Schrif­te­lijke vragen Gemeente Utrecht en pensi­oen­fonds ABP


Indiendatum: 2 nov. 2020

Schriftelijke vragen 253/2020

In het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat geldstromen moeten worden omgebogen zodat ze in lijn kunnen worden gebracht met de klimaatdoelstellingen uit het akkoord. Uit analyse van diverse milieuclubs blijkt echter dat de fossiele investeringen van Nederlands grootste pensioenfonds, het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), op ramkoers liggen met de afspraken uit het klimaatakkoord. Inmiddels is een wereldwijde beweging op gang gekomen om de investeringen in fossiele energiebedrijven af te bouwen. Het college heeft de ambitie zo snel mogelijk klimaatneutraal te zijn, en heeft zich gecommitteerd aan de Global Goals, waarvan er één ‘Klimaatactie’ is (Global Goals 13). Daarom kan onze fractie zich voorstellen dat het college vaart wil maken met fossielvrij maken van de gehele gemeente. Daarbij hoort dan natuurlijk ook de pensioenvoorziening van haar ambtenaren, die op dit moment verplicht pensioensparen bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).

In mei 2020 publiceerde het ABP in hun verslag ‘Duurzaam en Verantwoord Beleggen’ dat het 17,4 miljard euro aan fossiele investeringen gedaan heeft. De fossiele industrie is de grootste veroorzaker van de klimaatcrisis en door te blijven investeren in kolencentrales, olie- en gasvelden en pijpleidingen zetten de grote fossiele concerns als BP, Exxon en Shell de leefbaarheid van de planeet verder op het spel. Een recent voorbeeld daarvan is de investering van APB in het Russische bedrijf Norilsk Nickel, dat verantwoordelijk is voor de grote milieuramp waarbij 21.000 ton diesel weglekte en waardoor een gebied van 350 vierkante kilometer vervuild raakte. Helaas staan bij de beleggingen van pensioenfondsen de kortetermijnwinsten boven de belangen van mens, dier en milieu.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de investeringen van het ABP diametraal tegenover de ambities van het college om Utrecht zo snel mogelijk klimaatneutraal te maken? Zo nee, waarom niet?

Los van de enorme gevolgen voor mens, dier en milieu is ook de financiële kant van de investeringen ongewis. Onderzoeksbureau Profundo berekende samen met Both ENDS dat de waarde van de investeringen in fossiele brandstoffen tot het dieptepunt op 16 maart met 44% gedaald zijn. De markt herstelde zich deels, maar eind april waren de (fossiele) aandelen van ABP nog altijd 32% minder waard dan eind 2019. De risico’s van investeringen in de fossiele industrie worden steeds groter en er is reeds een gapend gat ontstaan tussen ABP’s investeringen en de dekkingsgraad van het pensioenfonds, dat nog maar 88,1 procent is. Tevens is er sprake van een ‘Carbon Bubble’. Experts wijzen erop dat investeringen in fossiele energie op den duur niets meer waard zijn omdat fossiele voorraden op basis van (inter)nationale afspraken in de toekomst waarschijnlijk niet meer gebruikt mogen worden. Bovendien is de aarzeling van pensioenfondsen om fossiele investeringen in de ban te doen onterecht. RuG economen Bert Scholtens en Auke Plantinga stellen in een wetenschappelijke studie dat pensioenfondsen als ABP zonder problemen afscheid kunnen nemen van beleggingen in de fossiele industrie.

2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat met de investeringen in de fossiele industrie mogelijk ook de pensioenen van ambtenaren van onze gemeente in gevaar zullen komen? Zo nee, waarom niet?

3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het ABP alleen bij niet-fossiele bedrijven zou moeten beleggen? Zo nee, waarom niet?

In 2016 deed de gemeente Utrecht al een oproep aan pensioenfonds ABP om zo snel mogelijk een eind te maken aan beleggen in de fossiele industrie, net als de gemeenten Den Haag, Leiden, Amsterdam en Maastricht. Ook de Universiteit Utrecht stuurde reeds een brief naar ABP waarin ze opriep om het pensioengeld van haar medewerker duurzamer te beleggen.

4. Iedere keer dat een instelling of overheidsorgaan zijn band met de fossiele industrie verbreekt wordt zichtbaar dat de maatschappelijke steun voor de fossiele industrie afbrokkelt. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat hiermee de macht van deze industrie verder kan worden doorbroken? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college bereid ABP door middel van een opvolgbrief opnieuw te kennen te geven dat de gemeente Utrecht wil dat ABP de beleggingen in kolen- olie- en gasbedrijven zo snel mogelijk afbouwt en dat de gemeente zich daarmee als werkgever aansluit bij de groeiende groep pensioendeelnemers die willen dat het ABP stopt met de fossiele investeringen? Zo nee, waarom niet?

6. Is het college bereid om de boodschap via andere weg bij ABP te doen landen? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 2 nov. 2020
Antwoorddatum: 25 nov. 2020

Schriftelijke vragen 253/2020

In het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat geldstromen moeten worden omgebogen zodat ze in lijn kunnen worden gebracht met de klimaatdoelstellingen uit het akkoord. Uit analyse van diverse milieuclubs blijkt echter dat de fossiele investeringen van Nederlands grootste pensioenfonds, het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), op ramkoers liggen met de afspraken uit het klimaatakkoord. Inmiddels is een wereldwijde beweging op gang gekomen om de investeringen in fossiele energiebedrijven af te bouwen. Het college heeft de ambitie zo snel mogelijk klimaatneutraal te zijn, en heeft zich gecommitteerd aan de Global Goals, waarvan er één ‘Klimaatactie’ is (Global Goals 13). Daarom kan onze fractie zich voorstellen dat het college vaart wil maken met fossielvrij maken van de gehele gemeente. Daarbij hoort dan natuurlijk ook de pensioenvoorziening van haar ambtenaren, die op dit moment verplicht pensioensparen bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).

In mei 2020 publiceerde het ABP in hun verslag ‘Duurzaam en Verantwoord Beleggen’ dat het 17,4 miljard euro aan fossiele investeringen gedaan heeft. De fossiele industrie is de grootste veroorzaker van de klimaatcrisis en door te blijven investeren in kolencentrales, olie- en gasvelden en pijpleidingen zetten de grote fossiele concerns als BP, Exxon en Shell de leefbaarheid van de planeet verder op het spel. Een recent voorbeeld daarvan is de investering van APB in het Russische bedrijf Norilsk Nickel, dat verantwoordelijk is voor de grote milieuramp waarbij 21.000 ton diesel weglekte en waardoor een gebied van 350 vierkante kilometer vervuild raakte. Helaas staan bij de beleggingen van pensioenfondsen de kortetermijnwinsten boven de belangen van mens, dier en milieu.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de investeringen van het ABP diametraal tegenover de ambities van het college om Utrecht zo snel mogelijk klimaatneutraal te maken? Zo nee, waarom niet?

We zijn dit deels met u eens. Recent is het ABP voor de derde keer op rij tot het meest duurzame Nederlandse pensioenfonds uitgeroepen door de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) dus het ABP springt er in positieve zin uit als het gaat om duurzaam beleggen. Wel is het zo dat het ABP op dit moment nog steeds belegt in de fossiele industrie en dat sluit niet aan bij onze ambities in de stad. We zien dat sinds 2015 het ABP werkt aan het afbouwen van hun beleggingen in deze industrie. In het nieuwe beleid voor 2020-2025 zetten ze in op het verder afbouwen van hun portefeuille en het transparant rapporteren hierover, zodat deze in lijn met het Nederlandse Klimaatakkoord en het Akkoord van Parijs komt De ambitie voor 2025 is om een CO2-reductie van 40% ten opzichte van 2015 te realiseren. In 2022 stelt het ABP nieuwe klimaatdoelstellingen voor 2030 vast. De ambitie voor 2050 is om in lijn met het Nederlandse Klimaatakkoord te zijn.

Los van de enorme gevolgen voor mens, dier en milieu is ook de financiële kant van de investeringen ongewis. Onderzoeksbureau Profundo berekende samen met Both ENDS dat de waarde van de investeringen in fossiele brandstoffen tot het dieptepunt op 16 maart met 44% gedaald zijn. De markt herstelde zich deels, maar eind april waren de (fossiele) aandelen van ABP nog altijd 32% minder waard dan eind 2019. De risico’s van investeringen in de fossiele industrie worden steeds groter en er is reeds een gapend gat ontstaan tussen ABP’s investeringen en de dekkingsgraad van het pensioenfonds, dat nog maar 88,1 procent is. Tevens is er sprake van een ‘Carbon Bubble’. Experts wijzen erop dat investeringen in fossiele energie op den duur niets meer waard zijn omdat fossiele voorraden op basis van (inter)nationale afspraken in de toekomst waarschijnlijk niet meer gebruikt mogen worden. Bovendien is de aarzeling van pensioenfondsen om fossiele investeringen in de ban te doen onterecht. RuG economen Bert Scholtens en Auke Plantinga stellen in een wetenschappelijke studie dat pensioenfondsen als ABP zonder problemen afscheid kunnen nemen van beleggingen in de fossiele industrie.

2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat met de investeringen in de fossiele industrie mogelijk ook de pensioenen van ambtenaren van onze gemeente in gevaar zullen komen? Zo nee, waarom niet?

Dat zijn we deels met u eens. Financiële experts twijfelen aan de toekomstbestendigheid van investeringen in de fossiele industrie, dus op de langere termijn zal het blijven beleggen in fossiele industrie een effect hebben op de pensioenen. Op dit moment speelt de (lage) rekenrente waartegen toekomstige verplichtingen contant gemaakt moeten worden, een grotere rol dan het rendement van op zichzelf staande investeringen als het gaat om de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. De dekkingsgraad is een percentage dat voorkomt uit de balans van inkomsten ten opzichte van verplichtingen.

3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het ABP alleen bij niet-fossiele bedrijven zou moeten beleggen? Zo nee, waarom niet?

Ja dit vinden wij ook belangrijk, daarom hebben we in 2016 het ABP gevraagd om hier scherpe doelstellingen op te formuleren. Deze doelstellingen zijn nu vastgelegd in het beleid van 2020-2025 bij het ABP. We begrijpen ook dat het tijd vraagt om dit soort beleggingsportefeuilles af te bouwen, dus dat dit niet van het ene op andere moment geregeld is.

In 2016 deed de gemeente Utrecht al een oproep aan pensioenfonds ABP om zo snel mogelijk een eind te maken aan beleggen in de fossiele industrie, net als de gemeenten Den Haag, Leiden, Amsterdam en Maastricht. Ook de Universiteit Utrecht stuurde reeds een brief naar ABP waarin ze opriep om het pensioengeld van haar medewerker duurzamer te beleggen.

4. Iedere keer dat een instelling of overheidsorgaan zijn band met de fossiele industrie verbreekt wordt zichtbaar dat de maatschappelijke steun voor de fossiele industrie afbrokkelt. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat hiermee de macht van deze industrie verder kan worden doorbroken? Zo nee, waarom niet?

Ja dat zijn we met u eens. In lijn met het eerder geformuleerde antwoord op vraag 3 realiseren wij ons dat dit, in het geval van ABP, ook tijd kost om deze portefeuilles en daarmee de banden af te bouwen. Hoe meer organisaties hun invloed op deze manier inzetten hoe meer kans er is dat er daadwerkelijke en onomkeerbare duurzame transities worden ingezet.

5. Is het college bereid ABP door middel van een opvolgbrief opnieuw te kennen te geven dat de gemeente Utrecht wil dat ABP de beleggingen in kolen- olie- en gasbedrijven zo snel mogelijk afbouwt en dat de gemeente zich daarmee als werkgever aansluit bij de groeiende groep pensioendeelnemers die willen dat het ABP stopt met de fossiele investeringen? Zo nee, waarom niet?

We zijn op dit moment niet voornemens om actie te ondernemen door middel van een vervolgbrief. In het Duurzaam en Verantwoord beleggingsbeleid van ABP wordt gerapporteerd over de voortgang van het beleid. We zien dat op dit moment de voortgang conform het ingezette beleid verloopt.

6. Is het college bereid om de boodschap via andere weg bij ABP te doen landen? Zo nee, waarom niet?

Het belangrijkste signaal wat we aan ABP af kunnen geven is om binnen onze directe invloedsfeer van de gemeente Utrecht het thema duurzaamheid zo goed mogelijk over het voetlicht te brengen in de daarvoor bestemde overlegmomenten. We zijn als G4 vertegenwoordigd in het Verantwoordingsorgaan ABP. Aan dit orgaan legt het ABP bestuur verantwoording af over realisatie van doelstellingen ten opzichte van de eigen ambities.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren