Schrif­te­lijke vragen Demon­stra­tie­recht in Utrecht


Indiendatum: 19 jan. 2023

Schriftelijke vragen 9/2023

Op 14 november 2022, publiceerde Amnesty International Nederland het rapport ‘Demonstratierecht onder druk – Regels en praktijk in Nederland moeten beter’. Demonstreren is een mensenrecht en geldt voor iedereen. Het vormt een van de fundamenten van de democratische rechtsstaat. Verreweg de meeste demonstraties verlopen echter zonder problemen, en dat moet ook het uitgangspunt zijn; de overheid moet demonstraties en demonstranten als vreedzaam beschouwen, zolang het tegendeel niet vaststaat. Amnesty constateert in het rapport echter dat demonstraties nog vaak gezien worden als een risico voor de openbare orde. Uit vrees voor mogelijke ongeregeldheden krijgen veel demonstraties te maken met beperkende voorschriften en regels, of mogen helemaal niet doorgaan. Burgemeesters handelen vanuit hun verantwoordelijkheid voor de openbare orde en gebruiken dit als grond voor ingrijpen, waarbij het faciliteren en het beschermen van het demonstratierecht wordt aangetast, zo stelt Amnesty. In het rapport komen verschillende praktijkvoorbeelden aan bod, zo ook in Utrecht waarbij het demonstratierecht op verschillende manieren is ingeperkt. Amnesty doet daarnaast een groot aantal aanbevelingen om de regels en de praktijk van het demonstratierecht te verbeteren.

De fracties van BIJ1, Partij voor de Dieren, GroenLinks, Volt, DENK, Student & Starter en de ChristenUnie hebben daarom de volgende vragen aan de burgemeester.

Uit observaties van Amnesty blijkt dat burgemeesters steeds vaker lijken te kiezen voor het uitgeven van een noodbevel of -verordening op basis van de vrees voor het verstoren van de openbare orde. Echter, dit staat op gespannen voet met mensenrechten en het recht op demonstratie. Een noodbevel is alleen geoorloofd bij ernstige wanordelijkheden of (dreiging van) rampen, wanneer alle andere bevoegdheden niet meer toereikend zijn. Een demonstratie verplaatsen of ontbinden omdat demonstranten zich niet aan de regels of afspraken houden is volgens die criteria dus niet voldoende reden om een noodbevel uit te roepen.

1. Hoe kijkt de burgemeester naar het feit dat Amnesty benoemt dat 'het verstoren van de openbare orde' in deze context te snel wordt ingezet als reden om een demonstratie te verplaatsen of ontbinden, ook als er geen sprake is van de dreigingen zoals genoemd in het manifest? En ziet zij hierin het risico dat deze misinterpretatie kan leiden tot een onnodige inzet van een noodbevel en daarmee het inperken van het demonstratierecht?

2. Staat zij ervoor open om via de gemeenteraad te toetsen of een uitgegeven noodbevel heeft voldaan aan de criteria zoals vastgelegd in de grondwet en deze mee te nemen in het evalueren van demonstraties in de stad? De burgemeester heeft in eerder commissiedebat van VBF aangegeven de kennisgevingsprocedure voor demonstraties te herzien. Volgens Amnesty mag deze procedure geen verborgen obstakel vormen voor de uitoefening van het demonstratierecht. Eveneens moet de indruk vermeden worden dat de kennisgeving is bedoeld om toestemming te verkrijgen van de overheid, zoals wanneer gemeenten allerlei onnodige informatie opvragen en er gevolgen aan verbinden die een inperking opleveren.

3. Is de burgemeester voornemens om de aanbevelingen van Amnesty mee te nemen in het herzien van de kennisgevingsprocedure en wil zij daarnaast ook rekening houden met toegankelijkheid en leesbaarheid van deze teksten? De politie probeert op verschillende manieren zicht te krijgen op wie er meedoet aan demonstraties. Volgens het rapport worden identiteitsgegevens gecontroleerd, camerabeelden uitgeplozen en bewaard en houden agenten sociale media in de gaten. Uit het rapport blijkt ook dat de politie mensen thuis opzoekt, omdat ze hen kennen als demonstrant. Demonstranten geven aan dit intimiderend te vinden.

4. Op welke wijze houdt de gemeente en politie bij wie er in Utrecht demonstreert? Zo ja, waarom acht de burgemeester dat als noodzakelijk? Demonstranten hebben het recht om te weten op welke manier de overheid tot haar beslissingen of tot bepaald handelen komt.

5. Kan de burgemeester inzicht geven in het beleid omtrent eerder genoemde maatregelen (ID controle, het maken en uitpluizen van camerabeelden, surveillance via social media, huisbezoekingen)? En hoe verhoudt dit zich ten opzichte van het recht tot privacy van demonstranten? In het nieuwe Beleidskader Cameratoezicht 2023-2026 wordt gesproken over kortstondige inzet van flexibele camera’s bij demonstraties om mogelijke openbare orde verstoringen te beteugelen of te voorkomen. Het beleidskader stelt dat na afloop de inzet geëvalueerd zal worden.

6. Hoe wordt de noodzakelijkheid van deze camera inzet voorafgaand bepaald, en wat zijn dan de beoordelingscriteria?

7. Worden beelden van demonstraties na afloop gewist in verband met het recht op privacy? Zo nee, waarom niet? De burgemeester gaf eerder aan dat zij openstond voor het ondertekenen van het ‘Manifest Demonstratierecht’ van Amnesty International.

8. Hoe gaat de burgemeester actief opvolging geven aan aanbevelingen uit het rapport om de regels en de praktijk van het demonstratierecht te verbeteren?

Stevie Nolten, BIJ1
Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Mahaar Fattal, GroenLinks
Ruud Maas, Volt
Mahmut Sungur, DENK
Vincent Stevens en Annemarijn Oudejans, Student & Starter
Derk van Bergen en Bina Chirino, ChristenUnie
Maarten Koning, D66
Gert Dijkstra, EenUtrecht

Indiendatum: 19 jan. 2023
Antwoorddatum: 9 mrt. 2023

Schriftelijke vragen 9/2023

Op 14 november 2022, publiceerde Amnesty International Nederland het rapport ‘Demonstratierecht onder druk – Regels en praktijk in Nederland moeten beter’. Demonstreren is een mensenrecht en geldt voor iedereen. Het vormt een van de fundamenten van de democratische rechtsstaat. Verreweg de meeste demonstraties verlopen echter zonder problemen, en dat moet ook het uitgangspunt zijn; de overheid moet demonstraties en demonstranten als vreedzaam beschouwen, zolang het tegendeel niet vaststaat. Amnesty constateert in het rapport echter dat demonstraties nog vaak gezien worden als een risico voor de openbare orde. Uit vrees voor mogelijke ongeregeldheden krijgen veel demonstraties te maken met beperkende voorschriften en regels, of mogen helemaal niet doorgaan. Burgemeesters handelen vanuit hun verantwoordelijkheid voor de openbare orde en gebruiken dit als grond voor ingrijpen, waarbij het faciliteren en het beschermen van het demonstratierecht wordt aangetast, zo stelt Amnesty. In het rapport komen verschillende praktijkvoorbeelden aan bod, zo ook in Utrecht waarbij het demonstratierecht op verschillende manieren is ingeperkt. Amnesty doet daarnaast een groot aantal aanbevelingen om de regels en de praktijk van het demonstratierecht te verbeteren.

De fracties van BIJ1, Partij voor de Dieren, GroenLinks, Volt, DENK, Student & Starter en de ChristenUnie hebben daarom de volgende vragen aan de burgemeester.

Uit observaties van Amnesty blijkt dat burgemeesters steeds vaker lijken te kiezen voor het uitgeven van een noodbevel of -verordening op basis van de vrees voor het verstoren van de openbare orde. Echter, dit staat op gespannen voet met mensenrechten en het recht op demonstratie. Een noodbevel is alleen geoorloofd bij ernstige wanordelijkheden of (dreiging van) rampen, wanneer alle andere bevoegdheden niet meer toereikend zijn. Een demonstratie verplaatsen of ontbinden omdat demonstranten zich niet aan de regels of afspraken houden is volgens die criteria dus niet voldoende reden om een noodbevel uit te roepen.

1. Hoe kijkt de burgemeester naar het feit dat Amnesty benoemt dat 'het verstoren van de openbare orde' in deze context te snel wordt ingezet als reden om een demonstratie te verplaatsen of ontbinden, ook als er geen sprake is van de dreigingen zoals genoemd in het manifest? En ziet zij hierin het risico dat deze misinterpretatie kan leiden tot een onnodige inzet van een noodbevel en daarmee het inperken van het demonstratierecht?

Antwoord: Het demonstratierecht is van essentieel belang in onze democratische rechtstaat. Er moet dan ook volop ruimte worden gegeven aan demonstraties, ook als die schuren of hinder veroorzaken. In Utrecht zetten wij ons maximaal in om demonstraties te faciliteren, ongeacht de inhoud ervan, zolang dit binnen de grenzen van de wet plaatsvindt. Iedere demonstratie wordt daarom afzonderlijk in behandeling genomen en beoordeeld.

De burgemeester draagt wettelijk de verantwoordelijkheid voor het faciliteren van demonstraties. Dat gebeurt op basis van de Wet openbare manifestaties (Wom). Die wet geeft slechts drie gronden om een demonstratie te beperken. Daarbij gaat het vooral om het voorkomen of tegengaan van wanordelijkheden, maar ook vanwege zwaarwegende gezondheids- en verkeersbelangen kunnen voorschriften voor een demonstratie worden gegeven. Dit gebeurt zeer terughoudend en alleen op basis van concrete (politie)informatie. Zo heeft de burgemeester voor een demonstratie van Pegida afgelopen jaar een alternatieve locatie aangewezen vanwege de ernstige vrees voor wanordelijkheden.

Wij zijn het met u en Amnesty International eens dat een noodbevel juridisch geen geëigend middel is om een demonstratie te beperken of zelfs te beëindigen. Het noodbevel wordt daarvoor in Utrecht niet gebruikt. De Wom geeft daarvoor wel handvatten, in die gevallen waarin specifieke (politie)informatie dat besluit noodzakelijk maakt met het oog op de in de wet genoemde gronden.

In het geval rondom een demonstratie sprake is van wanordelijkheden door andere groepen gericht tegen de demonstratie, dan kan een noodbevel als uiterst juridisch middel worden aangewend om de openbare orde te herstellen en de demonstranten te beschermen. Dat kan ook gebeuren wanneer een demonstratie al is afgelopen, en er achteraf (alsnog) wanordelijkheden ontstaan.

2. Staat zij ervoor open om via de gemeenteraad te toetsen of een uitgegeven noodbevel heeft voldaan aan de criteria zoals vastgelegd in de grondwet en deze mee te nemen in het evalueren van demonstraties in de stad? De burgemeester heeft in eerder commissiedebat van VBF aangegeven de kennisgevingsprocedure voor demonstraties te herzien. Volgens Amnesty mag deze procedure geen verborgen obstakel vormen voor de uitoefening van het demonstratierecht. Eveneens moet de indruk vermeden worden dat de kennisgeving is bedoeld om toestemming te verkrijgen van de overheid, zoals wanneer gemeenten allerlei onnodige informatie opvragen en er gevolgen aan verbinden die een inperking opleveren.

Antwoord: Zie antwoord op vraag 1. De burgemeester van Utrecht geeft geen noodbevel om een demonstratie te beperken of te ontbinden.

3. Is de burgemeester voornemens om de aanbevelingen van Amnesty mee te nemen in het herzien van de kennisgevingsprocedure en wil zij daarnaast ook rekening houden met toegankelijkheid en leesbaarheid van deze teksten? De politie probeert op verschillende manieren zicht te krijgen op wie er meedoet aan demonstraties. Volgens het rapport worden identiteitsgegevens gecontroleerd, camerabeelden uitgeplozen en bewaard en houden agenten sociale media in de gaten. Uit het rapport blijkt ook dat de politie mensen thuis opzoekt, omdat ze hen kennen als demonstrant. Demonstranten geven aan dit intimiderend te vinden.

Antwoord: Ja. De afgelopen periode zijn hierover verschillende ambtelijke gesprekken met Amnesty International gevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal verbeteringen van de kennisgevingsprocedure, zoals een beter leesbare tekst op de gemeentelijke website over demonstraties en een aantal aanpassingen in het kennisgevingsformulier. Ik verwijs u verder naar de brief aan uw raad over demonstraties in Utrecht.

4. Op welke wijze houdt de gemeente en politie bij wie er in Utrecht demonstreert? Zo ja, waarom acht de burgemeester dat als noodzakelijk? Demonstranten hebben het recht om te weten op welke manier de overheid tot haar beslissingen of tot bepaald handelen komt.

Antwoord: De gemeente houdt een overzicht bij van alle kennisgevingen van demonstraties die in Utrecht worden georganiseerd. In die kennisgevingen staan ook de contactgegevens van de organisatoren. Op basis van dat overzicht kunnen bijvoorbeeld vaak gestelde vragen over aantallen en soorten demonstraties worden beantwoord. Het overzicht dient ook om demonstraties zo goed mogelijk te faciliteren. Als een organisator bijvoorbeeld vaker kennisgeeft van eenzelfde type demonstratie, kan op basis van het overzicht door zowel de organisator als de gemeente worden teruggegrepen op eerder gemaakte afspraken. De gemeente Utrecht monitort niet via sociale media of andere bronnen rondom demonstraties. Op grond van de wet kan de politie informatie delen met de gemeente over een op handen zijnde demonstratie, ook als er voor die demonstratie geen kennisgeving is gedaan. Daarnaast is de politie verantwoordelijk voor monitoring gericht op mogelijke wanordelijkheden. Indien zij daar aanleiding voor ziet, kan de politie ook in dit verband informatie delen met de burgemeester als bevoegd gezag en wordt zulke informatie meegewogen bij het al dan niet opleggen van beperkingen voor een demonstratie.

5. Kan de burgemeester inzicht geven in het beleid omtrent eerder genoemde maatregelen (ID controle, het maken en uitpluizen van camerabeelden, surveillance via social media, huisbezoekingen)? En hoe verhoudt dit zich ten opzichte van het recht tot privacy van demonstranten? In het nieuwe Beleidskader Cameratoezicht 2023-2026 wordt gesproken over kortstondige inzet van flexibele camera’s bij demonstraties om mogelijke openbare orde verstoringen te beteugelen of te voorkomen. Het beleidskader stelt dat na afloop de inzet geëvalueerd zal worden.

Antwoord: In geval de politie concrete informatie heeft over wanordelijkheden vanuit een demonstratie, dan kan de politie maatregelen nemen om die te voorkomen of te beteugelen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om (extra) politietoezicht, online monitoring of de inzet van camera’s. Dat gebeurt altijd informatiegestuurd en zulke extra maatregelen zijn primair gericht op de bescherming van de demonstratie en de demonstranten. Een identiteitscontrolecontrole en huisbezoeken horen daar overigens niet bij.

Indien de politie concrete informatie heeft dat specifieke personen in verband met een demonstratie uit zijn op strafbare gedragingen of wanordelijkheden, of dat specifieke personen een demonstratie willen verstoren of verhinderen, dan kan ter voorkoming van strafbare feiten - en zal bij het constateren van strafbare feiten – indien mogelijk worden overgegaan tot vaststellen van de ID van deze personen / verdachten. Het optreden van de politie bij strafbare feiten vindt plaats onder gezag van het Openbaar Ministerie.

Overigens proberen gemeente en politie naar aanleiding van een kennisgeving en voorafgaand aan een demonstratie, altijd met de organisator in contact te komen. Zo kunnen wederzijds goede afspraken worden gemaakt over een veilig en ongestoord verloop van een demonstratie. Dit is volgens onze ervaring de beste manier om een demonstatie goed te faciliteren.

6. Hoe wordt de noodzakelijkheid van deze camera inzet voorafgaand bepaald, en wat zijn dan de beoordelingscriteria?

Antwoord: De politie adviseert de burgemeester over de noodzaak van cameratoezicht op basis van een risico-inschatting. In de praktijk dient het uitlezen van camerabeelden vaak vooral de bescherming van de demonstratie en demonstranten, bijvoorbeeld als er informatie is dat anderen uit zijn op verstoring van de demonstratie maar ook wanneer er informatie is dat personen vanuit de demonstratie strafbare feiten willen plegen.

7. Worden beelden van demonstraties na afloop gewist in verband met het recht op privacy? Zo nee, waarom niet? De burgemeester gaf eerder aan dat zij openstond voor het ondertekenen van het ‘Manifest Demonstratierecht’ van Amnesty International.

Antwoord: Ja. Conform de wettelijke bewaartermijn worden beelden ten hoogste vier weken bewaard en daarna worden ze gewist.

8. Hoe gaat de burgemeester actief opvolging geven aan aanbevelingen uit het rapport om de regels en de praktijk van het demonstratierecht te verbeteren?

Antwoord: Samen met belangstellende leden van uw raad en de directeur van Amnesty International zal de burgemeester op 9 maart a.s. het ‘Manifest Demonstratierecht’ ondertekenen. Dat gebeurt in vervolg op de toezegging daarover aan uw raad van oktober vorig jaar. Door ondertekening van het manifest bekrachtigen de ondertekenaars de demonstratierechtelijke praktijk zoals die in Utrecht bestaat. Vanzelfsprekend blijft er ruimte voor verbetering. Daar zijn inmiddels ook concreet stappen in gezet, bijvoorbeeld waar het de online kennisgeving betreft. Wij zullen u daarover per brief verder op de hoogte brengen. Daarnaast blijven wij ons inspannen, ook in G4-verband, om demonstratierechtelijke vraagstukken onder de aandacht van de wetgever te brengen.

Stevie Nolten, BIJ1
Lisanne Snippe, Partij voor de Dieren
Mahaar Fattal, GroenLinks
Ruud Maas, Volt
Mahmut Sungur, DENK
Vincent Stevens en Annemarijn Oudejans, Student & Starter
Derk van Bergen en Bina Chirino, ChristenUnie
Maarten Koning, D66
Gert Dijkstra, EenUtrecht