anders heen.”

De PvdD mailde de gemeente met de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. Mevrouw kreeg de volgende reactie van de gemeente: "Wij hebben geen inzicht in deze werkzaamheden, dus moeilijk te coördineren".

Op 18 juni mailden we die reactie naar de gemeente, en uit hun reactie bleek dat de melding van mevrouw bij het verkeerde organisatieonderdeel terecht was gekomen, maar dat de bovenstaande reactie inderdaad (zoals wij aangaven) “anders had gemoeten” en dat mevrouw en wij nog een inhoudelijke reactie zouden krijgen.

5. Wie is verantwoordelijk voor het schoonmaken van het vennetje en was dit door of in opdracht van de gemeente Utrecht?

6. Was er geen ecoloog aanwezig bij de schoonmaak? Zo nee, waarom niet?

7. Waarom is er (ruim) voorafgaand aan de schoonmaak geen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van dieren? Of is dit onderzoek wél gedaan en werden de dieren niet relevant geacht?

8. Waarom zijn de dieren niet (tijdelijk) weggehaald voorafgaand aan de schoonmaak?

9. Wanneer krijgt de bewoonster een inhoudelijke en adequate reactie op haar noodkreet?

10. Wat gaat het college doen om te voorkomen dat er door schoonmaakwerkzaamheden en het droogleggen van wateren nog meer dieren sterven?

FUP’s bij wateren met hoge kademuren

Op 17 mei stelden we aanvullende vragen op de antwoorden op onze Mondelinge Vragen 3/29 april 2021 over FUP’s bij wateren met hoge kademuren:

In antwoord op de mondelinge vragen zei de wethouder dat er een kansen- en knelpuntenkaart is voor natuurvriendelijke oevers (antwoord 1) of mogelijk komt (antwoord 3).

11. Graag willen wij weten of er inderdaad al een dergelijke kaart is. Zo ja, wil het college deze naar de raad sturen? Zo nee, waarom niet?

12. Als er (nog) geen kansen- en knelpuntenkaart is, wanneer kom die dan?
A. Waar hangt het vanaf of een dergelijke kaart er komt?
B. Geldt die kaart dan ook voor kades (er wordt over het algemeen alleen over oevers gesproken door de gemeente, maar kades zijn net zo belangrijk, zeker omdat ze zo hoog zijn)? Zo nee, waarom niet?

In antwoord op onze aanvullende vraag “Hoe staat het ervoor met de FUP’s in grachten?” bij de betreffende mondelinge vragen zei de wethouder: “Dat kan ik niet precies zeggen, maar we gaan wel met die kansen- en knelpuntenkaart stappen zetten in het gestructureerder omgaan met FUP’s.”

13. Wanneer kan de wethouder wél precies zeggen hoe het ervoor staat met de FUP’s in grachten?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 19 jul. 2021
Antwoorddatum: 21 sep. 2021

Schriftelijke vragen 178/2021

Het is inmiddels een traditie voorafgaand aan een reces: de Partij voor de Dieren dient ook voor het zomerreces een set vragen in die nog openstaan bij de gemeente. De PvdD heeft de volgende vragen:

Vleermuizen en sloop

Op 16 juni stuurden we een noodkreet en vragen over de sloop van een garage aan de Jutfaseweg. Volgens een bezorgde Twitteraar zouden daar vleermuizen zitten waarnaar geen onderzoek gedaan is, en de vraag is of er afdoende maatregelen getroffen zijn. De sloop zou stilgelegd zijn na deze en andere meldingen.

1. Wat is er gebeurd nadat de sloop is stilgelegd en is duidelijk of er vleermuizen gewond zijn geraakt en/of overleden zijn?

Omdat de provincie Utrecht het bevoegd gezag is voor wat betreft de Wet natuurbescherming (de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) voert deze taken uit namens de provincie) hebben wij de provincie verzocht om te reageren. De toezichthouder van de RUD Utrecht was binnen een half uur na het ontvangen van de melding op locatie om de situatie te beoordelen. Daarbij werd geconstateerd dat er nog slechts één enkele muur overeind stond. Hierdoor kon niet aangetoond worden dat de Wet Natuurbescherming (Wnb) was overtreden. Het stilleggen van de werkzaamheden zou ecologisch gezien geen winst hebben opgeleverd en daarom is het project niet stilgelegd. De initiatiefnemer was van mening voldoende zorg in acht te hebben genomen ten aanzien van de Wnb door het laten uitvoeren van een QuickScan (juli 2013). Deze QuickScan beschreef dat er geen beschermde dier- en plantsoorten waren aangetroffen op de ontwikkellocatie.

2. Welke maatregelen hebben de RUD en de gemeente genomen om de schade voor vleermuizen zoveel mogelijk te voorkomen en zijn er inmiddels vleermuiskasten in de omgeving aangebracht? Zo nee, waarom niet?

De verantwoording om schade aan beschermde fauna zoveel mogelijk te voorkomen ligt in beginsel bij de initiatiefnemer. Echter, voorkomen is in dit geval niet meer mogelijk en mitigatie is hierdoor niet meer aan de orde. Het is momenteel de actieve periode voor vleermuizen, waardoor de eventueel gevluchte individuen inmiddels een nieuw onderkomen zullen hebben gevonden. Daarom moet nu voornamelijk worden gekeken naar passende compenserende maatregelen voor de lange termijn. Hierbij wordt gedacht aan het laten plaatsen van permanente inbouwkasten voor vleermuizen. De RUD Utrecht zoekt momenteel naar een passend middel om de initiatiefnemer compenserende maatregelen te laten toepassen.

De RUD is ter plekke gaan kijken en er werd een onderzoek aangekondigd, zoals te lezen viel op Nu.nl (zie link hierboven).

3. Is al meer bekend over het onderzoek, en wordt de sloper strafrechtelijk vervolgd voor het toebrengen van schade aan vleermuizen en hun verblijfplaats? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat houdt de sanctie in?

Strafrechtelijk vervolgen is in deze situatie moeilijk, omdat hiervoor geen hard bewijs van een overtreding is. Als handhavende organisatie moet de RUD, om strafrechtelijk op te kunnen treden, aantonen dat vleermuizen verwond of gedood zijn. Doordat er geen gewonde of gedode vleermuizen zijn gevonden, kan de RUD geen hard bewijs leveren. Er wordt momenteel wel bestuursrechtelijk opgetreden, aangezien wel gesteld kan worden dat er niet zorgvuldig gehandeld is in het kader van de zorgplicht (Wet natuurbescherming art. 1.11). De QuickScan (ecologisch onderzoek) was immers verouderd. Er had een actualisatie moeten plaatsvinden van het ecologisch onderzoek. Tevens lijkt het erop dat buurtbewoners de initiatiefnemer op voorhand hadden gewezen op de aanwezigheid van vleermuizen. Dit is voor de provincie/RUD aanleiding om bestuursrechtelijk op te treden. Zie antwoord op vraag 2.

4. Indien er inderdaad vleermuizen zaten: wat kan het college doen om te voorkomen dat een dergelijke misstand nog eens gebeurt in Utrecht, en wat gaat het college doen om vleermuizen beter te bescherming tegen menselijke onwetendheid en/of onkunde als het gaat om bouwen, slopen, isoleren etc.?

Het is belangrijk om bij een aanvraag voor sloop en andere ruimtelijke ingrepen te controleren of de ecologie / beschermde soorten mogelijk in het gedrang komen. Kan dit niet worden uitgesloten, dan is ecologisch onderzoek noodzakelijk. Indien er al ecologisch onderzoek gedaan is, dan is het belangrijk de ecologische onderzoeken te toetsen en de aanvrager erop te wijzen dat ecologisch onderzoek een houdbaarheid heeft van 3 jaar. Ook als de uitvoering van een project pas na 3 jaar of meer aanvangt, moet er een actualisatie van het ecologisch onderzoek plaatsvinden.

Indien de omstandigheden binnen 3 jaar erg veranderd zijn, dan is mogelijk een kortere houdbaarheid van toepassing. Als uit ecologisch onderzoek blijkt dat beschermde soorten niet uitgesloten kunnen worden, of de onderzoeken zijn verouderd, dan dient er nader onderzoek plaats te vinden en er moet een ontheffing aangevraagd worden wanneer aangetoond is dat beschermde soorten aanwezig zijn. Daarnaast dragen wij bij aan een betere bescherming van de ecologie, door voorlichting te geven over beschermde soorten. Met name gebouw-bewonende soorten zoals vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen moeten onder de aandacht worden gebracht, omdat veel mensen niet weten dat er diersoorten zijn die verblijven in spouwmuren en onder daken. Daarbij kan ook aangegeven worden dat de aanwezigheid van deze dieren geen negatieve invloed heeft op de volksgezondheid en de dieren erg nuttig zijn voor o.a. het in balans houden van insectensoorten. Tenslotte nemen wij in de afrondende brief bij een sloopmelding een passage op dat de sloper rekening moet houden met de zorgplicht van de Wet natuurbescherming (en leggen wij de zorgplicht globaal uit).

Dode dieren door schoonmaken vennetje

Op 11 juni stuurde een inwoner een noodkreet naar de gemeente en de Partij voor de Dieren over “het vennetje van de 7 stroompjes” bij de Ariënslaan. Ze schreef Donderdag 10 juni werd al het water uit het vennetje van de 7 stroompjes gepompt voor de jaarlijkse schoonmaak. Hierdoor gingen alle vissen en een deel van de kreeften dood door gebrek aan water. De beestjes konden nergens anders heen.”

De PvdD mailde de gemeente met de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. Mevrouw kreeg de volgende reactie van de gemeente: "Wij hebben geen inzicht in deze werkzaamheden, dus moeilijk te coördineren".

Op 18 juni mailden we die reactie naar de gemeente, en uit hun reactie bleek dat de melding van mevrouw bij het verkeerde organisatieonderdeel terecht was gekomen, maar dat de bovenstaande reactie inderdaad (zoals wij aangaven) “anders had gemoeten” en dat mevrouw en wij nog een inhoudelijke reactie zouden krijgen.

5. Wie is verantwoordelijk voor het schoonmaken van het vennetje en was dit door of in opdracht van de gemeente Utrecht?

De verantwoordelijkheid van het schoonmaken van de speelvijver ofwel het vennetje ten behoeve van de zwemwaterkwaliteit ligt bij de Gemeente Utrecht, afdeling Beheer Openbare Ruimte. Het is noodzakelijk om de speelvijver jaarlijks schoon te maken ten behoeve van de zwemwaterkwaliteit en de status als officieel zwemwater. De toezichthoudende instantie, de RUD, heeft benadrukt dat het jaarlijks schoonmaken van de speelvijver noodzakelijk is voor het waarborgen van de veiligheid van het zwemwater en het voorkomen van gezondheidsrisico’s.

6. Was er geen ecoloog aanwezig bij de schoonmaak? Zo nee, waarom niet?

Ecologen worden in de regel ingezet bij werkzaamheden waar beschermde planten of dieren voorkomen of in het geding kunnen zijn. In voorkomende gevallen wordt gewerkt met de ‘Gedragscode soortbescherming gemeenten’ en de ‘Leidraad werken met beschermde flora en fauna gemeente Utrecht’ (beide documenten zijn vernieuwd in juli 2021). De speelvijver wordt al jarenlang jaarlijks schoongemaakt en op basis van die ervaring is beoordeeld dat er met de werkzaamheden geen beschermde soorten in het geding zijn en dat het niet noodzakelijk was om de werkzaamheden te laten begeleiden door een ecoloog. In de gemeente worden heel veel werkzaamheden uitgevoerd waarbij geen beschermde soorten voorkomen; het is praktisch niet uitvoerbaar en evenmin noodzakelijk in het kader van dierenwelzijn dat bij elke werkzaamheid een ecoloog aanwezig is.

7. Waarom is er (ruim) voorafgaand aan de schoonmaak geen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van dieren? Of is dit onderzoek wél gedaan en werden de dieren niet relevant geacht?

Zie antwoord op vraag 6. Op basis van de jarenlange ervaring met de betreffende schoonmaakwerkzaamheden is een onderzoek naar de aanwezigheid van dieren niet nodig geacht.

8. Waarom zijn de dieren niet (tijdelijk) weggehaald voorafgaand aan de schoonmaak?

Op basis van de eerdergenoemde ervaring wordt voor deze werkzaamheden op deze locatie een aanpak gehanteerd, die eventuele nadelige gevolgen voor de dieren zo veel mogelijk beperkt. Deze aanpak geeft invulling aan de zorgplicht (art 1.11) van de Wet natuurbescherming. De zorgplicht schrijft voor dat we nadelige gevolgen voor planten en dieren zoveel mogelijk moeten voorkomen, bijvoorbeeld door maatregelen te treffen. Daar is invulling aan gegeven door in de speelvijver tijdens de werkzaamheden een deel van het water te laten staan voor de aanwezige vissen en andere waterdieren. De bodem bleef daardoor nat en slap zodat bodemleven of dieren die zich daarin verschuilen niet uitdrogen. Daarnaast worden, indien nodig, tijdens de werkzaamheden de grotere vissen geraapt en overgezet in een aangrenzende sloot. Door de aannemer worden bovendien alle takken, blad, zwerfafval en het slib bij elkaar geschoven en op de kant gelegd om kreeften en andere waterdieren die kunnen lopen de gelegenheid te geven zichzelf in veiligheid te brengen.

9. Wanneer krijgt de bewoonster een inhoudelijke en adequate reactie op haar noodkreet?

De bewoonster ontvangt gelijktijdig met de raad een inhoudelijke reactie. Wij betreuren het dat we die reactie niet meteen hebben gegeven, mede omdat de melding per abuis bij de verkeerde afdeling was beland.

10. Wat gaat het college doen om te voorkomen dat er door schoonmaakwerkzaamheden en het droogleggen van wateren nog meer dieren sterven?

Met de eerdergenoemde gedragscode en leidraad wordt geborgd dat op locaties met wettelijk of beleidsmatig beschermde soorten op een zorgvuldige wijze met de aanwezige soorten wordt omgesprongen. Op locaties waar geen beschermde soorten voorkomen hoeft niet volgens de gedragscode of leidraad gewerkt te worden. Wel geldt altijd de eerdergenoemde zorgplicht (art 1.11 Wnb). Dit is een open norm die in elk geval inhoudt dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen kunnen worden veroorzaakt voor in het wild levende dieren en planten dergelijke handelingen achterwege laat, dan wel, indien dat achterwege laten redelijkerwijs niet kan worden gevergd, de noodzakelijke maatregelen treft om die gevolgen te voorkomen, of voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt.

In het kader van de zorgplicht gaan we het schoonmaken in de tweede helft van september evalueren met een ecoloog en de onderhoudsaannemer. Eén van de onderwerpen van de evaluatie zal het tijdstip van de werkzaamheden zijn. Wij voeren in de gemeente vele bagger- en schoonmaakwerkzaamheden uit en dat doen we, zoals de wethouder Openbare Ruimte heeft aangegeven in de commissie Stad & Ruimte van 24 juni jl, conform de gedragscode en Leidraad niet in de periode van 15 maart tot 15 juli vanuit ecologische overwegingen. De schoonmaakwerkzaamheden bij deze speelvijver vonden dit jaar later plaats dan gebruikelijk, namelijk op 10 juni. Deze vertraging kwam voort uit de gedachte deze schoonmaakwerkzaamheden te kunnen combineren met werkzaamheden om de doorstroming in de speelvijver te verbeteren. Combinatie bleek uiteindelijk toch niet mogelijk, zodat besloten is het schoonmaken alsnog apart uit te voeren omwille van het waarborgen van de zwemfunctie van de plas. Daarmee moest er in dit geval van de leidraad afgeweken worden. Daar biedt de eerdergenoemde leidraad onder bepaalde voorwaarden ook de ruimte voor. In de evaluatie nemen we mee of in dit geval de geldende voorwaarden voldoende in acht zijn genomen.

Op basis van de evaluatieresultaten voeren wij zo mogelijk eventuele verbeteringen door in de aanpak van de schoonmaakwerkzaamheden van de speelvijver voor 2022 en de jaren daarna. Voor de komende jaren zullen wij scherp blijven op het diervriendelijk schoonmaken van de speelvijver.

FUP’s bij wateren met hoge kademuren

Op 17 mei stelden we aanvullende vragen op de antwoorden op onze Mondelinge Vragen 3/29 april 2021 over FUP’s bij wateren met hoge kademuren:

In antwoord op de mondelinge vragen zei de wethouder dat er een kansen- en knelpuntenkaart is voor natuurvriendelijke oevers (antwoord 1) of mogelijk komt (antwoord 3).

11. Graag willen wij weten of er inderdaad al een dergelijke kaart is. Zo ja, wil het college deze naar de raad sturen? Zo nee, waarom niet?

Wij beschikken inderdaad al over een kansenkaart natuurvriendelijke oevers. Die kunt u hier raadplegen. Bij de beantwoording van de mondelinge vragen heeft wethouder Diepeveen aangegeven dat we in 2022 gaan kijken of we naast de kaart voor natuurvriendelijke oevers een kansenkaart voor FUP's (Fauna Uittreed Plaatsen) kunnen maken. De kaart zal de opgave in beeld brengen: welke kades/oevers zijn onneembaar voor dieren en kunnen voorzien worden van een FUP. Of we daarvoor dezelfde methodiek kunnen gebruiken als voor natuurvriendelijke oevers of een andere, onderzoeken we dus volgend jaar.

12. Als er (nog) geen kansen- en knelpuntenkaart is, wanneer kom die dan?
A. Waar hangt het vanaf of een dergelijke kaart er komt?
B. Geldt die kaart dan ook voor kades (er wordt over het algemeen alleen over oevers gesproken door de gemeente, maar kades zijn net zo belangrijk, zeker omdat ze zo hoog zijn)? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord vraag 11.

In antwoord op onze aanvullende vraag “Hoe staat het ervoor met de FUP’s in grachten?” bij de betreffende mondelinge vragen zei de wethouder: “Dat kan ik niet precies zeggen, maar we gaan wel met die kansen- en knelpuntenkaart stappen zetten in het gestructureerder omgaan met FUP’s.”

13. Wanneer kan de wethouder wél precies zeggen hoe het ervoor staat met de FUP’s in grachten?

Zie antwoord vraag 11.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren