Schrif­te­lijke vragen Pride Utrecht


Indiendatum: 22 dec. 2022

Schriftelijke vragen 233/2022

Vorige week lazen wij in het AD dat de inschrijvingen voor de Utrechtse Pride zijn geopend en dat deze jubileumeditie ‘groter dan ooit’ wordt en het nu al dringen is voor een plekje. Tegelijkertijd heeft de Pride haar inschrijfprocedure aangepast en worden nu diverse tarieven gehanteerd voor LHBTI non profit, profit, personeelsverenigingen en LHBTI vrienden. Hoewel er in de hoogte van de tarieven rekening wordt gehouden met wie voorrang krijgt, geeft deze werkwijze nog steeds veel ruimte aan organisaties en groepen die zelf geen onderdeel zijn van de LHBTIQA+ gemeenschap en daar enkel komen om zichzelf te profileren. Ook klinken er in onze stad en daarbuiten al jaren geluiden van verzet tegen de toenemende commercialisering en ‘pinkwashing’ van de Pride. Vanuit de LHBTIQA+ gemeenschap wordt daarnaast al enkele jaren aangeven dat Utrecht Pride o.a. ontoegankelijk is voor gehandicapte mensen en teveel de nadruk legt op feestende cishetero gasten. Dit heeft tot gevolg dat de veelheid aan groepen waarvoor de Pride bedoeld is steeds vaker wegblijven en het een grootschalig stadsevent is geworden dat het daadwerkelijke emancipatoire doel van Pride uit het oog verliest. We zien deze onvrede ook terug aan de georganiseerde protesten en alternatieve ‘grassroots’ vieringen in de stad. In een tijd waarin de veiligheid van queer en trans personen in de stad terugloopt, zou het van belang moeten zijn dat de gemeenschappen, hun wensen en hun veiligheid centraal staan bij uitgerekend een event als de Pride. In dezelfde week van het nieuwsbericht over de komende editie van de Utrechtse Pride verscheen in het NRC ook het bericht dat Amsterdam Pride stappen zet om de Pride inclusiever te maken door de organisatie niet bij een, maar twee partijen te beleggen en zo ook te zorgen dat er oog is voor de meer gemarginaliseerde groepen binnen de LHBTIQA+ gemeenschap. Dit voorbeeld laat zien dat het wel degelijk mogelijk is om binnen de Pride ruimte te blijven maken voor de stemmen binnen de gemeenschap die dikwijls onderbelicht blijven tijdens de Pride.

Daarom stellen BIJ1 en Partij voor de Dieren de volgende vragen:

1. Gemeente Utrecht heeft een subsidierelatie met de Utrechtse Pride. In hoeverre kan zij in de subsidievoorwaarden sturen op inhoudelijke voorwaarden waaraan de Pride moet voldoen?

2. Op de website van Utrecht Pride wordt gesproken over een onafhankelijke adviescommissie die de aanvragen voor deelname beoordeeld. Is de wethouder op de hoogte van de samenstelling van deze commissie? En zijn verschillende subgroepen uit de LHGBTIQA+ gemeenschap hierin vertegenwoordigd (zoals queer mensen van kleur, queer mensen met een handicap etc)?

3. Hoe kijkt de wethouder er tegenaan dat het moeten betalen van deelnamegelden om mee te varen (ook in de non profit categorie) mogelijk een financiële drempel opwerpt die vaak juist de kleinere organisaties, bestaande uit mensen uit meer gemarginaliseerde identiteiten, weerhoudt van deelname?

4. Wat is de visie van de wethouder op het gegeven dat veel LHBTIQA+ organisaties niet deelnemen aan de Pride (vanwege financiële redenen, onveiligheid of ontoegankelijkheid) maar dat de Pride wel ruimte maakt voor ‘vrienden’ van de Pride die zelf geen onderdeel zijn van de gemeenschap?

5. Hoe kijkt de wethouder naar de deelname van de politie aan de canal Pride, terwijl het korps aantoonbaar institutionele en structurele problemen heeft op het gebied van queer en transfobie, etnisch profileren en buitensporig politiegeweld naar ‘minderheden’4? En kan zij zich voorstellen dat de deelname van de politie niet bijdraagt aan het gevoel van veiligheid van een deel van de LHBTIQA+ gemeenschap?

6. Is de wethouder op de hoogte van de geluiden van onvrede over de commercialisering van Pride en het zogenaamde ‘Regenboog kapitalisme’ en is zij bereid zich in te zetten om deze ontwikkeling een halt toe te roepen?

7. Het bestuur van de Utrechtse Pride bestaat al jaren uit 6 witte cis homo mannen, dit is niet in lijn is met de inclusie agenda van de Gemeente, waarin de waarde van vertegenwoordiging van verschillende subgroepen binnen de LHBTIQA+ gemeenschap wordt beschrevenen. Ziet de wethouder mogelijkheden om subsidievoorwaarden te verbinden aan meer representatie op bestuursniveau?

8. Ziet de wethouder kansen om in het kader van intersectionaliteit te kijken naar de mogelijkheden voor Utrecht in het evenbeeld van Amsterdam en de organisatie van de Utrechtse Pride bij meerdere partijen te beleggen?

Kelly de Haan en Stevie Nolten, BIJ1
Louise de Vries en Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren

Indiendatum: 22 dec. 2022
Antwoorddatum: 24 jan. 2023

Schriftelijke vragen 233/2022

Vorige week lazen wij in het AD dat de inschrijvingen voor de Utrechtse Pride zijn geopend en dat deze jubileumeditie ‘groter dan ooit’ wordt en het nu al dringen is voor een plekje. Tegelijkertijd heeft de Pride haar inschrijfprocedure aangepast en worden nu diverse tarieven gehanteerd voor LHBTI non profit, profit, personeelsverenigingen en LHBTI vrienden. Hoewel er in de hoogte van de tarieven rekening wordt gehouden met wie voorrang krijgt, geeft deze werkwijze nog steeds veel ruimte aan organisaties en groepen die zelf geen onderdeel zijn van de LHBTIQA+ gemeenschap en daar enkel komen om zichzelf te profileren. Ook klinken er in onze stad en daarbuiten al jaren geluiden van verzet tegen de toenemende commercialisering en ‘pinkwashing’ van de Pride. Vanuit de LHBTIQA+ gemeenschap wordt daarnaast al enkele jaren aangeven dat Utrecht Pride o.a. ontoegankelijk is voor gehandicapte mensen en teveel de nadruk legt op feestende cishetero gasten. Dit heeft tot gevolg dat de veelheid aan groepen waarvoor de Pride bedoeld is steeds vaker wegblijven en het een grootschalig stadsevent is geworden dat het daadwerkelijke emancipatoire doel van Pride uit het oog verliest. We zien deze onvrede ook terug aan de georganiseerde protesten en alternatieve ‘grassroots’ vieringen in de stad. In een tijd waarin de veiligheid van queer en trans personen in de stad terugloopt, zou het van belang moeten zijn dat de gemeenschappen, hun wensen en hun veiligheid centraal staan bij uitgerekend een event als de Pride. In dezelfde week van het nieuwsbericht over de komende editie van de Utrechtse Pride verscheen in het NRC ook het bericht dat Amsterdam Pride stappen zet om de Pride inclusiever te maken door de organisatie niet bij een, maar twee partijen te beleggen en zo ook te zorgen dat er oog is voor de meer gemarginaliseerde groepen binnen de LHBTIQA+ gemeenschap. Dit voorbeeld laat zien dat het wel degelijk mogelijk is om binnen de Pride ruimte te blijven maken voor de stemmen binnen de gemeenschap die dikwijls onderbelicht blijven tijdens de Pride.

Daarom stellen BIJ1 en Partij voor de Dieren de volgende vragen:

1. Gemeente Utrecht heeft een subsidierelatie met de Utrechtse Pride. In hoeverre kan zij in de subsidievoorwaarden sturen op inhoudelijke voorwaarden waaraan de Pride moet voldoen?

Antwoord: Op basis van artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening (ASV) kunnen er nadere verplichtingen op gelegd worden over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteit. Deze nadere verplichtingen kunnen betrekking hebben op thema’s zoals; Social Return (lid 2c), Duurzaamheid (lid 2e) en de Inclusieve samenleving (lid 2d).

2. Op de website van Utrecht Pride wordt gesproken over een onafhankelijke adviescommissie die de aanvragen voor deelname beoordeeld. Is de wethouder op de hoogte van de samenstelling van deze commissie? En zijn verschillende subgroepen uit de LHGBTIQA+ gemeenschap hierin vertegenwoordigd (zoals queer mensen van kleur, queer mensen met een handicap etc)?

Antwoord: We zijn niet op de hoogte van de exacte samenstelling van de adviescommissie. Wel zijn we bekend met het gegeven dat de organisatie van Utrecht Pride deze onafhankelijke adviescommissie heeft ingesteld met het doel om meerdere perspectieven mee te nemen in de beoordeling van de aanvragen. Om een zo divers mogelijke adviescommissie te vormen worden leden van de adviescommissie jaarlijks gewisseld.

3. Hoe kijkt de wethouder er tegenaan dat het moeten betalen van deelnamegelden om mee te varen (ook in de non profit categorie) mogelijk een financiële drempel opwerpt die vaak juist de kleinere organisaties, bestaande uit mensen uit meer gemarginaliseerde identiteiten, weerhoudt van deelname?

Antwoord: We delen het perspectief dat deelnamegelden mogelijk een financiële drempel kan vormen voor deelname aan Utrecht Pride. Dit is niet wenselijk. Wij zijn ook bekend met het feit dat Utrecht Pride streeft naar het volledig afschaffen van die gelden voor non-profit organisaties. Dit streven juichen we van harte toe.

4. Wat is de visie van de wethouder op het gegeven dat veel LHBTIQA+ organisaties niet deelnemen aan de Pride (vanwege financiële redenen, onveiligheid of ontoegankelijkheid) maar dat de Pride wel ruimte maakt voor ‘vrienden’ van de Pride die zelf geen onderdeel zijn van de gemeenschap?

Antwoord: Zoals geschetst in vraag 3, is het niet wenselijk dat LHBTIQ+ organisaties drempels ervaren om deel te nemen aan de Utrecht Pride.

5. Hoe kijkt de wethouder naar de deelname van de politie aan de canal Pride, terwijl het korps aantoonbaar institutionele en structurele problemen heeft op het gebied van queer en transfobie, etnisch profileren en buitensporig politiegeweld naar ‘minderheden’4? En kan zij zich voorstellen dat de deelname van de politie niet bijdraagt aan het gevoel van veiligheid van een deel van de LHBTIQA+ gemeenschap?

Antwoord: We herkennen ons niet in het door u geschetste beeld dat het “het korps aantoonbaar institutionele en structurele problemen heeft op het gebied van queer en transfobie, etnisch profileren en buitensporig politiegeweld naar ‘minderheden’”.

We zijn wel bekend met de gevoelens en sentimenten die in delen van de LHBTIQ+ gemeenschap leven over de politie en nemen deze serieus. Wij vinden het juist daarom van grote meerwaarde als de politie (Roze in Blauw, het politienetwerk voor de LHBTIQ+ gemeenschap) meevaart bij dit soort evenementen. Daarmee geeft de politie de boodschap af dat zij er is voor iedereen, ook voor de LHBTIQ+ gemeenschap. De deelname van Roze in Blauw kan bijdragen aan de verbinding en dialoog tussen de politie en de LHBTIQ+ gemeenschap. Ook kan het de zichtbaarheid van Roze in Blauw bevorderen binnen de gemeenschap en de drempel om aangifte of een melding van discriminatie te doen (of andere zaken) verlagen.

Alle organisaties die de LHBTIQ+ gemeenschap een warm hart toedragen, zoals de politie, zijn welkom om zich in te schrijven voor deelname aan de Utrecht Pride. Vervolgens stelt het bestuur, op basis van het weloverwogen advies van de onafhankelijke adviescommissie, de definitieve deelnemerslijst vast.

6. Is de wethouder op de hoogte van de geluiden van onvrede over de commercialisering van Pride en het zogenaamde ‘Regenboog kapitalisme’ en is zij bereid zich in te zetten om deze ontwikkeling een halt toe te roepen?

Antwoord: We zijn op de hoogte van deze geluiden. We staan dan ook achter de werkwijze van Utrecht Pride. Momenteel toetst Utrecht Pride sponsoren en deelnemende organisaties o.a. doormiddel van het toetsen van het interne beleid om Pink Washing en commercialisering tegen te gaan.

7. Het bestuur van de Utrechtse Pride bestaat al jaren uit 6 witte cis homo mannen, dit is niet in lijn is met de inclusie agenda van de Gemeente, waarin de waarde van vertegenwoordiging van verschillende subgroepen binnen de LHBTIQA+ gemeenschap wordt beschrevenen. Ziet de wethouder mogelijkheden om subsidievoorwaarden te verbinden aan meer representatie op bestuursniveau?

Antwoord: Besturen van gesubsidieerde partijen moeten minimaal voldoen aan de Utrechtse voorwaarden voor goed bestuur of aan de Governance code van hun branche. Verder zijn er geen mogelijkheden om verplichtingen op te leggen over de samenstelling van het bestuur.

8. Ziet de wethouder kansen om in het kader van intersectionaliteit te kijken naar de mogelijkheden voor Utrecht in het evenbeeld van Amsterdam en de organisatie van de Utrechtse Pride bij meerdere partijen te beleggen?

Antwoord: Het laten organiseren van Utrecht Pride door meerdere gesubsidieerde partijen is organisatorisch, logistiek en praktisch niet haalbaar en wenselijk. Het staat organisaties wel vrij om i.s.m. Utrecht Pride activiteiten rond de Canal Pride te organiseren.

Kelly de Haan en Stevie Nolten, BIJ1
Louise de Vries en Anne Sasbrink, Partij voor de Dieren