Schrif­te­lijke vragen Positieve campagne ‘over­last­ge­vende dieren’


Indiendatum: 15 mei 2024

Schriftelijke vragen 95/2024

In februari 2024 startte de gemeente Groningen een mooie campagne om ‘overlastgevende dieren’ op een positieve manier voor het voetlicht te brengen: roeken, mollen, wespen en steenmarters. De gemeente Utrecht laat mollen gelukkig steeds meer met rust en ging op verzoek van de Partij voor de Dieren in gesprek met de Wespenstichting voor meer begrip voor deze dieren. We zijn ook blij dat de gemeente Utrecht op ons verzoek niet meer spreekt van ‘ongedierte’. Wij vinden dat ook dieren als (stads)duiven, muizen en ratten een zeer negatief imago hebben, terwijl ook zij er mogen zijn, een functie in het ecosysteem hebben en toch te maken hebben met veel vooroordelen. Daarom de volgende vragen:

1. Wat vindt het college van deze campagne van de gemeente Groningen?

2. Is het college bereid om contact te zoeken met de gemeente Groningen om positieve ideeën op te doen voor de communicatie over dieren die als ‘overlastgevend’ worden gezien? Zo nee, waarom niet?

3. Is dit een campagne die het college ook voor zich ziet voor Utrecht en zo ja, in welke vorm, over welke dieren en wanneer? Zo nee, waarom niet?

4. Is het college bereid om de pagina op de site van de gemeente Utrecht over ‘overlastgevende dieren’ goed onder de loep te nemen en aan te passen naar (nog) meer diervriendelijke taal en natuurlijk ook diervriendelijker beleid? Zo nee, waarom niet?*

5. Hoe zorgen we ervoor dat (ook) eigen medewerkers positiever gaan denken over ‘overlastgevende dieren’?

* Hier staat bijvoorbeeld nog steeds vaak ‘bestrijden’. Bij muskusratten is dit zelfs de enige optie die genoemd wordt. Bij buxusmotten staat “Wees er snel bij om ze te bestrijden”. Ook het woord ‘dierplagen’ wordt gebruikt. En mooi dat op ons verzoek lijmplanken afgeraden worden, maar er staat ook “Daarnaast komen er vaak nog onschuldige diertjes in vast te zitten”, alsof muizen en ratten niet onschuldig zijn. Dus ‘andere dieren’ is een betere optie.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 15 mei 2024
Antwoorddatum: 11 jun. 2024

Schriftelijke vragen 95/2024

In februari 2024 startte de gemeente Groningen een mooie campagne om ‘overlastgevende dieren’ op een positieve manier voor het voetlicht te brengen: roeken, mollen, wespen en steenmarters. De gemeente Utrecht laat mollen gelukkig steeds meer met rust en ging op verzoek van de Partij voor de Dieren in gesprek met de Wespenstichting voor meer begrip voor deze dieren. We zijn ook blij dat de gemeente Utrecht op ons verzoek niet meer spreekt van ‘ongedierte’. Wij vinden dat ook dieren als (stads)duiven, muizen en ratten een zeer negatief imago hebben, terwijl ook zij er mogen zijn, een functie in het ecosysteem hebben en toch te maken hebben met veel vooroordelen. Daarom de volgende vragen:

1. Wat vindt het college van deze campagne van de gemeente Groningen?

Antwoord: Wij zijn positief over de campagne van de gemeente Groningen. Het draagt bij aan meer bewustwording over samenleven met dieren. Deze campagne laat zien dat dieren die in eerste instantie als minder prettig worden ervaren toch heel nuttig en belangrijk zijn voor o.a. de biodiversiteit. Daarnaast is het heel prettig dat deze campagne op een ludieke manier de aandacht trekt en veel bereik heeft gehad. Als college ondersteunen we deze boodschap. We zijn daar zelf ook al mee bezig door bijvoorbeeld bodemdieren te tellen, vissen zichtbaar te maken en bijenburchten aan te leggen.

2. Is het college bereid om contact te zoeken met de gemeente Groningen om positieve ideeën op te doen voor de communicatie over dieren die als ‘overlastgevend’ worden gezien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: We hebben contact opgenomen met de gemeente Groningen. De campagne is heel goed ontvangen en heeft een groot bereik gehad. Hij werd bij Radio 1 besproken en bewoners uit andere gemeenten hebben de boodschap gedeeld. Het is niet mogelijk om de campagne uit Groningen over te nemen in verband met auteursrecht, de campagne is door een extern bureau bedacht en uitgevoerd.

3. Is dit een campagne die het college ook voor zich ziet voor Utrecht en zo ja, in welke vorm, over welke dieren en wanneer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: We zullen de campagne zoals deze in Groningen is uitgevoerd, vanwege het auteursrecht, in deze vorm niet overnemen. Als gemeente zullen we dit jaar wel in een andere vorm aandacht besteden aan dit onderwerp via onze eigen kanalen, zoals de website en social media. Hiervoor zetten we in op diersoorten die in Utrecht van toepassing zijn. Utrecht Natuurlijk besteedt in haar programma ieder jaar veel aandacht aan samenleven met wilde dieren met als doel om dieren meer te tolereren.

4. Is het college bereid om de pagina op de site van de gemeente Utrecht over ‘overlastgevende dieren’ goed onder de loep te nemen en aan te passen naar (nog) meer diervriendelijke taal en natuurlijk ook diervriendelijker beleid? Zo nee, waarom niet?*

Antwoord: Ja, dat stond al in de planning voor komende zomer.

5. Hoe zorgen we ervoor dat (ook) eigen medewerkers positiever gaan denken over ‘overlastgevende dieren’?

Antwoord: We zijn daar al mee bezig voor soorten zoals bodemdieren en stoepplanten. Door middel van lezingen, social media en tellingen leggen we onze collega's uit dat bodemdieren en stoepplanten zeer waardevol zijn voor de biodiversiteit en andere ecosysteemdiensten.

---

* Hier staat bijvoorbeeld nog steeds vaak ‘bestrijden’. Bij muskusratten is dit zelfs de enige optie die genoemd wordt. Bij buxusmotten staat “Wees er snel bij om ze te bestrijden”. Ook het woord ‘dierplagen’ wordt gebruikt. En mooi dat op ons verzoek lijmplanken afgeraden worden, maar er staat ook “Daarnaast komen er vaak nog onschuldige diertjes in vast te zitten”, alsof muizen en ratten niet onschuldig zijn. Dus ‘andere dieren’ is een betere optie.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren