Schrif­te­lijke vragen Lichtplan en groen Tivoli­Vre­denburg


Indiendatum: 27 mrt. 2024

Schriftelijke vragen 58/2024

Door het aannemen van het burgerinitiatief tegen lichtvervuiling besloot de raad in 2017 dat er geen naar boven uitstralende verlichting meer wordt geplaatst door de gemeente. In de brief Vaststelling Voorlopig Ontwerp openbare ruimte TivoliVredenburg van 31 januari staat "Daarnaast worden op iedere hoek van het muziekgebouw cirkelvormige lichtlijnen in het maaiveld aangebracht die het gebied een eigen identiteit geven". Het kan niet anders dan dat deze lichtlijnen naar boven gaan uitstralen. De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen over het lichtplan en het groen:

1. Kan het college toelichten wat de kenmerken van de lichtlijnen in het maaiveld zullen zijn?

2. Hoe wordt voorkomen dat deze lichtlijnen naar boven gaan uitstralen en hierdoor mensen, dieren en het groen tot last zijn?

3. Op een van de referentiebeelden staat een boom met een lichtcirkel eromheen. De afspraak is dat bomen niet meer direct worden aangelicht. Kan het college de keuze voor dit referentiebeeld toelichten en, indien er volgens het ontwerp bomen worden aangelicht, het ontwerp op dit punt wijzigen? Zo nee, waarom niet?

4. Indien niet te voorkomen valt dat de lichtlijnen naar boven gaan uitstralen: hoe rijmt het college deze verlichting dan met het aangenomen burgerinitiatief?

Er staat “De lichtvlakken op de hoeken en de lichtlijnen op de groenwand voeren we uit in tunable white” (wat op ons nogal fel verlicht overkomt).

5. Kan het college toelichten hoe deze lichtvlakken en lichtlijnen worden ingericht zonder lichtvervuiling en daarbij komende overlast voor mens en dier?

6. Klopt het dat de armaturen die boven de straat komen te hangen en cirkels reflecteren op die straat ook naar boven en de zijkant uitstralen? Zo ja, hoe rijmt dit met de afspraak in het burgerinitiatief over de stop op naar boven uitstralende armaturen? En zo ja, gaat het college dan kiezen voor andere armaturen? Zo nee, waarom niet?

Er wordt vermeld dat het groen in de straten niet doelgericht wordt aangelicht en dat er “zoveel mogelijk rekening gehouden is met minimaliseren van overig licht op het groen”. Echter, de grondspots gericht op de kasteelrestanten komen direct naast het groen. En in het plan staat “Aandachtspunt is de begroeiing rondom de grondspots. De grondspots mogen niet worden overgroeid, en de lichtbundel moet vrij naar het object kunnen stralen. Het beplantingsplan zal hiermee rekening moeten houden.” Het lijkt belangrijker om te voorkómen dat planten de verlichting in de weg zitten dan andersom. Dus:

7. In hoeverre houdt het lichtplan voor de kasteelrestanten rekening met lichtoverlast voor planten en bomen (en dieren die er leven) en beschadiging van wortels door de verlichting?

8. Hoe voorkomt het college dat straks groen wordt vernietigd dat richting de verlichting groeit?

9. Er komen nestkasten voor vogels en vleermuizen, mooi! Hoe wordt voorkomen dat deze dieren last hebben van de extra verlichting, en ook eventueel het trillen van muziek tot laat in de avond en nacht?

In het plan staat “De groene wand in de Vlaamse Toren wordt (...) voorzien van horizontale lichtlijnen.” De plaatjes in het lichtplan geven geen duidelijk beeld van de uitwerking:

In het plan staat: “Vanuit Luminizer kunnen we (...) verschillende lichtbeelden op de groenwand mogelijk te maken.”

10. Kan het college uitleggen wat de plannen zijn voor deze groene wand en de verlichting? Gaat het groen over de verlichting heen groeien en zo ja, waarom is hiervoor gekozen?

10A. Zo ja, wordt groen dan niet drastisch gesnoeid om de lichtlijnen zichtbaar te houden?

10B. Is het groen ook hier ondergeschikt aan de verlichting? Zo nee, hoe zit het dan?

In het plan lezen we “Het verlichten van de trappen zou kunnen bijdragen aan verbetering(?). Maar een hoger lichtniveau in de straat, met wat meer differentiatie, is wel wenselijk.”

11. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat er al genoeg licht is in de straten Vredenburg en Catharijnesingel? Zo nee, waarom niet?

12. Als het college kiest voor het verlichten van de trappen en het verhogen van het lichtniveau: hoe wordt voorkomen dat water en groen direct worden aangelicht (ook afspraken n.a.v. het burgerinitiatief)?

13. Is het college het met de PvdD eens dat als je zo redeneert, je steeds meer donkere plekken gaat verlichten omdat het contrast met de sterk verlichte plekken anders ‘te groot’ wordt en daardoor lichtvervuiling steeds meer toeneemt? Zo nee, waarom niet?

Het lichtplan zegt: “Het is mogelijk om met minder armaturen voldoende licht in de straat te brengen. 2 Armaturen per straat minder is denkbaar, maar dit zal minder evenwichtig aandoen.”

14. Deelt het college onze mening dat het tegengaan van lichtvervuiling belangrijker is dan het hebben van een ‘evenwichtig’ lichtbeeld? Zo nee, waarom niet? En zo ja, gaat het college dan minder armaturen aanbrengen? Zo nee, waarom niet?

Er staat ook wat de plannen kúnnen zijn als wordt gekozen voor FAME. De (financiële) haalbaarheid hiervan is nog onzeker en wordt in de volgende fase onderzocht. Wij zien vooral armaturen die méér licht uitstralen.

15. Waar gaat de voorkeur van het college naar uit: BASIS of FAME?

16. Vreest het college net als de PvdD voor méér lichtvervuiling bij FAME? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college voorkomen dat er meer lichtvervuiling ontstaat?

17. Wanneer krijgt de raad meer informatie over de volgende fase, en blijft de raad in positie om aanpassingen te kunnen meegeven? Zo nee, waarom niet?

Bomenvragen

In de brief staat: “Iedere boom wordt afzonderlijk ondergronds verankerd met gegalvaniseerde betonijzermatten om omwaaien te voorkomen.” Wij vrezen voor de gezondheid van de bomen.

18. Heeft het college onderzocht wat de gevolgen zijn voor de gezondheid en de levensduur van bomen als ze worden verankerd met deze matten? Zo ja, wat zijn de conclusies? Zo nee, waarom niet?

19. Is het college met het de PvdD eens dat het beter is als bomen in de volle grond kunnen groeien? Zo nee, waarom niet? En is dat hier écht niet mogelijk?

20. Waar in Utrecht zijn nog meer betonijzermatten ondergronds aangebracht bij bomen en hoe gaat het met deze bomen?

In het plan staat: “Afstemming met plaatsing van de bomen is nodig om te voorkomen dat de hoge bomen het licht blokkeren, en daarmee ongewenste schaduwen op de muurschildering werpen.”

21. Maar wat als de bomen wél het licht gaan blokkeren? Is het college het met de PvdD eens dat ze dan niet drastisch gesnoeid of gekapt moeten worden? Zo nee, waarom niet?

22. Is het college het met de PvdD eens dat bomen essentieel zijn voor meer biodiversiteit, klimaatadaptatie en het tegengaan van klimaatverandering en het daarom onwenselijk is om deze ondergeschikt te maken aan artistieke uitingen in de publieke ruimte? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat ruimte voor bomen niet om genoemde redenen ingeperkt wordt?

Louise de Vries en Saskia Oskam, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 27 mrt. 2024
Antwoorddatum: 3 mei 2024

Schriftelijke vragen 58/2024

Door het aannemen van het burgerinitiatief tegen lichtvervuiling besloot de raad in 2017 dat er geen naar boven uitstralende verlichting meer wordt geplaatst door de gemeente. In de brief Vaststelling Voorlopig Ontwerp openbare ruimte TivoliVredenburg van 31 januari staat "Daarnaast worden op iedere hoek van het muziekgebouw cirkelvormige lichtlijnen in het maaiveld aangebracht die het gebied een eigen identiteit geven". Het kan niet anders dan dat deze lichtlijnen naar boven gaan uitstralen. De Partij voor de Dieren heeft een aantal vragen over het lichtplan en het groen:

1. Kan het college toelichten wat de kenmerken van de lichtlijnen in het maaiveld zullen zijn?

Antwoord: De lichtlijnen zijn decoratief en dienen om het gebied rondom TivoliVredenburg een eigen identiteit te geven en de levendigheid te versterken. Er komt nauwelijks tot geen lichtsterkte vanaf, maar alleen een glow zodat de cirkels wel zichtbaar zijn in de avond en nacht, maar niet voor lichtvervuiling voor de omgeving zorgt.

2. Hoe wordt voorkomen dat deze lichtlijnen naar boven gaan uitstralen en hierdoor mensen, dieren en het groen tot last zijn?

Antwoord: In relatie tot het aangenomen burgerinitiatief uit 2017 tegen lichtvervuiling krijgen de lichtcirkels een lage helderheid waarmee we zoveel mogelijk voorkomen dat het licht uitstraalt naar boven en naar de omgeving. De intensiteit van de lichtcirkels ligt dus een stuk lager dan die van de overige openbare verlichting. Hierdoor is het ’s avonds en ’s nachts wel zichtbaar in de grond, maar is er weinig tot geen risico op overlast voor mens, dier en omgeving.

3. Op een van de referentiebeelden staat een boom met een lichtcirkel eromheen. De afspraak is dat bomen niet meer direct worden aangelicht. Kan het college de keuze voor dit referentiebeeld toelichten en, indien er volgens het ontwerp bomen worden aangelicht, het ontwerp op dit punt wijzigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: In de nieuwe inrichting worden er geen bomen aangelicht. Dit is slechts een referentiebeeld van een lichtcirkel in de openbare ruimte. Het is een fout geweest dat dit beeld met een boom in het midden in het lichtplan is opgenomen.

4. Indien niet te voorkomen valt dat de lichtlijnen naar boven gaan uitstralen: hoe rijmt het college deze verlichting dan met het aangenomen burgerinitiatief?

Antwoord: Het burgerinitiatief en de afspraken daaromtrent betreffen het aanlichten van bomen. Dat gebeurt in dit plan niet. Daar waar objecten en gebouwen worden aangelicht voor het toevoegen van kwaliteit aan de leefomgeving en de levendigheid, wordt uitstraling naar boven voorkomen. Zie ook het antwoord bij vraag 1 en 2 hoe we dit voorkomen.

Er staat “De lichtvlakken op de hoeken en de lichtlijnen op de groenwand voeren we uit in tunable white” (wat op ons nogal fel verlicht overkomt).

Antwoord:

5. Kan het college toelichten hoe deze lichtvlakken en lichtlijnen worden ingericht zonder lichtvervuiling en daarbij komende overlast voor mens en dier?

Antwoord: Juist om deze reden wordt tunable white techniek toegepast. Hiermee is het mogelijk de lichtwarmte en sterkte aan te passen, zodat we de lichtlijnen kunnen instellen met een zwakke en warme uitstraling. Felheid van de verlichting wordt hoe dan ook voorkomen om mens, dier en omgeving niet te verstoren. Dat kan en zal ook nog beïnvloed worden door de brandtijden te beperken.

6. Klopt het dat de armaturen die boven de straat komen te hangen en cirkels reflecteren op die straat ook naar boven en de zijkant uitstralen? Zo ja, hoe rijmt dit met de afspraak in het burgerinitiatief over de stop op naar boven uitstralende armaturen? En zo ja, gaat het college dan kiezen voor andere armaturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Nee, de armaturen zullen alleen naar onderen uitstralen. De gereflecteerde cirkels op straat zijn uit het plan gehaald.

Er wordt vermeld dat het groen in de straten niet doelgericht wordt aangelicht en dat er “zoveel mogelijk rekening gehouden is met minimaliseren van overig licht op het groen”. Echter, de grondspots gericht op de kasteelrestanten komen direct naast het groen. En in het plan staat “Aandachtspunt is de begroeiing rondom de grondspots. De grondspots mogen niet worden overgroeid, en de lichtbundel moet vrij naar het object kunnen stralen. Het beplantingsplan zal hiermee rekening moeten houden.” Het lijkt belangrijker om te voorkómen dat planten de verlichting in de weg zitten dan andersom. Dus:

7. In hoeverre houdt het lichtplan voor de kasteelrestanten rekening met lichtoverlast voor planten en bomen (en dieren die er leven) en beschadiging van wortels door de verlichting?

Antwoord: Het kasteelrestant wordt aangelicht om het risico op wildplassen en afval te verkleinen. Daarmee kunnen we niet voorkomen dat er licht uitstraalt naar de omgeving, maar door gebruik te maken van speciale lichtspots die weinig licht naar de zijkant uitstralen, verkleinen we zoveel mogelijk de kans op overlast.

8. Hoe voorkomt het college dat straks groen wordt vernietigd dat richting de verlichting groeit?

Antwoord: Om te voorkomen dat de grondspots overgroeid worden, plaatsen we een ring rond de grondspots die voorkomt dat er bladeren voor gaan groeien. Zie de afbeelding hieronder.

9. Er komen nestkasten voor vogels en vleermuizen, mooi! Hoe wordt voorkomen dat deze dieren last hebben van de extra verlichting, en ook eventueel het trillen van muziek tot laat in de avond en nacht?

Antwoord: Geluid en trillingen kunnen inderdaad verstorend zijn voor bepaalde vogels. We verwachten echter niet dat vogels die hier gevoelig voor zijn zich nestelen in deze nestkasten bij TivoliVredenburg. Bovendien komen deze geluid- en trillingsgevoelige vogels weinig voor in het centrum van de stad.

In het plan staat “De groene wand in de Vlaamse Toren wordt (...) voorzien van horizontale lichtlijnen.” De plaatjes in het lichtplan geven geen duidelijk beeld van de uitwerking:

In het plan staat: “Vanuit Luminizer kunnen we (...) verschillende lichtbeelden op de groenwand mogelijk te maken.”

10. Kan het college uitleggen wat de plannen zijn voor deze groene wand en de verlichting? Gaat het groen over de verlichting heen groeien en zo ja, waarom is hiervoor gekozen?

Antwoord: Deze wand wordt een kunstzinnige combinatie van een schildering, verlichting en gevelgroen, gebaseerd op het interieurontwerp van de foyer bij de Grote Zaal van Hertzberger. Geen enkel onderdeel (groen, verlichting, schildering) is ondergeschikt aan het andere. Het definitief ontwerp moet nog gemaakt worden, en we nemen als aandachtspunt mee dat de lichtlijnen niet direct onder de beplanting wordt aangebracht om te voorkomen dat dit met elkaar conflicteert.

10A. Zo ja, wordt groen dan niet drastisch gesnoeid om de lichtlijnen zichtbaar te houden?

Antwoord: Dit willen we uiteraard voorkomen. Daarom hebben we de beplanting gekozen op basis van de eigenschap dat deze niet te lang groeit en naar beneden gaat hangen. En bovendien nemen we dit aandachtspunt mee bij de uitwerking van het DO om te voorkomen dat dit ooit vanwege deze reden moet gebeuren.

10B. Is het groen ook hier ondergeschikt aan de verlichting? Zo nee, hoe zit het dan?

Antwoord: Nee. We kunnen de locatie van de verlichting en groen aanpassen zodat de kans dat dit conflicteert met elkaar minimaal wordt.

In het plan lezen we “Het verlichten van de trappen zou kunnen bijdragen aan verbetering(?). Maar een hoger lichtniveau in de straat, met wat meer differentiatie, is wel wenselijk.”

11. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat er al genoeg licht is in de straten Vredenburg en Catharijnesingel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het lichtniveau in de Vlaamse en Hollandse Toren en op de Vredenburgkade voldoet aan alle technische eisen, maar gaan we beter verdelen voor een betere (veiligheids)beleving: we plaatsen één extra mast op de Vredenburgkade om een relatief donkere hoek bij de (nacht)ingang van Hoog Catharijne beter te verlichten. De trappen bij de Vredenburgkade blijven ook wat de verlichting betreft ongewijzigd want die vallen buiten het projectgebied.

12. Als het college kiest voor het verlichten van de trappen en het verhogen van het lichtniveau: hoe wordt voorkomen dat water en groen direct worden aangelicht (ook afspraken n.a.v. het burgerinitiatief)?

Antwoord: Zoals in het lichtplan is vermeld, vallen deze trappen buiten het projectgebied. De trappen worden dus niet extra verlicht.

13. Is het college het met de PvdD eens dat als je zo redeneert, je steeds meer donkere plekken gaat verlichten omdat het contrast met de sterk verlichte plekken anders ‘te groot’ wordt en daardoor lichtvervuiling steeds meer toeneemt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: We moeten per locatie de afweging maken of het voor de beleving en de sociale en fysieke veiligheid noodzakelijk is om meer openbare verlichting toe te voegen. Het contrast tussen donkere en lichte plekken is geen reden om meer verlichting toe te voegen.

Het lichtplan zegt: “Het is mogelijk om met minder armaturen voldoende licht in de straat te brengen. 2 Armaturen per straat minder is denkbaar, maar dit zal minder evenwichtig aandoen.”

14. Deelt het college onze mening dat het tegengaan van lichtvervuiling belangrijker is dan het hebben van een ‘evenwichtig’ lichtbeeld? Zo nee, waarom niet? En zo ja, gaat het college dan minder armaturen aanbrengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Vanwege de uitgang van TivoliVredenburg in de Vlaamse Toren en de nachtroute vanuit de binnenstad naar het centraal station door de Hollandse Toren worden deze straten veel in de avond en nacht gebruikt. Daarom vinden we het belangrijk dat deze straten goed verlicht worden, en hebben gekozen voor een beter en gelijkmatiger lichtniveau dan het minimaal noodzakelijke.

Er staat ook wat de plannen kúnnen zijn als wordt gekozen voor FAME. De (financiële) haalbaarheid hiervan is nog onzeker en wordt in de volgende fase onderzocht. Wij zien vooral armaturen die méér licht uitstralen.

15. Waar gaat de voorkeur van het college naar uit: BASIS of FAME?

Antwoord: Voor de variant FAME is geen budget gevonden. Alleen de basis-variant wordt uitgevoerd

16. Vreest het college net als de PvdD voor méér lichtvervuiling bij FAME? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het college voorkomen dat er meer lichtvervuiling ontstaat?

Antwoord: Zie antwoord bij vraag 15.

17. Wanneer krijgt de raad meer informatie over de volgende fase, en blijft de raad in positie om aanpassingen te kunnen meegeven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: We zijn voornemens voor de zomer 2024 in te stemmen met het aanwijzingsbesluit voor het fietsparkeerverbod in de straten rondom TivoliVredenburg. In de daaropvolgende raadsbrief informeren we de raad over het definitieve ontwerp. Er is dan geen ruimte meer voor aanpassingen.

Bomenvragen

In de brief staat: “Iedere boom wordt afzonderlijk ondergronds verankerd met gegalvaniseerde betonijzermatten om omwaaien te voorkomen.” Wij vrezen voor de gezondheid van de bomen.

18. Heeft het college onderzocht wat de gevolgen zijn voor de gezondheid en de levensduur van bomen als ze worden verankerd met deze matten? Zo ja, wat zijn de conclusies? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het verankeren van bomen middels betonijzermatten is een zeer gangbare methode op plaatsen waar de bodemdiepte beperkt is. In Utrecht is deze methode ook toegepast op het Berlijnplein en het Brusselplein. Er zijn ons geen nadelige effecten bekend waardoor we dit niet verder onderzocht hebben.

19. Is het college met het de PvdD eens dat het beter is als bomen in de volle grond kunnen groeien? Zo nee, waarom niet? En is dat hier écht niet mogelijk?

Antwoord: Uiteraard is het beter om bomen in de volle grond te planten. Maar de parkeergarage van Hoog Catharijne ligt vrijwel direct onder het maaiveld op deze locatie, waardoor het hier niet mogelijk is om bomen in de volle grond te planten.

20. Waar in Utrecht zijn nog meer betonijzermatten ondergronds aangebracht bij bomen en hoe gaat het met deze bomen?

Antwoord: Zie antwoord bij vraag 18.

In het plan staat: “Afstemming met plaatsing van de bomen is nodig om te voorkomen dat de hoge bomen het licht blokkeren, en daarmee ongewenste schaduwen op de muurschildering werpen.”

21. Maar wat als de bomen wél het licht gaan blokkeren? Is het college het met de PvdD eens dat ze dan niet drastisch gesnoeid of gekapt moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: De verlichting wordt aan spandraden boven de straat gehangen. De locatie van de armaturen wordt afgestemd op de uiteindelijke volwassenheid van de te planten bomen. We hangen dus geen armaturen boven of in de directe nabijheid van de bomen. De locaties van de armaturen zijn naderhand ook nog aan te passen mocht er een conflict ontstaan met een groeiende boom.

22. Is het college het met de PvdD eens dat bomen essentieel zijn voor meer biodiversiteit, klimaatadaptatie en het tegengaan van klimaatverandering en het daarom onwenselijk is om deze ondergeschikt te maken aan artistieke uitingen in de publieke ruimte? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat ruimte voor bomen niet om genoemde redenen ingeperkt wordt?

Antwoord: Het college is het met PvdD eens dat bomen essentieel zijn voor meer biodiversiteit, klimaatadaptatie en het tegengaan van klimaatverandering. We voegen daarom het maximaal aantal bomen toe dat de ondergrondse parkeergarage kan dragen. Bovendien planten we drie verschillende soorten bomen met een wisselende bloeiperiode om de biodiversiteit in het voorjaar, zomer én najaar te versterken. In dit plan komen geen artistieke uitingen die de ruimte voor de bomen inperken.

Louise de Vries en Saskia Oskam, Partij voor de Dieren