Schrif­te­lijke vragen Inkoop biolo­gisch groen (n.a.v. het duur­zaam­heids­verslag)


Indiendatum: okt. 2019

Schriftelijke vragen 213/2019

Het duurzaamheidsverslag meldt, n.a.v. motie 138/2016, dat “90% van de aangeplante bomen Milieukeur heeft en dat indien beschikbaar bloembollen en bomen biologisch ingekocht worden” (Duurzaamheidsverslag pagina 18). In schriftelijke vragen 163/2019 vroegen wij een nadere toelichting hierop, om zo inzicht te krijgen in de mate waarin de betreffende motie uitgevoerd wordt. Helaas geeft de beantwoording ons onvoldoende informatie met betrekking tot dit onderwerp: “Exacte cijfers over de inkoop en daadwerkelijke levering van biologisch groen zijn op dit moment niet beschikbaar.”

Omdat het college de cijfers niet bijhoudt, kunnen wij als raadsfractie niet controleren of de inmiddels drie jaar geleden aangenomen motie 138/2016 wordt nageleefd. Daarom hebben de volgende aanvullende vragen:

1. Kan of wil het college de exacte cijfers over de inkoop en daadwerkelijke levering van biologisch groen niet bijhouden?

2. In een antwoord op schriftelijke vragen 163/2019 zegt het college “te streven” naar het bijhouden bij nieuwe aanbestedingen. Waarom zegt het college dit niet gewoon toe?

3. In motie 138/2016 staat dat gemeenten als Amsterdam en Den Haag – dus meer dan drie jaar geleden al – besloten hadden om alleen nog maar biologisch groen aan te schaffen. Is het college bereid om met deze gemeenten, en eventueel nieuwe gemeenten die biologisch groen inkopen, in contact te treden om uit te zoeken hoe zij cijfers over inkoop en levering bijhouden, en hoe hun ervaringen zijn met de inkoop van biologisch groen in een markt die volgens ons college klein is?

4. Hoe kunnen we er verder voor zorgen dat de motie 138/2016 over biologische inkoop van groen (bollen, boeketten, zaden en planten), daadwerkelijk uitgevoerd wordt?

Milieukeur is niet hetzelfde als biologisch, drie jaar na de motie zou de markt voldoende tijd gehad moeten hebben om aan de vraag van de gemeente Utrecht tegemoet te komen.

5. Welke stappen heeft het college gezet om de markt te vragen en te stimuleren biologisch aanbod (verdergaand dan Milieukeur) te ontwikkelen?

6. Welke mogelijkheden ziet het college nog om ervoor te zorgen dat er door de markt meer tegemoet gekomen kan worden aan de vraag van de gemeente Utrecht naar biologische bomen, bloemen en planten?

7. In het antwoord op vraag 14 (schriftelijke vragen 163/2019) staat ”Groen wordt tevens sinds 1,5 jaar niet meer centraal besteld op het gevraagde detailniveau. Daardoor is er geen centraal inzicht wat en onder welke condities wordt besteld” . Betekent deze uitspraak dat ook niet inzichtelijk is of een biologisch keurmerk überhaupt een van de condities is bij het bestellen van groen?

Er wordt aangegeven dat een uitsplitsing van het percentage biologische inkoop naar bollen, boeketten, zaden en planten teveel personele inzet vraagt, en dat er gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijk percentage biologisch groen. We kunnen er begrip voor opbrengen dat dit percentage niet op detailniveau gegeven kan worden. Maar we willen in elk geval wél inzicht in het totaalpercentage inkoop van biologisch groen. Deze indicator maakt meetbaar in hoeverre de motie wordt uitgevoerd en wat het percentage biologisch geteeld groen.

8. Is het college het met ons eens dat deze informatie relevant is?

9. Is het college bereid om per direct inzichtelijk maken hoe het percentage groen dat wordt ingekocht met biologisch keurmerk zich heeft ontwikkeld sinds 2016, en hierover jaarlijks te rapporteren in het duurzaamheidsverslag? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Schriftelijke vragen 213/2019

Het duurzaamheidsverslag meldt, n.a.v. motie 138/2016, dat “90% van de aangeplante bomen Milieukeur heeft en dat indien beschikbaar bloembollen en bomen biologisch ingekocht worden” (Duurzaamheidsverslag pagina 18). In schriftelijke vragen 163/2019 vroegen wij een nadere toelichting hierop, om zo inzicht te krijgen in de mate waarin de betreffende motie uitgevoerd wordt. Helaas geeft de beantwoording ons onvoldoende informatie met betrekking tot dit onderwerp: “Exacte cijfers over de inkoop en daadwerkelijke levering van biologisch groen zijn op dit moment niet beschikbaar.”

Omdat het college de cijfers niet bijhoudt, kunnen wij als raadsfractie niet controleren of de inmiddels drie jaar geleden aangenomen motie 138/2016 wordt nageleefd. Daarom hebben de volgende aanvullende vragen:

1. Kan of wil het college de exacte cijfers over de inkoop en daadwerkelijke levering van biologisch groen niet bijhouden?

In aanbestedingen voor nieuwe contracten nemen wij de wens op, dergelijke informatie aan ons te doen toekomen. In de toekomst verwachten wij daarom meer informatie in dit kader te kunnen leveren. Echter wij beschikken op dit moment nog niet over exacte cijfers m.b.t. de inkoop en levering van biologisch groen, omdat wij hierover op dit moment nog geen contractuele afspraken hebben met bestaande leveranciers. Wel zijn wij met deze leveranciers in gesprek, om te kijken of we hier alsnog afspraken over kunnen maken. De leverancier van de heesters heeft al toegezegd de informatie na het plantseizoen, dat loopt van november tot en met april, aan te leveren.

2. In een antwoord op schriftelijke vragen 163/2019 zegt het college “te streven” naar het bijhouden bij nieuwe aanbestedingen. Waarom zegt het college dit niet gewoon toe?

Wij hebben de mogelijkheid bij een nieuwe aanbesteding, om van leveranciers te eisen ons de juiste informatie te doen toekomen. Het risico dat we daarbij lopen is echter, dat we hiermee goede leveranciers uitsluiten, die ons deze informatie niet kunnen aanleveren. Wij zullen daarom in nieuwe aanbestedingen de wens opnemen dat leveranciers ons voorzien van de gewenste informatie en wij hopen dat de beste leverancier aan deze wens kan voldoen.

3. In motie 138/2016 staat dat gemeenten als Amsterdam en Den Haag – dus meer dan drie jaar geleden al – besloten hadden om alleen nog maar biologisch groen aan te schaffen. Is het college bereid om met deze gemeenten, en eventueel nieuwe gemeenten die biologisch groen inkopen, in contact te treden om uit te zoeken hoe zij cijfers over inkoop en levering bijhouden, en hoe hun ervaringen zijn met de inkoop van biologisch groen in een markt die volgens ons college klein is?

Er zijn nauwe contacten met de gemeenten Amsterdam en Den Haag. Wij gebruiken deze contacten ook om ervaringen te delen over of en zo ja hoe zij cijfers over biologisch groen bijhouden en de ervaringen over biologisch groen te delen zijn.

4. Hoe kunnen we er verder voor zorgen dat de motie 138/2016 over biologische inkoop van groen (bollen, boeketten, zaden en planten), daadwerkelijk uitgevoerd wordt?

Op dit moment hebben wij voor de meeste contracten voor groen een overeenkomst met slechts 1 leverancier. Mocht deze leverancier onvoldoende ontwikkelen in het biologische groen, krijgen wij de uitvoering van motie 2016-138 onvoldoende voor elkaar. Daarom zijn er specifieke inkoopkeuzes gemaakt, om bij die contracten waar we voldoende volume inkopen, te kiezen voor contracten met meerdere partijen. Zo hebben wij meer mogelijkheid biologisch groen in te kopen.

Milieukeur is niet hetzelfde als biologisch, drie jaar na de motie zou de markt voldoende tijd gehad moeten hebben om aan de vraag van de gemeente Utrecht tegemoet te komen.

5. Welke stappen heeft het college gezet om de markt te vragen en te stimuleren biologisch aanbod (verdergaand dan Milieukeur) te ontwikkelen?

Door het hanteren van de drietrapsmethode met drie ambitieniveaus voor maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) en de keuze voor de productcategorie groen op het hoogste ambitieniveau, stimuleren wij de markt om biologisch aanbod te ontwikkelen. Ook het afsluiten van contracten met meerdere partijen is een stimulans voor de markt, biologisch groen te ontwikkelen.

6. Welke mogelijkheden ziet het college nog om ervoor te zorgen dat er door de markt meer tegemoet gekomen kan worden aan de vraag van de gemeente Utrecht naar biologische bomen, bloemen en planten?

Wij zullen hierover met de markt in gesprek moeten gaan, om aan te sluiten bij de mogelijkheden die de markt daarin biedt.

7. In het antwoord op vraag 14 (schriftelijke vragen 163/2019) staat ”Groen wordt tevens sinds 1,5 jaar niet meer centraal besteld op het gevraagde detailniveau. Daardoor is er geen centraal inzicht wat en onder welke condities wordt besteld” . Betekent deze uitspraak dat ook niet inzichtelijk is of een biologisch keurmerk überhaupt een van de condities is bij het bestellen van groen?

Zodra er groen besteld wordt is de wens als volgt:
-Eerste uitvraag biologische boom met SKAL-keurmerk.
-Tweede uitvraag een boom met Milieukeur.
-Derde uitvraag een ‘reguliere’ boom.
Wij streven dus naar een SKAL-keurmerk, daarna naar een Milieukeur, maar mocht dit echt niet leverbaar zijn, dan zijn wij genoodzaakt een “reguliere” boom aan te schaffen.

Er wordt aangegeven dat een uitsplitsing van het percentage biologische inkoop naar bollen, boeketten, zaden en planten teveel personele inzet vraagt, en dat er gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijk percentage biologisch groen. We kunnen er begrip voor opbrengen dat dit percentage niet op detailniveau gegeven kan worden. Maar we willen in elk geval wél inzicht in het totaalpercentage inkoop van biologisch groen. Deze indicator maakt meetbaar in hoeverre de motie wordt uitgevoerd en wat het percentage biologisch geteeld groen.

8. Is het college het met ons eens dat deze informatie relevant is?

Ook wij zien dat dit relevante informatie is en daarom nemen wij in lopende en toekomstige aanbestedingen de wens op dat leveranciers ons voorzien van de noodzakelijke informatie. De aanbesteding bloembollen loopt op dit moment, gunning wordt verwacht eerste helft 2020. De bollen worden dan ingekocht in het najaar van 2020. Nieuwe contracten voor heesters en vaste planten worden verwacht per februari 2021. De overige contracten lopen nog enkele jaren door.

9. Is het college bereid om per direct inzichtelijk maken hoe het percentage groen dat wordt ingekocht met biologisch keurmerk zich heeft ontwikkeld sinds 2016, en hierover jaarlijks te rapporteren in het duurzaamheidsverslag? Zo nee, waarom niet?

Zoals reeds aangegeven is het nog niet mogelijk hier op dit moment over te rapporteren. Bij het opstarten van nieuwe aanbestedingen zullen wij rapportages over biologische producten meenemen in onze uitvraag, zodat wij u beter kunnen informeren over de percentages biologisch keurmerk.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren