Schriftelijke vragen Op naar een milieuvriendelijke gladheidsbestrijding!
Indiendatum: 17 feb. 2021
Schriftelijke vragen 49/2021
Het winterse weer van de afgelopen week zorgde niet alleen voor sneeuw- en ijspret, maar ook voor gladde stoepen, paden en wegen. Om gevaarlijke situaties te voorkomen zijn er miljoenen kilo’s zout gestrooid. Maar al dat zout droogt bomen en dieren uit, en blijft nog maandenlang in het oppervlaktewater en de natuur aanwezig. Het hele bodemleven raakt erdoor vergiftigd en vogels raken versuft en krijgen nierproblemen, waardoor ze sterven.
Een Vandaag berichtte 13 februari dat er die week 120 miljoen kilo zout gestrooid was om wegen begaanbaar te houden. De provincie Noord Holland werkt aan een ander dooimiddel: grassap. Sap uit gemaaid bermgras helpt tegen gladheid zonder het omliggende groen en dieren te beschadigen.
Een grassapfabriek in Noord-Holland gaat 20.000 liter produceren, genoeg voor een flinke bijdrage aan haar eigen gladheidsbestrijding, maar niet voor heel Nederland. Echter, iedere overheid maait (berm)gras en heeft deze grondstof dus voorhanden. De ervaringen en experimenten uit Noord-Holland zouden we direct kunnen kopiëren, om ook in Utrecht een natuurvriendelijker gladheidsbestrijding te hanteren. Op wijkniveau kan gebruik van de bezem en zand in plaats van zout op een milieuvriendelijke wijze gladheid tegengaan.
De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:
1. Hoeveel kilo strooizout is er in de afgelopen vorstperiode in Utrecht gestrooid?
2. Wat heeft het college tot nu toe gedaan om de hoeveelheid strooizout tot een minimum te beperken in de gemeente Utrecht, en ook om de dieren en de natuur te beschermen tegen de negatieve effecten van strooizout op de gezondheid van die dieren en de natuur?
3. Grassap in plaats van strooizout bevat minder zout, én de zouten uit grassap zijn minder schadelijk. Er is wel een omvangrijker productieproces nodig.
A. Hoe schat het college de duurzaamheid van grassap in?
B. Hoe weegt het college de duurzaamheid van het productieproces van strooizout en grassap tegen de schadelijke impact van beide middelen op de biodiversiteit?
4. Áls grassap inderdaad een milieuvriendelijker alternatief voor strooizout is, kan het college dan, in overleg met de ontwikkelaars in Noord Holland, maar ook de benodigde partners, zoals de aannemers die de bermen maaien, Stadbedrijven die de gladheidsbestrijding uitvoert, andere overheden en waterschappen inzichtelijk maken wat er voor nodig is (praktisch en financieel) om ook in Utrecht strooizout te gaan vervangen door grassap als dooimiddel? Zo ja, kan het college zich daarbij ook inzetten om te komen tot een plan van aanpak om in de volgende winter ook daadwerkelijk zoveel mogelijk strooizout te vervangen door grassap? Zo nee, waarom niet?
De Partij voor de Dieren onderschrijft het gemeentelijk beleid om terughoudend te zijn met het gebruik van strooizout. Maar daardoor waren veel straten de afgelopen dagen wel een gevaarlijke ijsbaan. Het tijdig vegen van straten en stoepen na sneeuwval en het gebruik van strooizand in plaats van zout kunnen gevaarlijke situaties voorkomen.
5. Wat kan het college doen om inwoners beter te faciliteren, zodat zij hun eigen straat en stoep schoon kunnen maken?
A. Welke mogelijkheden ziet het college bijvoorbeeld in het verspreiden van uitleenbezems en uitleensneeuwscheppen, zoals bijvoorbeeld ook vuilnisgrijpers te leen zijn bij Stadsbedrijven?
B. Welke mogelijkheden ziet het college voor het via centrale punten uitdelen van strooizand, zodat inwoners daar zelf een emmertje kunnen halen, enerzijds als alternatief voor zout dat mensen zelf gebruiken en dat schadelijk is voor het milieu, anderzijds als motivatie om überhaupt de “eigen” stoep begaanbaar te maken?
C. Welke mogelijkheden ziet het college om Stadsbedrijven in te zetten om ook in de wijken te vegen na sneeuwval (zonder ook zout te strooien)?
6. Aangezien Utrecht een gezonde stad wil zijn waar fietsen en lopen de belangrijkste mobiliteiten zijn, is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het niet logisch is dat autowegen eerder dan fiets- en voetpaden sneeuw- en ijsvrij gemaakt worden, en dat het beleid rond gladheidsbestrijding op dit punt heroverwogen zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Tot slot nog over veegwagens: Leidse onderzoekers vonden in Leiden de afgelopen dagen duizenden plastic stengels van veegwagens waarmee fietspaden sneeuwvrij waren gemaakt.
7. Wordt in Utrecht ook gebruik gemaakt van dergelijke veegwagens met plastic stengels?
8. Zo ja, verliezen deze veegwagens ook (zoveel) plastic stengels en wat wordt er gedaan om te voorkomen dat deze stengels loslaten en op straat en in de natuur belanden?
9. En zo ja, is het college bereid te stoppen met dergelijke veegwagens waar de plastic stengels zo makkelijk van loslaten? Zo nee, waarom niet?
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Indiendatum:
17 feb. 2021
Antwoorddatum: 17 mrt. 2021
Schriftelijke vragen 49/2021
Het winterse weer van de afgelopen week zorgde niet alleen voor sneeuw- en ijspret, maar ook voor gladde stoepen, paden en wegen. Om gevaarlijke situaties te voorkomen zijn er miljoenen kilo’s zout gestrooid. Maar al dat zout droogt bomen en dieren uit, en blijft nog maandenlang in het oppervlaktewater en de natuur aanwezig. Het hele bodemleven raakt erdoor vergiftigd en vogels raken versuft en krijgen nierproblemen, waardoor ze sterven.
Een Vandaag berichtte 13 februari dat er die week 120 miljoen kilo zout gestrooid was om wegen begaanbaar te houden. De provincie Noord Holland werkt aan een ander dooimiddel: grassap. Sap uit gemaaid bermgras helpt tegen gladheid zonder het omliggende groen en dieren te beschadigen.
Een grassapfabriek in Noord-Holland gaat 20.000 liter produceren, genoeg voor een flinke bijdrage aan haar eigen gladheidsbestrijding, maar niet voor heel Nederland. Echter, iedere overheid maait (berm)gras en heeft deze grondstof dus voorhanden. De ervaringen en experimenten uit Noord-Holland zouden we direct kunnen kopiëren, om ook in Utrecht een natuurvriendelijker gladheidsbestrijding te hanteren. Op wijkniveau kan gebruik van de bezem en zand in plaats van zout op een milieuvriendelijke wijze gladheid tegengaan.
De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:
1. Hoeveel kilo strooizout is er in de afgelopen vorstperiode in Utrecht gestrooid?
Gedurende de laatste vorstperiode hebben we 25 keer alle hoofdwegen (750 km) en hoofdfietsroutes (525 km) gestrooid. Hiervoor is 1.400 ton (1.400.000 kg) strooizout gebruikt.
2. Wat heeft het college tot nu toe gedaan om de hoeveelheid strooizout tot een minimum te beperken in de gemeente Utrecht, en ook om de dieren en de natuur te beschermen tegen de negatieve effecten van strooizout op de gezondheid van die dieren en de natuur?
De gemeente heeft vanuit de Wegenwet een zorgplicht, en daardoor een inspanningsverplichting, om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk weggebruikers veilig gebruik kunnen maken van de openbare wegen en plaatsen. Gladheidbestrijding valt onder deze zorgplicht. Conform het Beleidsplan Gladheidsbestrijding 2020-2025, op 21 juli 2020 aan uw raad toegestuurd, strooien we niet alle wegen, alleen de hoofdwegen, busroutes en doorgaande fietsroutes. Doordat we terughoudend zijn met het strooien van zout op de trottoirs (alleen in fase 2 op locaties/rond voorzieningen met een maatschappelijke belang in de wijk), komt er weinig tot geen zout in de groenstroken en kunnen huisdieren zonder nadelige gevolgen op de stoep lopen.
Conform (landelijke) wet- en regelgeving mag op een aantal locaties in Utrecht niet worden gestrooid, vanwege de mogelijke milieubelasting, zoals het Waterwinpark in Leidsche Rijn (waterwingebied). Er zijn ook locaties waar we ervoor kiezen om niet te strooien, omdat er zwaarwegende ecologische bezwaren zijn tegen het strooien van zout. Op dit moment geldt dit bijvoorbeeld voor het fietspad langs de ecologische vegetatiemuur in het Griftpark en voor een gedeelte van het Lint in het Maximapark (ecologie Maximapark). Door gebruik te maken van natzout beperken we de nadelige effecten van strooizout. Bij strooien met natzout wordt droog zout nat gemaakt. Natzout is zwaarder dan droog zout, waardoor er minder zout naast de weg belandt door verwaaiing. Daarnaast heeft natzout een langere werking dan droogzout. We gebruiken zo 25% minder zout dan bij strooien met droog zout. Alle strooiwagens zijn voorzien van een routesysteem en automatisch strooisysteem. Het routesysteem zorgt ervoor dat de strooiroutes zo efficiënt mogelijk gereden worden. Hierdoor wordt er niet onnodig gestrooid. In het automatisch strooisysteem (autologic systeem) zijn alle breedten van de wegen en fietspaden opgenomen. Door GPS wordt de strooibreedte automatisch aangepast aan de wegbreedte. Het grote voordeel hiervan is dat er niet te breed wordt gestrooid (niet in de berm). We werken nauw samen met meteorologen van DTN (voorheen Meteo). Met hen bepalen we het juiste strooimoment, waardoor de strooiacties zo effectief mogelijk zijn.
3. Grassap in plaats van strooizout bevat minder zout, én de zouten uit grassap zijn minder schadelijk. Er is wel een omvangrijker productieproces nodig.
A. Hoe schat het college de duurzaamheid van grassap in?
De pilot is in 2018 gestart in Noord-Holland (gefinancierd door de Europese LIFE-subsidie). Bij de pilot met grassap wordt het sap aangevuld met regulier strooizout (30% graszouten/70% strooizouten). Tussen januari en juni 2021 worden de eerste (tussentijdse) resultaten van de pilot verwacht. Het onderzoek loopt tot december 2022. Op basis van deze pilot zal er waarschijnlijk meer bekend worden over de duurzaamheid en effectiviteit van grassap. Op basis van de huidige kennis is er over de duurzaamheid van grassap nog geen uitspraak te doen.
B. Hoe weegt het college de duurzaamheid van het productieproces van strooizout en grassap tegen de schadelijke impact van beide middelen op de biodiversiteit?
Een weging van de duurzaamheid van het productieproces van beide middelen ten opzichte van de schadelijke impact op het milieu en de biodiversiteit van beide middelen is nu niet te maken. In de hele keten van het productieproces (van gras tot sap) kunnen ook stappen zitten met een schadelijke impact op milieu en biodiversiteit. Dat moet allemaal meegewogen worden voor een goed oordeel.
4. Áls grassap inderdaad een milieuvriendelijker alternatief voor strooizout is, kan het college dan, in overleg met de ontwikkelaars in Noord Holland, maar ook de benodigde partners, zoals de aannemers die de bermen maaien, Stadbedrijven die de gladheidsbestrijding uitvoert, andere overheden en waterschappen inzichtelijk maken wat er voor nodig is (praktisch en financieel) om ook in Utrecht strooizout te gaan vervangen door grassap als dooimiddel? Zo ja, kan het college zich daarbij ook inzetten om te komen tot een plan van aanpak om in de volgende winter ook daadwerkelijk zoveel mogelijk strooizout te vervangen door grassap? Zo nee, waarom niet?
Het strooien van zout brengt risico's voor het milieu met zich mee. Wij zijn ons hiervan bewust en om die reden is gebruik van grassap een interessante ontwikkeling, die we zeker nauwlettend volgen. Op dit moment is er echter nog te weinig bekend over de precieze duurzaamheid en effectiviteit van grassap (zie beantwoording vraag 3). Daarnaast geeft de NVRD, onze kennispartner voor gladheidbestrijding, aan dat er ook nog maar weinig bekend is over de (praktische) toepassing van grassap in de gladheidsbestrijding. Om deze redenen stellen wij, in afwachting tot resultaten van pilot in Noord-Holland, nu nog geen plan van aanpak op voor het gebruik van grassap in Utrecht.
De Partij voor de Dieren onderschrijft het gemeentelijk beleid om terughoudend te zijn met het gebruik van strooizout. Maar daardoor waren veel straten de afgelopen dagen wel een gevaarlijke ijsbaan. Het tijdig vegen van straten en stoepen na sneeuwval en het gebruik van strooizand in plaats van zout kunnen gevaarlijke situaties voorkomen.
5. Wat kan het college doen om inwoners beter te faciliteren, zodat zij hun eigen straat en stoep schoon kunnen maken?
A. Welke mogelijkheden ziet het college bijvoorbeeld in het verspreiden van uitleenbezems en uitleensneeuwscheppen, zoals bijvoorbeeld ook vuilnisgrijpers te leen zijn bij Stadsbedrijven?
Perioden met veel sneeuwval doen zich tegenwoordig weinig voor en duren meestal maar een paar dagen. Het opzetten van een uitleensysteem vraagt veel van de organisatie. Deze inspanning weegt niet op tegen het zeer beperkte gebruik van de materialen. Dit in tegenstelling tot het uitlenen van vuilknijpers, die het hele jaar door frequent gebruikt worden. Er lijkt bij bewoners geen grote behoefte te zijn aan bezems en sneeuwscheppen: afgelopen periode hebben we geen verzoeken ontvangen.
B. Welke mogelijkheden ziet het college voor het via centrale punten uitdelen van strooizand, zodat inwoners daar zelf een emmertje kunnen halen, enerzijds als alternatief voor zout dat mensen zelf gebruiken en dat schadelijk is voor het milieu, anderzijds als motivatie om überhaupt de “eigen” stoep begaanbaar te maken?
Het gebruik van strooizand in de openbare ruimte willen we niet stimuleren, aangezien zand verstopping van de riolering kan veroorzaken. Strooimiddelen zijn voor bewoners goed verkrijgbaar tegen een lage prijs. Het organiseren van centrale uitdeelpunten voor strooimiddelen weegt niet op tegen het zeer beperkte gebruik ervan. Via de gemeentelijke communicatiekanalen vragen we bewoners hun eigen stoep schoon te maken.
C. Welke mogelijkheden ziet het college om Stadsbedrijven in te zetten om ook in de wijken te vegen na sneeuwval (zonder ook zout te strooien)?
De medewerkers van Stadsbedrijven bestrijden bij sneeuwval gladheid op locaties/rond voorzieningen met een maatschappelijke belang in de wijk (scholen, wijkgezondheidscentra, winkelcentra en verzorgings-, en bejaardenhuizen). Zij doen dit voornamelijk handmatig met bezems en sneeuwschuivers. Er is niet voldoende capaciteit om dan ook sneeuw te ruimen in de overige straten in de wijken.
6. Aangezien Utrecht een gezonde stad wil zijn waar fietsen en lopen de belangrijkste mobiliteiten zijn, is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het niet logisch is dat autowegen eerder dan fiets- en voetpaden sneeuw- en ijsvrij gemaakt worden, en dat het beleid rond gladheidsbestrijding op dit punt heroverwogen zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Nee. De veronderstelling dat autowegen eerder sneeuw- en ijsvrij gemaakt worden dan fietspaden, klopt niet. In de uitvoering wordt geen onderscheid gemaakt tussen autowegen en fietspaden. De voertuigen voor autowegen en fietspaden gaan gelijktijdig de weg op. Wel is de werking van zout op autowegen beter, doordat autobanden zout beter inrijden dan fietsbanden op een fietspad.
Tot slot nog over veegwagens: Leidse onderzoekers vonden in Leiden de afgelopen dagen duizenden plastic stengels van veegwagens waarmee fietspaden sneeuwvrij waren gemaakt.
7. Wordt in Utrecht ook gebruik gemaakt van dergelijke veegwagens met plastic stengels?
In Utrecht zetten we borstelmachines in op verzoek van uw raad en de Fietsersbond. In de afgelopen periode zijn deze niet ingezet, omdat de werking van borstels bij veel sneeuwval onvoldoende is t.o.v. schuiven. De Utrechtse fietspaden bestaan voornamelijk uit asfalt. Deze zijn beter schuifbaar dan de tegelfietspaden van vroeger.
8. Zo ja, verliezen deze veegwagens ook (zoveel) plastic stengels en wat wordt er gedaan om te voorkomen dat deze stengels loslaten en op straat en in de natuur belanden?
Nee, deze borstelmachines verliezen geen stengels. We gebruiken kwalitatief goede borstels en controleren deze regelmatig.
9. En zo ja, is het college bereid te stoppen met dergelijke veegwagens waar de plastic stengels zo makkelijk van loslaten? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 8.
Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Bodycams voor handhavers
Lees verderSchriftelijke vragen Bomenkap in De Meern
Lees verder