Schrif­te­lijke vragen Dierenleed door toedoen van de mens


Indiendatum: 21 jul. 2021

Schriftelijke vragen 184/2021

De afgelopen tijd verschenen veel nieuwsberichten in de media over gedumpte huisdieren en verwaarloosde en mishandelde dieren. En dat gaat dan van het schieten met een luchtbuks op een kat tot graffitispuiten op een zwaluwwand. Maar we zagen ook berichten over kinderen die voetbalden met jonge duiven, egels en andere dieren en lazen over de illegale handel in dieren. En als het gaat over het dumpen van dieren, dan zagen we veel voorbeelden. In maart en april werden in Utrecht diverse dode dieren gedumpt, waaronder een lammetje, een kip en een hond, op 15 mei werden in Park de Gagel 2 konijnen gedumpt en eind mei werden op de Walter Kollolaan in Utrecht 5 konijnen gedumpt. Op 6 juli uitte Dierenambulance Utrecht haar grote zorgen over het toenemende aantal dierdumpingen. Ondertussen worden ook de dierenopvangcentra overspoeld met ‘coronahonden, -katten en -konijnen’, wat leidde tot diverse nieuwsberichten in juli 2021. Van de Dierenambulance en uit de media vernamen we tevens dat de intolerantie van mensen tegenover dieren in het wild (denk aan kraaiachtigen en duiven) toeneemt.

De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over deze ontwikkelingen en heeft de volgende vragen:

Dierdumpingen

1. In hoeverre is er in 2020 en 2021 sprake van meer dumpingen van levende en dode dieren op straat alsook bij de dierenopvangcentra in Utrecht? Welke trend is hier zichtbaar?

2. Als er sprake is van een toename, waar komt dit dan door? Welke invloed heeft bijvoorbeeld corona, bijvoorbeeld doordat armoede is toegenomen?

3. Welke signalen krijgt het college van de Dierenbescherming en haar ‘onderaannemers’ Dierenambulance Utrecht en het Stichts Asyl over een toename van het dumpen van dieren, zowel op straat als bij opvangcentra?

4. Welke mogelijke oplossingen ziet het college om het aantal dierdumpingen tegen te gaan?

5. In hoeverre lukt het om bij het dumpen van dieren ook de daders op te sporen? Wat heeft het college nodig om het opsporen ervan te bevorderen?

6. In hoeverre lukt het om voor (alle) gedumpte dieren een opvanglocatie te vinden?

7. Welke mogelijkheden ziet het college om te voorkomen dat dieren die (ernstige) medische problemen hebben op straat gezet worden, omdat mensen de medische kosten voor hun dieren niet meer kunnen betalen? Korting op de dierenarts via de U-Pas is een mogelijkheid, en wat kan nog meer?

7 A. Hoe staat het met het overhalen van meer dierenartsen om korting te bieden op hun kosten via de U-Pas?

8. Wat kan en gaat het college doen om nog meer de nadruk te leggen op preventie van het dumpen van dieren, dus goede voorlichting over het adopteren of ‘aanschaffen’ van een dier (‘bezint eer ge begint’), naast de informatie die de Dierenbescherming biedt?

(Illegale) handel in dieren

9. Heeft het college contact met de Dierenpolitie, de NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) over het onderzoek dat ze op dit moment aan het uitvoeren zijn naar illegale handel in dieren? Zo nee, waarom niet?

9 A. Zo ja, kan het college – als het onderzoek afgerond is – de resultaten met de raad delen, zodat we een beter beeld krijgen van de aard en omvang van het probleem? Zo nee, waarom niet?

10. In hoeverre weet het college hoe grootschalig de illegale handel in dieren in Utrecht is en welke middelen zijn er om hiertegen op te treden? Speelt het college hier ook een rol in en zo ja, welke rol? Zo nee, zou het college officieel een rol kunnen spelen?

10 A. Is het college bereid om bij degenen die ‘achter de voordeur’ bij mensen komen, zoals de BghU en instanties voor mensen(welzijn) ervoor te pleiten dat ze ook letten op het welzijn van de dieren en misstanden altijd melden bij de Dierenpolitie en de Landelijke Inspectiedienst van de Dierenbescherming (net zoals nu gebeurt bij dierenartsen en Veilig Thuis)? Zo nee, waarom niet?

Dierenmishandeling op straat

11. Herkent het college het beeld, zoals wij waarnemen in lokale en regionale media, dat het aantal incidenten van dierenmishandeling (op straat) toeneemt? Zo nee, waarom niet?

