Schriftelijke vragen Hoog tijd voor een gesprek over het Ondernemersfonds Utrecht
Indiendatum: 9 dec. 2024
Schriftelijke vragen 213/2024
Het Ondernemersfonds Utrecht (OfU) is al 12,5 jaar een fonds waaruit ondernemers regelarm aanspraak kunnen doen op financiële middelen. Het idee achter het fonds is dat eigenaren van niet-woningen betalen aan gezamenlijke activiteiten in hun directe omgeving. Zo kunnen freeriders voorkomen worden: eigenaren die niet meebetalen maar wel meeprofiteren van die gezamenlijke activiteiten. Een deel van de OZB die op niet-woningen geïnd wordt gaat via de gemeente naar het OfU die het geld vervolgens weer verdeelt en vooral besteed aan economische versterking. De Partij voor de Dieren, EenUtrecht, ChristenUnie en de Partij van de Arbeid hebben zich verdiept in de opzet en de werking van het OfU en heeft verspreid over een aantal subthema's de volgende vragen.
Regelarm beleid
Het OfU is er trots op een regelarm fonds te zijn. Er zijn geen weigeringsgronden. Dit strookt niet met het beleid rond subsidies die de gemeente zelf verstrekt. Voor reguliere subsidieregelingen zijn er namelijk een groot aantal eisen, vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening (hoofdstuk 2 ASV) weigeringsgronden (artikel 8 ASV) en verplichtingen (hoofdstuk 4 ASV). Ook in elk geval de Cultuurnota Beleidsnota Evenementen zijn voorwaarden gesteld aan subsidieverlening. Weliswaar is het OfU een zelfstandige rechtsvorm, maar omdat de geldstromen via de gemeente lopen, kan de gemeente inhoudelijke eisen en verplichtingen stellen aan de uitgaven van het OfU.
1. Hoe kijkt het college naar de regelarmheid van het OfU? En wat vindt het college ervan dat de Algemene Subsidieverordening terecht wel weigeringsgronden heeft en het OfU geen weigeringsgronden kent?
2. Deelt het college de overtuiging dat het wenselijk is dat zolang het OfU aan de OZB niet-woningen gekoppeld is, en zolang de gemeente rol speelt in de geldstroom, het wenselijk is dat de gemeente in samenspraak met ondernemers spelregels opstelt voor de besteding van middelen vanuit de OfU? Zo nee waarom niet?
3. Een voorbeeld van een regel die wij willen zien is dat het OfU geen activiteiten financiert waarbij levende dieren worden ingezet (waarbij net zoals evenementen een uitzondering gemaakt kan worden voor het paard van Sinterklaas). Is het college het met ons eens en wil het college dit overbrengen aan het OfU? Zo nee, waarom niet?
Verduurzaming en vergroening
In de eerste meting van de Utrechtse NEx bleek dat het bedrijfsleven voor 65% verantwoordelijk is voor de totale emissies in de gemeente, dat maar 21,9% van de organisaties maatregelen neemt om de biodiversiteit te behouden of verbeteren en zelfs maar 12,6% overweegt hun betrokkenheid bij biodiversiteit te verhogen. Het OfU kan voor ondernemers een goede pot geld zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor hun uitstoot en om de biodiversiteitscrisis serieus te nemen. Op dit moment gebeurt dat nog te weinig, want het doel van het OfU is de lokale economie te versterken waardoor duurzaamheid te vaak buiten de prioriteiten valt. Zo werd in 2023 maar 8% van het totaalbudget besteed aan duurzaamheid en groen1. Wij vinden dit van belang, niet alleen vanwege de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis, maar ook omdat er scholen en ziekenhuizen zijn die ook OZB niet-woningen betalen en een groot deel van OfU naar andere doelen dan economie moeten.
4. Is het college het met de genoemde fracties eens dat de middelen uit het OfU een bijdrage kunnen leveren aan het ondersteunen van bedrijven om maatregelen te nemen om de uitstoot te verlagen of de betrokkenheid bij de biodiversiteit te verhogen?
5. Is het college bereid vanaf 2026 de regel op te leggen aan het OfU, als de gemeente dan nog de faciliterende rol speelt, om een vast percentage van het totaalbudget uit te geven aan verduurzaming en vergroening? Zo ja, kan het college ook eisen opstellen aan dit geld voor verduurzaming en vergroening zodat het wordt uitgegeven aan projecten die echt ten goede komen van het klimaat en het groen in de gemeente? Zo nee, waarom niet?
Ongelijk investeren
Het OfU werkt zodanig dat inkomsten uit een trekkingsgebied ook uitgegeven worden in hetzelfde trekkingsgebied. Je zou kunnen zeggen: dat is eerlijk, want wat je zelf betaalt, krijg je ook terug. Maar dit betekent wel dat financiële verschillen tussen gebieden in onze gemeente in stand blijven , en dit ingaat tegen het idee van ongelijk investeren voor gelijke kansen.
6. Hoe kijkt het college naar deze werking van het OfU waarbij financieel sterkte gebieden in onze gemeente meer kunnen investeren in hun omgeving en financieel zwakkere gebieden minder kunnen investeren in de omgeving (waarmee financiële verschillen tussen verschillende gebieden in onze gemeente in stand blijft)?
7. In hoeverre vindt het college dit passen bij de prioriteit in het coalitieakkoord om ongelijk te investeren voor gelijke kansen?
Wat vindt het college van het idee om de gelden van het OfU eerlijker te verdelen over de verschillende gebieden, bijvoorbeeld op basis van aantal ondernemers, of de totale inkomsten eerlijk te verdelen over het aantal deelgebieden?
Niet iedereen doet mee en alles moet op
We horen dat in meerdere trekkingsgebieden maar een beperkt deel van de eigenaren niet-woningen lid is van ondernemersverenigingen, terwijl die wel meebetalen aan het budget van deze trekkingsgebieden. Dit zou betekenen dat maar een deel van de ondernemers bepaalt wat er met het geld gebeurt. Daarnaast horen we geluiden dat het jaarlijks beschikbare geld ook echt uitgegeven moet worden (alles moet op!) vanwege redenen die wij niet kennen.
8. Vindt het college dat het motto ‘door en voor ondernemers’ opgaat als een groot deel van de ondernemers niet betrokken is bij de besteding van het ondernemersfonds? Graag een toelichting.
9. Wat gebeurt er met het geld dat niet uitgegeven wordt? En is er in de afgelopen jaren onderbesteding geweest van het OfU en zo ja om hoeveel ging dat?
10. Herkent het college de signalen dat het jaarlijks beschikbare geld ook echt moet worden uitgegeven in dat jaar en zo ja, wat vindt het college daarvan?
11. Maakt het college zich ook zorgen dat er niet goed overwogen wordt waar het geld naar toe gaat wanneer mensen geld uitgeven om het beschikbare geld op te maken? Zo ja, heeft het college plannen dat tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Toenemende financiële omvang
Het te besteden bedrag van het OfU is in de afgelopen 12,5 jaar enorm gegroeid. Zo begon het in 2012 met een bestedingsbedrag van 1,8 miljoen euro, was dat in 2020 7,5 miljoen euro en zal het in 2025 stijgen tot maar liefst 14,6 miljoen euro. Dit komt door stelselmatige verhogingen van de OZB, waardoor niet alleen eigenaren van woningen maar ook de eigenaren van niet-woningen meer OZB betalen. En waar de OZB van woningen dienen als financiering van allerlei plannen van het college, gaat dit deel van de OZB niet-woningen zonder voorbehoud terug naar de eigenaren niet-woningen. Wat hier extra steekt is dat de gemeente miljoenen bezuinigt en snijdt in allerlei belangrijke kostenposten, maar dat het ondernemersfonds sterk doorgroeit. De genoemde fracties stellen vraagtekens bij of een OfU van huidige omvang noodzakelijk is voor de gestelde doelen van het fonds.
12. Hoe kijkt het college naar de enorme groei van het OfU, vooral met de enorme en echt pijnlijke bezuinigingen die momenteel doorgevoerd worden?
13. Is het college het met de genoemde fracties eens dat net als dat eigenaren van woningen via de OZB bijdragen aan de gemeentelijke begroting, ook eigenaren van niet-woningen via de OZB een bijdrage kunnen leveren aan de gemeentelijke begroting?
14. Hoe denkt het college over het instellen van een maximumbedrag voor het OfU en het overige bedrag te gebruiken voor de gemeentelijke begroting? Bijvoorbeeld om uit te geven aan het helpen van kwetsbare groepen (mens, dier en natuur)?
Enquête
Voor het OfU is een rapport door Berenschot gemaakt in 2023. Onderdeel van dit rapport is een enquête die uitgestuurd is naar ondernemers die betrokken zijn bij de ondernemersverenigingen. En dus niet naar iedereen die meebetaalt aan de OZB niet-woningen. Hierdoor geeft het rapport alleen een beeld van de ondernemers die profijt hebben van het fonds in plaats van ondernemers die om eigen redenen geen lid willen of kunnen worden van een ondernemersvereniging en daarmee geen aanvraag doen naar geld uit het fonds. Hierdoor blijft het niet inzichtelijk wat ondernemers denken van het ondernemersfonds en welk deel van de ondernemers betrokken is bij het OfU.
15. Is het college het eens dat de evaluatie van het ondernemersfonds onvolledig is wanneer de niet betrokken ondernemers geen onderdeel van de evaluatie zijn? Zo nee, waarom niet?
16. Is het college bereid om een enquête over het ondernemersfonds op te zetten en te sturen naar alle ondernemers die OZB niet-woningen betalen en de inzichten hiervan tijdig met de raad te delen? Zo nee, waarom niet?
Sjaak van Bemmel, Partij voor de Dieren
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Gert Dijkstra, EenUtrecht
Rik van der Graaf, ChristenUnie
Mohamed Talhaoui, Partij van de Arbeid
Indiendatum:
9 dec. 2024
Antwoorddatum: 24 jan. 2025
Schriftelijke vragen 213/2024
Het Ondernemersfonds Utrecht (OfU) is al 12,5 jaar een fonds waaruit ondernemers regelarm aanspraak kunnen doen op financiële middelen. Het idee achter het fonds is dat eigenaren van niet-woningen betalen aan gezamenlijke activiteiten in hun directe omgeving. Zo kunnen freeriders voorkomen worden: eigenaren die niet meebetalen maar wel meeprofiteren van die gezamenlijke activiteiten. Een deel van de OZB die op niet-woningen geïnd wordt gaat via de gemeente naar het OfU die het geld vervolgens weer verdeelt en vooral besteed aan economische versterking. De Partij voor de Dieren, EenUtrecht, ChristenUnie en de Partij van de Arbeid hebben zich verdiept in de opzet en de werking van het OfU en heeft verspreid over een aantal subthema's de volgende vragen.
Regelarm beleid
Het OfU is er trots op een regelarm fonds te zijn. Er zijn geen weigeringsgronden. Dit strookt niet met het beleid rond subsidies die de gemeente zelf verstrekt. Voor reguliere subsidieregelingen zijn er namelijk een groot aantal eisen, vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening (hoofdstuk 2 ASV) weigeringsgronden (artikel 8 ASV) en verplichtingen (hoofdstuk 4 ASV). Ook in elk geval de Cultuurnota Beleidsnota Evenementen zijn voorwaarden gesteld aan subsidieverlening. Weliswaar is het OfU een zelfstandige rechtsvorm, maar omdat de geldstromen via de gemeente lopen, kan de gemeente inhoudelijke eisen en verplichtingen stellen aan de uitgaven van het OfU.
1. Hoe kijkt het college naar de regelarmheid van het OfU? En wat vindt het college ervan dat de Algemene Subsidieverordening terecht wel weigeringsgronden heeft en het OfU geen weigeringsgronden kent?
Antwoord: Ondernemersfonds Utrecht (OfU) heeft zich te houden aan de Algemene Wet Bestuursrecht (artikelen 4.21 t/m 4.80) en de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht. Dit is in de jaarlijkse subsidiebeschikking aan OfU vastgelegd. Daarmee zijn de weigeringsgronden ook op de verstrekkingen door Stichting Ondernemersfonds Utrecht van toepassing. Zelf probeert Stichting OfU naar haar achterban haar werkwijze en de daarbij behorende systematiek zo laagdrempelig en toegankelijk mogelijk in te richten.
2. Deelt het college de overtuiging dat het wenselijk is dat zolang het OfU aan de OZB niet-woningen gekoppeld is, en zolang de gemeente rol speelt in de geldstroom, het wenselijk is dat de gemeente in samenspraak met ondernemers spelregels opstelt voor de besteding van middelen vanuit de OfU? Zo nee waarom niet?
Antwoord: Alleen partijen die ozb-niet woningen betalen, maken aanspraak op het Ondernemersfonds. Naast ondernemers als winkeliers, pandeigenaren en commerciële bedrijven vallen bijvoorbeeld ook scholen, sportverenigingen en culturele instellingen binnen het fonds. De BghU int de 11,1% opslag op de ozb-niet woningen en zet deze aan de gemeente door, waarna deze opslag via een subsidie aan OfU wordt verstrekt met een jaarlijkse subsidiebeschikking. Hierin staat een aantal spelregels opgenomen -in de subsidiebeschikking verplichtingen genoemd- voor de besteding van middelen.
Hieronder vallen onder andere:
- Activiteiten dragen bij aan onze ambitie en beleidsdoelen op het gebied van de versterking van de economie, zoals opgenomen in de Regionale Economische Agenda Utrecht (REA), het Coalitieakkoord Utrecht (2022-2026) en de Actieagenda Utrechtse Economie (2023-2026).
- Bijdragen aan het realiseren van een gezond vestigingsklimaat.
- Versterken van de verbanden en relaties tussen de profitsector en de non-profit en not-for-profit sectoren, zodat ook zij optimaal betrokken zijn bij het maken van bestedingsvoorstellen.
- Wijze van besluitvorming: de Stichting wijst alle trekkingsgerechtigden op de verplichting dat zij open en transparant voor leden en niet-leden van organisaties in gebieden tot bestedingsvoorstellen komen. Ondernemers die willen participeren in de gebiedssamenwerking, worden door de trekkingsgerechtigden betrokken bij het overleg over de besteding van de trekkingsrechten.
- De Stichting voert de verbetervoorstellen en aanbevelingen uit, die benoemd staan in het
evaluatieonderzoek Ondernemersfonds Utrecht van 18 augustus 2023 door Berenschot. De
stichting rapporteert hierover via de ambtelijke- en bestuurlijke overlegcycli.
De volledige subsidiebeschikking is openbaar en staat ook op de website van OfU opgenomen.
3. Een voorbeeld van een regel die wij willen zien is dat het OfU geen activiteiten financiert waarbij levende dieren worden ingezet (waarbij net zoals evenementen een uitzondering gemaakt kan worden voor het paard van Sinterklaas). Is het college het met ons eens en wil het college dit overbrengen aan het OfU? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Voor zover ons bekend zijn er in de afgelopen jaren geen activiteiten gefinancierd met OfU-middelen, waarbij levende dieren zijn ingezet (muv het paard van Sinterklaas). Wij kunnen instemmen met de regel dat OfU geen activiteiten financiert waarbij levende dieren worden ingezet. We zullen dit besluit aan OfU overbrengen en nemen in de subsidiebeschikking 2025 op, dat er een algeheel verbod is op het financieren van activiteiten met dieren, met uitzondering van OZOSNEL, het paard van Sinterklaas.
Verduurzaming en vergroening
In de eerste meting van de Utrechtse NEx bleek dat het bedrijfsleven voor 65% verantwoordelijk is voor de totale emissies in de gemeente, dat maar 21,9% van de organisaties maatregelen neemt om de biodiversiteit te behouden of verbeteren en zelfs maar 12,6% overweegt hun betrokkenheid bij biodiversiteit te verhogen. Het OfU kan voor ondernemers een goede pot geld zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor hun uitstoot en om de biodiversiteitscrisis serieus te nemen. Op dit moment gebeurt dat nog te weinig, want het doel van het OfU is de lokale economie te versterken waardoor duurzaamheid te vaak buiten de prioriteiten valt. Zo werd in 2023 maar 8% van het totaalbudget besteed aan duurzaamheid en groen1. Wij vinden dit van belang, niet alleen vanwege de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis, maar ook omdat er scholen en ziekenhuizen zijn die ook OZB niet-woningen betalen en een groot deel van OfU naar andere doelen dan economie moeten.
4. Is het college het met de genoemde fracties eens dat de middelen uit het OfU een bijdrage kunnen leveren aan het ondersteunen van bedrijven om maatregelen te nemen om de uitstoot te verlagen of de betrokkenheid bij de biodiversiteit te verhogen?
Antwoord: Ja, wij zijn het hiermee eens. Dankzij het Ondernemersfonds is het voor ondernemers mogelijk om initiatieven en investeringen binnen hun gebied gezamenlijk te financieren. We zien dat verschillende sectoren, bedrijven en maatschappelijke en culturele organisaties ook steeds meer met deze thematiek bezig zijn en het fonds weten te vinden als instrument om hun plannen hiervoor te financieren. In de praktijk worden middelen uit het fonds dan ook al ingezet om de uitstoot te verlagen of de betrokkenheid van bedrijven en organisaties bij de biodiversiteit te verhogen. We zien diverse mooie resultaten, die dankzij OfU zijn gerealiseerd. Denk bijvoorbeeld aan:
- Een laadplein op zonne-energie met opslag in zoutwaterbatterij (Kromhoutkazerne).
- Investeringen in de biodiversiteit door middel van een bomenbal op het Jaarbeursplein of een
maisdoolhof bij de Gageldijk. - Investeringen in een klimaatvriendelijke stad door het uitvoeren van klimaatscans in
ondernemersgebieden of het organiseren van evenementen voor bewustwording rondom
klimaatverandering zoals World Disco Soup Day in Griftpark.
5. Is het college bereid vanaf 2026 de regel op te leggen aan het OfU, als de gemeente dan nog de faciliterende rol speelt, om een vast percentage van het totaalbudget uit te geven aan verduurzaming en vergroening? Zo ja, kan het college ook eisen opstellen aan dit geld voor verduurzaming en vergroening zodat het wordt uitgegeven aan projecten die echt ten goede komen van het klimaat en het groen in de gemeente? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee, wij zijn daartoe niet bereid. Als gemeente gaan we over de onroerendezaakbelasting (ozb) woningen en niet-woningen en de besteding daarvan. Daar bovenop is er op verzoek van de ondernemers en organisaties in 2012 een extra opslag van 11,1% op de ozb niet-woningen ingesteld. Dit geld dat door de organisaties zelf is opgebracht, wordt beheerd door de onafhankelijke stichting Ondernemersfonds Utrecht. Door deze manier van innen, dragen alle betalers van ozb niet-woningen bij aan gezamenlijke bestedingen, waardoor zogeheten ‘freeriders’ worden uitgesloten. Ondanks dat deze opslag via de gemeentelijke begroting verloopt, kan de gemeente hier niet zelfstandig over beschikken. Omdat het geld door de ondernemers zélf wordt ingebracht, kunnen en willen we hier als College slechts heel beperkt op sturen. Een vast percentage van het totaalbudget voor verduurzaming en vergroening is daardoor niet aan de orde. Daarentegen kunnen we hen wel stimuleren en inspireren. Door in goed overleg met zowel Stichting Ondernemersfonds Utrecht als de betrokken ondernemers te opereren, hopen we dat de financiële middelen van Ondernemersfonds Utrecht óók ingezet worden voor de grote maatschappelijke opgaven en transities waar we als stad en samenleving voor staan. Duurzaamheidsactiviteiten vormen een steeds groter onderdeel van de projectenportefeuille van OfU. We zien dat een groot aantal ondernemers van nature al bezig is met de toekomst en daarom ook zelf wil investeren in duurzame projecten. Ging in 2022 nog slechts 2% van de OfU middelen naar duurzaamheid, in 2023 is dat percentage al gestegen naar 8%. De verwachting is dat dit verder doorzet. OfU heeft op haar website een speciale inspiratiepagina, gewijd aan duurzaamheid Inspiratie - Ondernemersfonds Utrecht. Daarnaast post OfU met regelmaat voorbeelden van duurzaamheidsprojecten via haar social mediakanalen, online- en gebiedsnieuwsberichten. Ook in gesprekken met ondernemers in de trekkingsgebieden is duurzaamheid onderwerp van gesprek.
Ongelijk investeren
Het OfU werkt zodanig dat inkomsten uit een trekkingsgebied ook uitgegeven worden in hetzelfde trekkingsgebied. Je zou kunnen zeggen: dat is eerlijk, want wat je zelf betaalt, krijg je ook terug. Maar dit betekent wel dat financiële verschillen tussen gebieden in onze gemeente in stand blijven , en dit ingaat tegen het idee van ongelijk investeren voor gelijke kansen.
6. Hoe kijkt het college naar deze werking van het OfU waarbij financieel sterkte gebieden in onze gemeente meer kunnen investeren in hun omgeving en financieel zwakkere gebieden minder kunnen investeren in de omgeving (waarmee financiële verschillen tussen verschillende gebieden in onze gemeente in stand blijft)? In hoeverre vindt het college dit passen bij de prioriteit in het coalitieakkoord om ongelijk te investeren voor gelijke kansen?
Antwoord: Wij zien geen aanleiding voor aanpassing. De werking en opzet van Ondernemersfonds Utrecht staat los van financieel sterke of financieel zwakkere gebieden. De systematiek van het fonds is gebaseerd op het aantal eigenaren en gebruikers van niet-woningen in een bepaald gebied en de grootte van hun object. Naast bedrijven zijn dat bijvoorbeeld ook scholen, ziekenhuizen en culturele instellingen, waaronder Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht, ROC Midden Nederland, UMC Utrecht, De Hoogstraat Revalidatie, AxionContinu en bijvoorbeeld ZIMIHC en RAUM. De trekkingsgebieden kennen daarbij een logische samenwerkingsvorm, namelijk winkelgebied, gemengd gebied, kantorenpark of bedrijventerrein. Dat maakt dat het ene gebied groter is dan het andere. Uit het evaluatieonderzoek dat in 2023 door Berenschot is uitgevoerd, blijkt dat het gros van de respondenten (85,2%) tevreden is over de huidige indeling van de trekkingsgebieden en vindt dat er niets hoeft te veranderen. Hoewel we vanwege bovengenoemde OfU systematiek geen conclusies kunnen trekken wat betreft ongelijk investeren voor gelijke kansen, kunnen we constateren dat het OfU budget van de trekkingsgebieden in de wijk Overvecht tezamen, net als die voor Kanaleneiland, hoger uitkomen dan bijvoorbeeld voor Leidsche Rijn: Overvecht 493K, Kanaleneiland 388K en Leidsche Rijn 343K.
7. Wat vindt het college van het idee om de gelden van het OfU eerlijker te verdelen over de verschillende gebieden, bijvoorbeeld op basis van aantal ondernemers, of de totale inkomsten eerlijk te verdelen over het aantal deelgebieden?
Antwoord: Wij vinden de huidige systematiek, waarbij ondernemers ozb niet-woningen betalen op basis van hun eigen vermogen eerlijk. Bovendien is dat conform de werkwijze, die ondernemers bij aanvang van het fonds zelf hebben voorgesteld. Elk deelgebied ontvangt daarbij exact het bedrag, dat door hen zelf is opgebracht. Dat zien wij als een eerlijke verdeling. Daarbij kunnen trekkingsgebieden zelf, als zij niet tevreden zijn over hun functioneren en/of als de stad verandert, een verzoek bij OfU indienen om zich bijvoorbeeld samen te voegen met een aangrenzend gebied of op een andere manier heringedeeld te worden. Eveneens is het mogelijk om een nieuw trekkingsgebied te starten op thema, een zogenaamd ‘administratief trekkingsgebied’. Het fondsmanagement OfU speelt hierin een stimulerende en faciliterende rol. Een goed voorbeeld hiervan is de Green Business Club: dit zijn verschillende bedrijven gevestigd in het stationsgebied, die samen optrekken om het stationsgebied te verduurzamen en leefbaarder te maken. De verschillende trekkingsgebieden in het stationsgebied staan hiertoe vrijwillig een gedeelte van hun budget af aan de Green Business Club.
Niet iedereen doet mee en alles moet op
We horen dat in meerdere trekkingsgebieden maar een beperkt deel van de eigenaren niet-woningen lid is van ondernemersverenigingen, terwijl die wel meebetalen aan het budget van deze trekkingsgebieden. Dit zou betekenen dat maar een deel van de ondernemers bepaalt wat er met het geld gebeurt. Daarnaast horen we geluiden dat het jaarlijks beschikbare geld ook echt uitgegeven moet worden (alles moet op!) vanwege redenen die wij niet kennen.
8. Vindt het college dat het motto ‘door en voor ondernemers’ opgaat als een groot deel van de ondernemers niet betrokken is bij de besteding van het ondernemersfonds? Graag een toelichting.
Antwoord: Iedereen die ‘onroerendzaakbelasting niet-woningen’ betaalt, draagt bij en kan meebeslissen over de besteding van het budget van het Ondernemersfonds. Het gaat dus niet alleen om horeca, winkels en MKB’ers, maar ook om scholen, (sport)verenigingen, ziekenhuizen en alle andere organisaties die vastgoed hebben of gebruiken. Iedereen die meebetaalt, is vrij om mee te doen. Ook als ze niet aangesloten zijn bij een ondernemersvereniging, winkeliersvereniging of andersoortig/informeel ondernemerscollectief. Andersom zijn er ook ondernemers die het bestaan van OfU prima vinden, maar zelf geen behoefte en/of tijd hebben om actief mee te doen. We kunnen hen daartoe niet dwingen, het blijft op basis van vrijwilligheid.
9. Wat gebeurt er met het geld dat niet uitgegeven wordt? En is er in de afgelopen jaren onderbesteding geweest van het OfU en zo ja om hoeveel ging dat?
Antwoord: Om ondernemers de mogelijkheid te bieden te sparen voor grote uitgaven als bijvoorbeeld cameratoezicht of duurzaamheidsprojecten is een bestedingstermijn van drie jaar gesteld. Dit is een afspraak tussen OfU en de trekkingsgebieden en betekent dat trekkingsgerechtigden in de basis drie jaar de tijd hebben om het geld dat ze zelf hebben opgebracht, uit te geven. Uw raad heeft hier een aantal jaar geleden zelf op aangestuurd, waarna met Stichting OfU deze afspraken zijn gemaakt. Met andere woorden: OfU stuurt op de bestedingen, maar het jaarlijks beschikbare geld hoeft niet op aan het einde van het jaar. Uit het evaluatieonderzoek 2023 kwam naar voren dat circa 20% van het budget niet in hetzelfde jaar wordt opgemaakt. Inmiddels is dat teruggebracht naar zo’n 15%.
Ondernemersfonds Utrecht bestaat inmiddels bijna 14 jaar. Hoewel OfU een jaarlijkse groei in haar bestedingen laat zien, zijn er nog niet uitgegeven trekkingsrechten. Op dit moment bedraagt dat in totaal € 16.502.841,96. Dit zijn middelen die al wel toegekend zijn aan de trekkingsgebieden, maar nog niet zijn besteed en verantwoord, onder andere doordat er gespaard kan worden voor grotere uitgaven. Als gemeente verstrekken we subsidie op basis van een prognose over de opbrengst OZB niet-woningen. De uiteindelijke vaststelling vindt een jaar later plaats op basis van het definitieve bedrag OZB niet-woningen. Deze is afgelopen jaren telkens groter dan het geprognotiseerde bedrag. Ondernemers hebben tijd nodig om zich tot de groeiende budgetten te verhouden en het uitgavenpatroon hierop aan te passen via passende bestedingen. Bovendien, doordat het daadwerkelijke budget pas het opvolgende jaar inzichtelijk wordt, zijn ondernemers terughoudend in de bestedingen. Zij willen niet meer besteden dan beschikbaar is. Mede daardoor zien we een vertraging ontstaan in de bestedingen.
10. Herkent het college de signalen dat het jaarlijks beschikbare geld ook echt moet worden uitgegeven in dat jaar en zo ja, wat vindt het college daarvan?
Antwoord: Nee, deze signalen herkennen wij niet. Bovendien staat dit ook haaks op de mogelijkheid van het fonds om maximaal 3 jaar te kunnen sparen.
11. Maakt het college zich ook zorgen dat er niet goed overwogen wordt waar het geld naar toe gaat wanneer mensen geld uitgeven om het beschikbare geld op te maken? Zo ja, heeft het college plannen dat tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee, deze zorgen kennen wij niet. Enerzijds omdat de mogelijkheid bestaat om te sparen, anderzijds omdat aan bepaalde richtlijnen moet worden voldaan wil het geld daadwerkelijk besteed kunnen worden (zie ook vraag 1). Daarnaast signaleert OfU vroegtijdig als geld niet uitgegeven wordt, waarna contact gezocht wordt met het betreffende trekkingsgebied.
Toenemende financiële omvang
Het te besteden bedrag van het OfU is in de afgelopen 12,5 jaar enorm gegroeid. Zo begon het in 2012 met een bestedingsbedrag van 1,8 miljoen euro, was dat in 2020 7,5 miljoen euro en zal het in 2025 stijgen tot maar liefst 14,6 miljoen euro. Dit komt door stelselmatige verhogingen van de OZB, waardoor niet alleen eigenaren van woningen maar ook de eigenaren van niet-woningen meer OZB betalen. En waar de OZB van woningen dienen als financiering van allerlei plannen van het college, gaat dit deel van de OZB niet-woningen zonder voorbehoud terug naar de eigenaren niet-woningen. Wat hier extra steekt is dat de gemeente miljoenen bezuinigt en snijdt in allerlei belangrijke kostenposten, maar dat het ondernemersfonds sterk doorgroeit. De genoemde fracties stellen vraagtekens bij of een OfU van huidige omvang noodzakelijk is voor de gestelde doelen van het fonds.
12. Hoe kijkt het college naar de enorme groei van het OfU, vooral met de enorme en echt pijnlijke bezuinigingen die momenteel doorgevoerd worden?
Antwoord: De groei van het Ondernemersfonds wordt mede versterkt door de OZB-verhogingen, die we als gemeente de afgelopen jaren hebben doorgevoerd. Doordat het Ondernemersfonds gekoppeld is aan de gemeentelijke heffingen stijgt ook het OfU budget, dat door eigenaren en gebruikers van niet- woningen wordt opgebracht via de opslag op de onroerendzaakbelasting. Was het OfU budget in 2022 nog ruim 9 miljoen Euro, in 2025 verwachten we mede door de ozb-stijging uit te komen op zo’n 15,4 miljoen Euro. Dit is geld van, voor en door ondernemers. Overigens komen de ambities van de stad en haar ondernemers op veel fronten overeen. Uit het evaluatieonderzoek 2023 komt naar voren dat ondernemers graag willen samenwerken op thema’s als bijvoorbeeld duurzame energie en groen. Dankzij de groei van het fonds kunnen ondernemers hier meer aan bijdragen en geven daarmee prachtig invulling aan ‘samen de stad maken’. Waarbij we als gemeente uiteraard zelf verantwoordelijk blijven voor onze wettelijke en gemeentelijke taken. Ook zien we samenwerkingen ontstaan met gemeentelijke regelingen als het initiatievenfonds, bijvoorbeeld in de binnenstad en op de Amsterdamsestraatweg. Om nog meer win/win te creëren en de mogelijkheden tot samenwerking te versterken, heeft het initiatevenfonds onlangs een presentatie verzorgd tijdens een drukbezochte OfU bijeenkomst voor alle winkel- en gemengde gebieden. Ook vanuit de wijkbureaus is hier aandacht voor.
13. Is het college het met de genoemde fracties eens dat net als dat eigenaren van woningen via de OZB bijdragen aan de gemeentelijke begroting, ook eigenaren van niet-woningen via de OZB een bijdrage kunnen leveren aan de gemeentelijke begroting?
Antwoord: Wij zijn het daarmee eens en in de praktijk gebeurt dat ook al. Oók eigenaren van niet-woningen dragen via de onroerende-zaakbelasting (OZB) bij aan de gemeentelijke begroting. Onlangs hebben we als gemeente de tariefstelling van de ozb-bijdragen met 12% verhoogd, waardoor ook de bijdrage van ondernemers aan de gemeentelijke begroting is gestegen. Daarbovenop betalen ondernemers zélf een extra opslag van 11,1% op de ozb niet-woningen, ten behoeve van het fonds waaruit gezamenlijke initiatieven kunnen worden gefinancierd. Daarover kan de gemeente niet zomaar zelfstandig beschikken, ondanks dat deze opslag via de gemeentelijke begroting loopt. De BghU int deze belasting, waarna de opslag in de vorm van een subsidiebeschikking door gemeente Utrecht aan stichting Ondernemersfonds Utrecht wordt verstrekt. We hebben geen signalen van ondernemers of de stichting dat er aanleiding is de omvang van de opslag te wijzigen.
14. Hoe denkt het college over het instellen van een maximumbedrag voor het OfU en het overige bedrag te gebruiken voor de gemeentelijke begroting? Bijvoorbeeld om uit te geven aan het helpen van kwetsbare groepen (mens, dier en natuur)?
Antwoord: Wij zijn van mening dat het instellen van een plafond het principe van het Ondernemersfonds uitholt, Het geld ‘is van ondernemers, voor ondernemers’ en bedoeld voor collectieve investeringen in de aantrekkelijkheid van de stad. De gemeente kan daar niet zelfstandig over beschikken. Daarbij initieert en financiert OfU met haar geld óók projecten voor kwetsbare groepen. Denk bijvoorbeeld aan de Buurtmobiel in de gebieden Zuilen, De Gagelhof, De Klop en Overvecht Zuid. Of het project ‘Op de fiets’ om de eenzaamheid aan te pakken en buurtbewoners, senioren en ondernemers uit Merwede en Transwijk meer bij elkaar te brengen.
- De raad kan besluiten vanuit de raadsbevoegdheid over de gemeentebelastingen om: 1) de bijbehorende opslag en daarmee OfU stop te zetten of 2) de extra inkomsten OZB niet als subsidie te verstrekken en deze vervolgens anders in te zetten. Het tweede scenario betreft dan feitelijk een lastenverzwaring voor de betalers ozb niet-woningen.
- Als de raad de geldstroom naar OfU wijzigt, dient ook de lopende uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en het Ondernemersfonds aangepast te worden en rekening gehouden te worden met een opzegtermijn. Deze opzegtermijn is 1 jaar, met inachtneming van alle langlopende contracten die zijn aangegaan. Daarnaast is er waarschijnlijk sprake van een ingroeimodel om zich aan te passen aan de nieuwe financiële situatie.
- Uit de op verzoek van de raad periodiek uitgevoerde evaluaties van het Ondernemersfonds Utrecht blijkt ook dat het fonds effectief en van toegevoegde waarde is voor de stad.
Enquête
Voor het OfU is een rapport door Berenschot gemaakt in 2023. Onderdeel van dit rapport is een enquête die uitgestuurd is naar ondernemers die betrokken zijn bij de ondernemersverenigingen. En dus niet naar iedereen die meebetaalt aan de OZB niet-woningen. Hierdoor geeft het rapport alleen een beeld van de ondernemers die profijt hebben van het fonds in plaats van ondernemers die om eigen redenen geen lid willen of kunnen worden van een ondernemersvereniging en daarmee geen aanvraag doen naar geld uit het fonds. Hierdoor blijft het niet inzichtelijk wat ondernemers denken van het ondernemersfonds en welk deel van de ondernemers betrokken is bij het OfU.
15. Is het college het eens dat de evaluatie van het ondernemersfonds onvolledig is wanneer de niet betrokken ondernemers geen onderdeel van de evaluatie zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het goed bevragen van de moeilijk bereikbare doelgroepen is een bekend en hardnekkig probleem in (enquête)onderzoek. De evaluatie, uitgevoerd door Berenschot in mei en juni 2023, omvatte mede daarom vier methodes. Allereerst is er een bureauonderzoek uitgevoerd op basis van beschikbare gegevens en documenten. Ten tweede zijn er interviews afgenomen met een zeventiental respondenten. Ten derde is er een online enquête uitgezet. Tot slot is er een duidingsbijeenkomst georganiseerd om de eerste resultaten van de interviews en de enquête gezamenlijk te bespreken, te duiden en verder te verdiepen. Op deze wijze is er naar een combinatie gezocht tussen een digitale uitvraag en fysieke ontmoeting en contact. De enquête is breed uitgezet en verspreid via social media, whatsapp groepen, nieuwsbrieven en Linkedin, met de intentie om zoveel mogelijk mensen te bereiken, waaronder ook de niet betrokken ondernemers. Daarnaast heeft OfU de enquête verstuurd aan de contactpersonen van elk trekkingsgebied met het verzoek de enquête door te sturen naar hun achterban. Er is bewust gekozen voor een online enquête om de drempel om het in te vullen te verlagen. In totaal hebben 151 ondernemers de enquête ingevuld. Hoewel wij graag een hogere respons had gezien, heeft het onderzoeksbureau aangegeven door de combinatie van de gebruikte onderzoeksmethode genoeg zinvolle conclusies te kunnen trekken en aanbevelingen te kunnen geven.
16. Is het college bereid om een enquête over het ondernemersfonds op te zetten en te sturen naar alle ondernemers die OZB niet-woningen betalen en de inzichten hiervan tijdig met de raad te delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Nee, wij zijn daartoe niet bereid. Zoals afgesproken met de Raad vindt het evaluatie onderzoek Ondernemersfonds 1x per 4 jaar plaats. De volgende keer zal in 2027 zijn. Wij zien geen aanleiding om dit te vervroegen. Bovendien moet OfU ook de tijd krijgen om aan de slag te gaan met de aanbevelingen uit het meest recente onderzoek uit 2023.
Daarnaast is een enquête naar alle ondernemers die OZB niet-woningen betalen op voorhand niet effectiever. Tijdens een eerdere evaluatie van Ondernemersfonds Utrecht (Hiemstra & De Vries, 2019) is gekozen voor een schriftelijke enquête, waarbij 8.500 uitnodigingen per brief zijn verstuurd. Daarbij kon alleen gebruik gemaakt worden van objectadressen in tegenstelling tot correspondentieadressen en stond er geen naam op de adresregel omdat deze informatie conform de AVG-wet niet beschikbaar was. Door de enquête per post uit te zetten, kon er ook geen herinnering verstuurd worden naar de respondenten. In totaal hebben destijds 378 respondenten gereageerd, dat komt overeen met een respons van bijna 4,5%. Een relatief laag aantal respondenten in relatie tot de 8.500 aangeschrevenen, de bijbehorende kosten en de grote papierstapel die hiervoor benodigd was.
Sjaak van Bemmel, Partij voor de Dieren
Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Gert Dijkstra, EenUtrecht
Rik van der Graaf, ChristenUnie
Mohamed Talhaoui, Partij van de Arbeid
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Weten waar je mee moet dealen; maak drugsdumpingen inzichtelijk!
Lees verderSchriftelijke vragen Stadsduiven zijn zwerfdieren die hulp nodig hebben
Lees verder