Schrif­te­lijke vragen Honing­bijen en wilde bijen in Utrecht


Indiendatum: 8 jun. 2022

Schriftelijke vragen 105/2022

Het gaat niet goed met het aantal en de diversiteit aan wilde bijen in Nederland, en dat komt onder meer doordat zij steeds vaker met door imkers gehouden honingbijen moeten concurreren om voedsel. Op 19 mei 2022 kopte de NOS ‘McDonalds-bijen' in opmars in steden, aantal kasten in Amsterdam moet omlaag’. De dag ervoor berichtte ook RTV Utrecht dat het niet goed gaat met de wilde bij, en dat het feit dat steeds meer mensen (zowel commerciële houders als hobby-imkers) honingbijen houden hieraan bijdraagt. Zij geven hierbij aan dat de gemeente Utrecht geen nieuwe bijenkasten meer toestaat in de openbare ruimte. In antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren schreef toenmalig minister Schouten dat er in Nederland geen regels en registratieplicht gelden voor bijenkasten met honingbijen en ze verwijst naar gemeenten (via de APV) en provincies om beleid te bepalen op andere terreinen dan de openbare ruimte wat betreft (het terugdringen van het aantal) bijenkasten voor honingbijen.

Ecoloog Biesmeijer (gequote in het NOS-artikel): “Te veel honingbijen in de stad heeft niet veel met biodiversiteit te maken. "Het zijn gewoon landbouwdieren".”

De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen over wilde bijen en honingbijen (NB: als wij het over ‘bijenkasten’ hebben, bedoelen wij bijenkasten en -korven voor honingbijen):

1. Maakt het college zich net als de Partij voor de Dieren zorgen over de verdringing van kwetsbare wilde bijensoorten door (houders van) de honingbij? Zo nee, waarom niet?

2. Constateert het college net als de woordvoerders in de hierboven genoemde artikelen dat de wilde bij (en hommel) ook in Utrecht verdrongen worden door de honingbij? Zo nee, waarom niet?

3. Wat heeft het college tot nu toe gedaan om de wilde bij te beschermen tegen de opkomst van bijenkasten in Utrecht?

4. Is bekend, of is een globale inschatting te maken, van het aantal imkers en aantal bijenkasten en –korven in Utrecht? Zo ja, hoeveel zijn dit er en waar?

5. Zijn er in Utrecht gebieden waar (te)veel bijenkasten staan, van (zoals ons Tweede Kamerlid Leonie Vestering ze noemt) ‘honingcowboys’? Zo ja, waar? En zo ja, welke afspraken zijn er met deze grootschalige bijenhouders gemaakt over aantallen kasten en dergelijke?

6. Verdient de gemeente Utrecht geld aan bepaalde bijenkasten, bijvoorbeeld van commerciële bijenhouders? Zo ja, op welke manier (huur, inkomsten uit honing e.d.)?

7. Waar heeft de gemeente Utrecht vastgelegd dat zij geen nieuwe bijenkasten meer toestaat in de openbare ruimte? In de APV vinden wij niets als wij zoeken op ‘bijen’, ‘bij’ of ‘insect’. En op welke manier(en) communiceert het college over dit verbod?

8. Is het college bereid om dit verbod (ook) vast te leggen in de APV en in andere relevante beleidsstukken (omgevingsplannen e.d.)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

9. Heeft de gemeente Utrecht ook ergens vastgelegd dat er geen nieuwe bijenkasten meer mogen bijkomen op andere terreinen dan de openbare ruimte (privéterreinen)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar is dit vastgelegd?

10. Is het college bereid om in de APV vast te leggen dat er geen nieuwe bijenkasten mogen bijkomen op andere terreinen dan de openbare ruimte (privéterreinen)? Zo nee, waarom niet?

11. Is er speciale aandacht in Utrecht voor bijenkasten die vlakbij kwetsbare natuur(gebieden) zijn of worden aangelegd: zijn hier aanvullende regels voor opgesteld? En zo nee, is het college bereid om te beginnen met het terugdringen van bijenkasten in deze gebieden? Zo nee, waarom niet? Zie onder meer dit artikel.

12. De wilde bij komt ook in de verdrukking door de honingbij in gebieden waar te weinig voedsel voor ze is. Is het college bereid om – als zij ‘nieuwe natuur’ aanlegt en gebieden aantrekkelijker maakt voor wilde bijen - hier sowieso nooit bijenkasten toe te staan en het aantal bestaande bijenkasten terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

13. In hoeverre is er overleg tussen de gemeente en de provincie Utrecht (beiden volgens de minister verantwoordelijk) over de bescherming van de wilde bij, en dan specifiek tegen bijenkasten? Indien er geen overleg is: welke mogelijkheden ziet het college om hierin samen met de provincie op te trekken?

Onlangs waren wij met een ecoloog van Natuurmonumenten op Koppelsteede en daar gaf men aan dat vanwege educatiedoeleinden 8(!) bijenkasten voor honingbijen aangelegd zijn, terwijl op hetzelfde terrein zoveel mogelijk ‘wilde’ natuur wordt gecreëerd voor wilde bijen en andere insecten. De ecoloog van Natuurmonumenten en ook wij gaven aan dat je ook met 1 bijenkast kinderen kunt leren hoe honingbijen leven.

14. Hoe staat het college hier tegenover? Is 1 bijenkast volgens het college ook voldoende om kinderen te leren hoe de honingbij leeft?

15. Is het college bereid om te beginnen bij Stichting Utrecht Natuurlijk en andere houders van honingbijen die subsidie krijgen van de gemeente Utrecht om het aantal bijenkasten in Utrecht terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

16. De gemeente Amsterdam (zie artikel NOS) komt eind dit jaar met maatregelen om het aantal bijenkasten in die gemeente terug te dringen. Dit houdt mogelijk een vergunningplicht in. Is het college bereid om met de gemeente Amsterdam in overleg te treden om te zien hoe zij dit gaan aanpakken, zodat Utrecht hiervan kan leren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Saskia Oskam, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 8 jun. 2022
Antwoorddatum: 8 jul. 2022

Schriftelijke vragen 105/2022

Het gaat niet goed met het aantal en de diversiteit aan wilde bijen in Nederland, en dat komt onder meer doordat zij steeds vaker met door imkers gehouden honingbijen moeten concurreren om voedsel. Op 19 mei 2022 kopte de NOS ‘McDonalds-bijen' in opmars in steden, aantal kasten in Amsterdam moet omlaag’. De dag ervoor berichtte ook RTV Utrecht dat het niet goed gaat met de wilde bij, en dat het feit dat steeds meer mensen (zowel commerciële houders als hobby-imkers) honingbijen houden hieraan bijdraagt. Zij geven hierbij aan dat de gemeente Utrecht geen nieuwe bijenkasten meer toestaat in de openbare ruimte. In antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren schreef toenmalig minister Schouten dat er in Nederland geen regels en registratieplicht gelden voor bijenkasten met honingbijen en ze verwijst naar gemeenten (via de APV) en provincies om beleid te bepalen op andere terreinen dan de openbare ruimte wat betreft (het terugdringen van het aantal) bijenkasten voor honingbijen.

Ecoloog Biesmeijer (gequote in het NOS-artikel): “Te veel honingbijen in de stad heeft niet veel met biodiversiteit te maken. "Het zijn gewoon landbouwdieren".”

De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen over wilde bijen en honingbijen (NB: als wij het over ‘bijenkasten’ hebben, bedoelen wij bijenkasten en -korven voor honingbijen):

1. Maakt het college zich net als de Partij voor de Dieren zorgen over de verdringing van kwetsbare wilde bijensoorten door (houders van) de honingbij? Zo nee, waarom niet?

In het algemeen maakt het college zich zorgen over de verdringing van kwetsbare wilde bijensoorten door (houders van) de honingbij. Er zijn nog geen aanwijzingen dat deze verdringing van kwetsbare wilde bijensoorten ook in Utrecht speelt.

2. Constateert het college net als de woordvoerders in de hierboven genoemde artikelen dat de wilde bij (en hommel) ook in Utrecht verdrongen worden door de honingbij? Zo nee, waarom niet?

Nee, wij kunnen niet met zekerheid zeggen dat de honingbijen de wilde bijen verdringen in Utrecht. Honingbijen kunnen ver vliegen als ze voedsel zoeken en voeden zich met een breed scala aan plantensoorten. Voor veel wilde bijen ligt dat anders, die vliegen soms maar korte afstanden en zijn soms van specifieke plantensoorten afhankelijk. Daardoor hebben honingbijen dus voordelen ten opzichte van wilde bijen. Als er voor alle bijen niet genoeg voedsel op een plek is, kunnen de wilde bijen in het nadeel zijn. Of er genoeg voedsel is op alle plekken voor alle bijen is onduidelijk.

3. Wat heeft het college tot nu toe gedaan om de wilde bij te beschermen tegen de opkomst van bijenkasten in Utrecht?

We doen zoveel mogelijk om de voedselvoorziening voor alle bijen te verbeteren, zoals minder maaien, bijvriendelijke beplanting aanplanten bij ontwikkelingen en bijenburchten bouwen. Daarnaast wijzen we verzoeken voor het plaatsen van bijenkasten in de openbare ruimte af.

4. Is bekend, of is een globale inschatting te maken, van het aantal imkers en aantal bijenkasten en –korven in Utrecht? Zo ja, hoeveel zijn dit er en waar?

Nee, dat inzicht hebben we niet. Samen met de Utrechtse Bijenhoudersvereniging proberen we het aantal honingbijenkasten in onze stad in kaart te brengen. De Utrechtse Bijenhoudersvereniging is onderdeel van de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV). Vanuit de NBV wordt er gewerkt aan een registratieplicht voor imkers. De Utrechtse Bijenhoudersvereniging volgt dit beleid. Voor nu is het zo dat een deel van de imkers de locatie van hun bijenkasten niet wil prijsgeven (omdat het een goede plek is, of tegen diefstal en vandalisme).

5. Zijn er in Utrecht gebieden waar (te)veel bijenkasten staan, van (zoals ons Tweede Kamerlid Leonie Vestering ze noemt) ‘honingcowboys’? Zo ja, waar? En zo ja, welke afspraken zijn er met deze grootschalige bijenhouders gemaakt over aantallen kasten en dergelijke?

Nee, bij ons zijn geen gebieden bekend waar (te)veel bijenkasten staan in Utrecht. Verder zie antwoord 4.

6. Verdient de gemeente Utrecht geld aan bepaalde bijenkasten, bijvoorbeeld van commerciële bijenhouders? Zo ja, op welke manier (huur, inkomsten uit honing e.d.)?

Nee, alle imkers die een honingbijenkast hebben in de openbare ruimte en op de Steedes doen dit vrijwillig. Aan de honing verdienen de gemeente Utrecht en Stichting Utrecht Natuurlijk geen geld. De imkers op de Steedes leveren daarnaast soms vrijwillig educatieve diensten aan het programma van Utrecht Natuurlijk.

7. Waar heeft de gemeente Utrecht vastgelegd dat zij geen nieuwe bijenkasten meer toestaat in de openbare ruimte? In de APV vinden wij niets als wij zoeken op ‘bijen’, ‘bij’ of ‘insect’. En op welke manier(en) communiceert het college over dit verbod?

De gemeente heeft geen verbod op bijenkasten in de openbare ruimte in de APV staan. Op basis van het privaatrecht staan we het plaatsen van bijenkasten op gemeentelijke grond niet toe. Op de gemeentelijke webpagina over bijen staat dat we geen nieuwe bijenkasten toestaan in de openbare ruimte. Daarnaast wijzen we verzoeken voor nieuwe bijenkasten af.

8. Is het college bereid om dit verbod (ook) vast te leggen in de APV en in andere relevante beleidsstukken (omgevingsplannen e.d.)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Nee, eerst willen we meer weten over de aantallen en locaties van bestaande bijenkasten en over de mate van concurrentie tussen wilde bijen en honingbijen. Daarnaast lijkt het niet mogelijk een verbod op te nemen in de APV vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, omdat dit in strijd is met de Wet dieren. Met de G4 zijn wij in overleg over de aanpak van andere steden en mogelijke verankering in wet- en regelgeving. In de APV staat ook vastgelegd dat je geen objecten in de openbare ruimte mag plaatsen.

9. Heeft de gemeente Utrecht ook ergens vastgelegd dat er geen nieuwe bijenkasten meer mogen bijkomen op andere terreinen dan de openbare ruimte (privéterreinen)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar is dit vastgelegd?

Nee, op andere terreinen is er geen regelgeving voor het plaatsen van bijenkasten. Op basis van de APV kunnen we op privéterreinen honingbijenkasten niet verbieden met dierenwelzijn als grondslag.

10. Is het college bereid om in de APV vast te leggen dat er geen nieuwe bijenkasten mogen bijkomen op andere terreinen dan de openbare ruimte (privéterreinen)? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 8.

11. Is er speciale aandacht in Utrecht voor bijenkasten die vlakbij kwetsbare natuur(gebieden) zijn of worden aangelegd: zijn hier aanvullende regels voor opgesteld? En zo nee, is het college bereid om te beginnen met het terugdringen van bijenkasten in deze gebieden? Zo nee, waarom niet? Zie onder meer dit artikel.

Ja, er is speciale aandacht voor bijenkasten bij kwetsbare natuurgebieden. We onderzoeken jaarlijks meerdere plekken in de stad om in kaart te brengen welke wilde bijen er voorkomen. Als uit deze onderzoeken kwetsbare wilde bijen in een gebied ontdekt worden waar ook bijenkasten staan, zullen we advies vragen aan de bijenonderzoeker. Als de bijenkasten volgens de bijenonderzoeker een negatief effect hebben op de wilde bijen, gaan we in gesprek met de imker om een oplossing te vinden.

12. De wilde bij komt ook in de verdrukking door de honingbij in gebieden waar te weinig voedsel voor ze is. Is het college bereid om – als zij ‘nieuwe natuur’ aanlegt en gebieden aantrekkelijker maakt voor wilde bijen - hier sowieso nooit bijenkasten toe te staan en het aantal bestaande bijenkasten terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

Nee, dit hangt af van de vraag of de honingbijen in dat gebied een gevaar vormen voor de wilde bij. Dit is ook moeilijk te bepalen.

13. In hoeverre is er overleg tussen de gemeente en de provincie Utrecht (beiden volgens de minister verantwoordelijk) over de bescherming van de wilde bij, en dan specifiek tegen bijenkasten? Indien er geen overleg is: welke mogelijkheden ziet het college om hierin samen met de provincie op te trekken?

Er is geen overleg met de provincie over de bescherming van de wilde bij. Wel heeft de Provincie in haar natuurbeleid een wilde bij (kruiskruidzandbij) ter bescherming en stimulering opgenomen. We zijn bereid samenwerking met de provincie rond dit onderwerp te verkennen.

Onlangs waren wij met een ecoloog van Natuurmonumenten op Koppelsteede en daar gaf men aan dat vanwege educatiedoeleinden 8(!) bijenkasten voor honingbijen aangelegd zijn, terwijl op hetzelfde terrein zoveel mogelijk ‘wilde’ natuur wordt gecreëerd voor wilde bijen en andere insecten. De ecoloog van Natuurmonumenten en ook wij gaven aan dat je ook met 1 bijenkast kinderen kunt leren hoe honingbijen leven.

14. Hoe staat het college hier tegenover? Is 1 bijenkast volgens het college ook voldoende om kinderen te leren hoe de honingbij leeft?

We hebben hier geen beleid op en kiezen er niet voor om het aantal bestaande honingbijenkasten van (soms jarenlang) actieve imkers in onze stad te reduceren. Dit omdat we niet kunnen onderbouwen dat de honingbij de wilde bij verdringt. We wijzen nu wel de nieuwe verzoeken voor honingbijkasten af, dit in afwachting van de resultaten. Utrecht Natuurlijk zal het aantal bijenkasten op de steedes in ieder geval niet uitbreiden.

15. Is het college bereid om te beginnen bij Stichting Utrecht Natuurlijk en andere houders van honingbijen die subsidie krijgen van de gemeente Utrecht om het aantal bijenkasten in Utrecht terug te dringen? Zo nee, waarom niet?

Nee, om dezelfde reden als het antwoord bij vraag 9. We willen pas gerichte maateregelen nemen als we weten waar er ‘te veel’ bijenkasten zouden staan. Utrecht Natuurlijk ontvangt subsidie via een beleidsregel, waarin we niet in detail zulke eisen
opnemen. Het is een beleidsregel op hoofdlijnen. Daarnaast hebben we reguliere gesprekken waarin dit ook aan bod komt.
Ook hebben de imkers die bijen houden afspraken met Utrecht Natuurlijk. In ruil voor een plek voor hun honingkasten, participeren zij in educatieprojecten. Het verbieden van honingbijenkasten zal minder educatie over honingbijen en wilde bijen tot gevolg hebben. 1 kast per steede is voor de imkers geen goede ruil meer. Stichting Utrecht Natuurlijk gaat het aantal bijenkasten op hun terreinen inventariseren. Ze zullen het aantal bijenkasten niet verder uitbreiden.

16. De gemeente Amsterdam (zie artikel NOS) komt eind dit jaar met maatregelen om het aantal bijenkasten in die gemeente terug te dringen. Dit houdt mogelijk een vergunningplicht in. Is het college bereid om met de gemeente Amsterdam in overleg te treden om te zien hoe zij dit gaan aanpakken, zodat Utrecht hiervan kan leren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

Ja, we zijn in nauw contact met de gemeente Amsterdam. Indien zich relevante ontwikkelingen voordoen zullen wij uw raad nader informeren.

Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Saskia Oskam, Partij voor de Dieren