12. Welke acties onderneemt het college om dergelijke mishandelingen op straat in Utrecht te voorkómen?

13. In hoeverre wordt in Utrecht dierenmishandeling op straat daadwerkelijk bestraft? Als voorbeeld: is de dader van het aanbrengen van de graffiti op de oeverzwaluwwand inmiddels gepakt? Zo ja, welke sanctie heeft deze persoon opgelegd gekregen?

13 A. Worden de dieren bij de oeverzwaluwwand gemonitord om te zien of er alsnog dieren sterven aan de gevolgen van de verf in de nesten? Wat zijn de bevindingen? Wordt de verf na de broedtijd alsnog verwijderd van de oeverzwaluwwand?

13 B. Vindt er naar aanleiding van mishandeling van dieren op straat door kinderen en/of volwassenen ook educatie en/of een gepaste taakstraf plaats, waarbij deze mensen meer compassie voor dieren wordt bijgebracht, ook om te voorkomen dat het nog eens gebeurt? Zo nee, waarom niet?

Intolerantie tegenover wilde dieren

14. In een stad die groeit en waar door inbreiding steeds meer mensen komen te leven is er steeds minder plek voor in het wild levende dieren. In hoeverre legt het college een link tussen groei van de stad en een toenemende intolerantie en agressie richting dieren? En welke oplossing is hier nodig?

15. Is de wethouder Dierenwelzijn bereid om op werkbezoek te gaan bij de Dierenambulance, Vogelopvang en het Stichts Asyl, om deze en andere zaken waar zij mee bezig zijn persoonlijk met ze te bespreken? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 21 jul. 2021
Antwoorddatum: 7 sep. 2021

Schriftelijke vragen 184/2021

De afgelopen tijd verschenen veel nieuwsberichten in de media over gedumpte huisdieren en verwaarloosde en mishandelde dieren. En dat gaat dan van het schieten met een luchtbuks op een kat tot graffitispuiten op een zwaluwwand. Maar we zagen ook berichten over kinderen die voetbalden met jonge duiven, egels en andere dieren en lazen over de illegale handel in dieren. En als het gaat over het dumpen van dieren, dan zagen we veel voorbeelden. In maart en april werden in Utrecht diverse dode dieren gedumpt, waaronder een lammetje, een kip en een hond, op 15 mei werden in Park de Gagel 2 konijnen gedumpt en eind mei werden op de Walter Kollolaan in Utrecht 5 konijnen gedumpt. Op 6 juli uitte Dierenambulance Utrecht haar grote zorgen over het toenemende aantal dierdumpingen. Ondertussen worden ook de dierenopvangcentra overspoeld met ‘coronahonden, -katten en -konijnen’, wat leidde tot diverse nieuwsberichten in juli 2021. Van de Dierenambulance en uit de media vernamen we tevens dat de intolerantie van mensen tegenover dieren in het wild (denk aan kraaiachtigen en duiven) toeneemt.

De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen over deze ontwikkelingen en heeft de volgende vragen:

Dierdumpingen

1. In hoeverre is er in 2020 en 2021 sprake van meer dumpingen van levende en dode dieren op straat alsook bij de dierenopvangcentra in Utrecht? Welke trend is hier zichtbaar?

De Dierenambulance vermoedt in 2021 een kleine toename van gedumpte dieren op straat t.o.v. eerdere jaren. Het gaat vooral om kleine dieren, zoals knaagdieren, die gedumpt worden. De cijfers van gevonden konijnen en knaagdieren wisselen echter heel sterk. De conclusie van een toename is nu nog niet te trekken. Het Stichts Asyl ziet niet dat in 2020 en 2021 meer dieren zijn gedumpt, ze krijgen zelfs minder zwerfdieren binnen dan in de voorgaande jaren (voor corona). Hoewel berichten in de media een toename suggereren, zien we dit niet terug in Utrecht.

2. Als er sprake is van een toename, waar komt dit dan door? Welke invloed heeft bijvoorbeeld corona, bijvoorbeeld doordat armoede is toegenomen?

Zie het antwoord bij vraag 1, er lijkt geen sprake te zijn van een significante toename.

3. Welke signalen krijgt het college van de Dierenbescherming en haar ‘onderaannemers’ Dierenambulance Utrecht en het Stichts Asyl over een toename van het dumpen van dieren, zowel op straat als bij opvangcentra?

Zie het antwoord bij vraag 1.

4. Welke mogelijke oplossingen ziet het college om het aantal dierdumpingen tegen te gaan?

Communicatie en voorlichting is een manier om (beperkt) het aantal dumpingen tegen te gaan. Bijvoorbeeld door mensen te attenderen op de verantwoordelijkheid van het nemen van een huisdier en welke organisaties, zoals het dierenasiel, er zijn om dieren op te vangen. Niet iedereen zal daar echter mee bereikt worden. Daarnaast kan een chipplicht voor katten helpen, om te zorgen dat gedumpte dieren altijd herleid kunnen worden naar hun eigenaar. Daarom zijn wij ook voorstander van de invoer van een landelijke chipplicht.

5. In hoeverre lukt het om bij het dumpen van dieren ook de daders op te sporen? Wat heeft het college nodig om het opsporen ervan te bevorderen?

Het opsporen van daders is heel lastig, zeker wanneer een dier niet gechipt is. Wanneer onze onderaannemers een zwerfdier tegenkomen, geven zij dit door aan Amivedi, een stichting die vermiste en gevonden dieren registreert. Wanneer er overduidelijk bewijs is van dumping en er aanknopingspunten zijn, wordt aangifte gedaan bij de politie. Wij bepleiten een landelijke chipplicht voor katten; dit kan helpen om het opsporen te bevorderen. De taak om vast te stellen of de eigenaar - indien die te achterhalen is - of een ander persoon aan te merken is als verdachte van een strafbaar feit, ligt bij de politie of de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID).

6. In hoeverre lukt het om voor (alle) gedumpte dieren een opvanglocatie te vinden?

Alle dieren die door de Dierenambulance opgehaald worden, worden opgevangen in een van onze opvanglocaties, zoals het dierenasiel en de vogelopvang. Gedumpte kippen vallen niet onder de overeenkomst die we hebben met de Dierenbescherming, voor deze situaties is maatwerk nodig.

7. Welke mogelijkheden ziet het college om te voorkomen dat dieren die (ernstige) medische problemen hebben op straat gezet worden, omdat mensen de medische kosten voor hun dieren niet meer kunnen betalen? Korting op de dierenarts via de U-Pas is een mogelijkheid, en wat kan nog meer?

De Dierenbescherming biedt ondersteuning aan mensen die de kosten voor hun dier niet kunnen dragen. Daarnaast zijn we zijn in gesprek met o.a. de Dierenvoedselbank om te onderzoeken welke rol zij hierin kunnen spelen. Zoals vermeld bij toezegging 19/T488 komen wij hier later dit jaar bij u op terug.

7 A. Hoe staat het met het overhalen van meer dierenartsen om korting te bieden op hun kosten via de U-Pas?

In 2018 is aan dierenartsen in Utrecht gevraagd of zij interesse hadden in korting geven aan minima. Op deze vraag kwamen slechts twee reacties, andere dierenartsen gaven aan dat ze geen interesse hadden om partner te worden van de U-pas.

8. Wat kan en gaat het college doen om nog meer de nadruk te leggen op preventie van het dumpen van dieren, dus goede voorlichting over het adopteren of ‘aanschaffen’ van een dier (‘bezint eer ge begint’), naast de informatie die de Dierenbescherming biedt?

We gaan intensiever samenwerken met de drie andere grote gemeenten in Nederland (Amsterdam, Den Haag en Rotterdam). We delen kennis over huisdieren en de preventie van het dumpen van dieren.

(Illegale) handel in dieren

9. Heeft het college contact met de Dierenpolitie, de NVWA en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) over het onderzoek dat ze op dit moment aan het uitvoeren zijn naar illegale handel in dieren? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord bij vraag 9A.

9 A. Zo ja, kan het college – als het onderzoek afgerond is – de resultaten met de raad delen, zodat we een beter beeld krijgen van de aard en omvang van het probleem? Zo nee, waarom niet?

De politie, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en LID zijn verantwoordelijk voor het onderzoeken van illegale handel. Wij zijn geen bevoegd gezag en hier dus niet bij betrokken. Het onderzoek genoemd in het nieuwsartikel betreft een gericht strafrechtelijk onderzoek. De resultaten van strafrechtelijke onderzoeken worden niet zomaar gedeeld. Een dergelijk onderzoek zegt ook niks over de aard en omvang van illegale handel in Utrecht.

10. In hoeverre weet het college hoe grootschalig de illegale handel in dieren in Utrecht is en welke middelen zijn er om hiertegen op te treden? Speelt het college hier ook een rol in en zo ja, welke rol? Zo nee, zou het college officieel een rol kunnen spelen?

Illegale handel in dieren kan vele vormen aannemen, zowel nationaal als internationaal. De LID controleert of bedrijfsmatig houders van gezelschapsdieren zoals bedoeld in Hoofdstuk 3, paragraaf 2 van het Besluit houders van dieren aan de wetgeving voldoen. Internationale handel van dieren valt onder de verantwoordelijkheid van de NVWA. De LID en de politie zien geen bijzondere activiteiten in Utrecht ten opzichte van de rest van Nederland. De gemeente is geen bevoegd gezag op het gebied van illegale handel en kan geen rol spelen in het optreden tegen illegale handel.

10 A. Is het college bereid om bij degenen die ‘achter de voordeur’ bij mensen komen, zoals de BghU en instanties voor mensen(welzijn) ervoor te pleiten dat ze ook letten op het welzijn van de dieren en misstanden altijd melden bij de Dierenpolitie en de Landelijke Inspectiedienst van de Dierenbescherming (net zoals nu gebeurt bij dierenartsen en Veilig Thuis)? Zo nee, waarom niet?

We gaan tijdens de accountgesprekken met aanbieders, zoals o.a. Lister en het buurtteam sociaal, in gesprek over dierenwelzijn. Wij geven aan waar ze op kunnen letten wanneer zij op huisbezoek gaan en waar ze eventuele misstanden kunnen melden.

Dierenmishandeling op straat

11. Herkent het college het beeld, zoals wij waarnemen in lokale en regionale media, dat het aantal incidenten van dierenmishandeling (op straat) toeneemt? Zo nee, waarom niet?

Dierenmishandeling wordt gemeld via Meldpunt 144 (LID) en/of de politie. De LID is verantwoordelijk voor meldingen die gaan over verwaarlozing van huisdieren (‘nalatingsvergrijpen’), zij zien hier (nog) geen stijging in ten opzichte van vorige jaren. Het aantal bij de politie geregistreerde incidenten dierenmishandeling was 33 in 2018, 28 in 2019, 76 in 2020 en zal in 2021 lager uitkomen. De Gemeente Utrecht krijgt meldingen door van losse incidenten van dierenmishandeling op straat. We zien dus een wisselend beeld bij onszelf en andere organisaties. We hebben onvoldoende data om te concluderen dat er sprake is van een toename van mishandeling.

12. Welke acties onderneemt het college om dergelijke mishandelingen op straat in Utrecht te voorkómen?

Toezicht en handhaving op dierenmishandeling is de taak van de politie, de NWVA en de LID. Daarnaast zijn onze BOA’s natuurlijk ook alert op dierenmishandeling.

13. In hoeverre wordt in Utrecht dierenmishandeling op straat daadwerkelijk bestraft? Als voorbeeld: is de dader van het aanbrengen van de graffiti op de oeverzwaluwwand inmiddels gepakt? Zo ja, welke sanctie heeft deze persoon opgelegd gekregen?

Bij de politie is de op de oeverzwaluwwand aangebrachte graffiti gemeld. De politie heeft echter geen verdachte(n) kunnen achterhalen.

13 A. Worden de dieren bij de oeverzwaluwwand gemonitord om te zien of er alsnog dieren sterven aan de gevolgen van de verf in de nesten? Wat zijn de bevindingen? Wordt de verf na de broedtijd alsnog verwijderd van de oeverzwaluwwand?

De oeverzwaluwen worden gemonitord door de vrijwilligers van VRS de Haar en Natuurmonumenten. Alle nestgaten in de wand zijn bezet dit jaar en de verf lijkt gelukkig geen negatieve effecten te hebben gehad op de zwaluwen. De oeverzwaluwwand wordt na het broedseizoen opnieuw geschilderd.

13 B. Vindt er naar aanleiding van mishandeling van dieren op straat door kinderen en/of volwassenen ook educatie en/of een gepaste taakstraf plaats, waarbij deze mensen meer compassie voor dieren wordt bijgebracht, ook om te voorkomen dat het nog eens gebeurt? Zo nee, waarom niet?

De rechter bepaalt de (taak)straf en eventueel bijkomende voorwaarden voor dierenmishandeling. Wij hebben hier geen invloed op.

Intolerantie tegenover wilde dieren

14. In een stad die groeit en waar door inbreiding steeds meer mensen komen te leven is er steeds minder plek voor in het wild levende dieren. In hoeverre legt het college een link tussen groei van de stad en een toenemende intolerantie en agressie richting dieren? En welke oplossing is hier nodig?

Wij herkennen deze link niet.

15. Is de wethouder Dierenwelzijn bereid om op werkbezoek te gaan bij de Dierenambulance, Vogelopvang en het Stichts Asyl, om deze en andere zaken waar zij mee bezig zijn persoonlijk met ze te bespreken? Zo nee, waarom niet?

Ambtelijk vindt frequent overleg plaats met onze partners. Zo nodig worden zaken besproken met de wethouder. De wethouder is bekend met alle partners en is daar ook op bezoek geweest. Zij zal dit zo nodig blijven doen.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren