Monde­linge vragen Te vroeg gekapt aan de Ivoor­dreef


Indiendatum: 16 nov. 2023

Mondelinge vragen 5, 16 november 2023

In december 2022 stelde de raad het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan Ivoordreef vast. Niet de gehele raad was hiermee akkoord overigens. De Partij voor de Dieren stemde bijvoorbeeld tegen vanwege de grootschalige bomenkap in de hoofdgroenstructuur, en de zogenaamde onmogelijkheid om een oud plan aan te passen om bomen te redden. Vanwege de wooncrisis en het binnenhalen van een subsidie was haast geboden, werd gezegd, en de bouw moest zo snel mogelijk gestart worden. Er werd ook alles op alles gezet om de 67 bomen die er nog stonden en tegen de grond moesten, ook daadwerkelijk tegen de grond te jagen. En nu, bijna een jaar later is de bouw nog niet gestart. En zijn de bomen dus in ieder geval een jaar te vroeg tegen de grond gegaan. Vandaar de volgende vragen:

1. Hoe kan het dat de bomen zo snel tegen de grond moesten terwijl de bouw nog niet eens van start is gegaan?

2. Een jaar langer laten staan, was een jaar meer biodiversiteit en een jaar schonere lucht geweest. Hoe kijkt het college terug op deze overhaaste kap?

3. Een motie om de 67 bomen pas te laten kappen na uitspraak van de rechter haalde het niet. En de Raad van State ging akkoord met het zo snel kappen van de bomen – ook al was er nog geen bouwvergunning verleend. Welke rol heeft het college hier gespeeld en had dit niet anders gemoeten? Zo nee, waarom niet?

4. Op Motie 414/2022 Voorkom bomenkap in toekomstige bouwplannen kwam onder meer de toezegging dat in de actualisatie van het Utrechts Plan Proces aangrijpende verandering in het groen goed zou worden gedefinieerd en procedureel zou worden vastgelegd. Voor zover wij weten, hebben wij dit nog niet gezien. Hoe staat het met deze toezegging?

5. Tot slot, welke les trekt het college uit dit vroegtijdige kappen aan de Ivoordreef? En kunt u toezeggen dit bij volgende projecten veel beter te doen? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Myrthe Minnaert, BIJ1
Linda Bode, Volt
Yvonne Hessel, Utrecht Solidair

Indiendatum: 16 nov. 2023
Antwoorddatum: 16 nov. 2023

Mondelinge vragen 5, 16 november 2023

In december 2022 stelde de raad het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan Ivoordreef vast. Niet de gehele raad was hiermee akkoord overigens. De Partij voor de Dieren stemde bijvoorbeeld tegen vanwege de grootschalige bomenkap in de hoofdgroenstructuur, en de zogenaamde onmogelijkheid om een oud plan aan te passen om bomen te redden. Vanwege de wooncrisis en het binnenhalen van een subsidie was haast geboden, werd gezegd, en de bouw moest zo snel mogelijk gestart worden. Er werd ook alles op alles gezet om de 67 bomen die er nog stonden en tegen de grond moesten, ook daadwerkelijk tegen de grond te jagen. En nu, bijna een jaar later is de bouw nog niet gestart. En zijn de bomen dus in ieder geval een jaar te vroeg tegen de grond gegaan. Vandaar de volgende vragen:

1. Hoe kan het dat de bomen zo snel tegen de grond moesten terwijl de bouw nog niet eens van start is gegaan?

2. Een jaar langer laten staan, was een jaar meer biodiversiteit en een jaar schonere lucht geweest. Hoe kijkt het college terug op deze overhaaste kap?

3. Een motie om de 67 bomen pas te laten kappen na uitspraak van de rechter haalde het niet. En de Raad van State ging akkoord met het zo snel kappen van de bomen – ook al was er nog geen bouwvergunning verleend. Welke rol heeft het college hier gespeeld en had dit niet anders gemoeten? Zo nee, waarom niet?

4. Op Motie 414/2022 Voorkom bomenkap in toekomstige bouwplannen kwam onder meer de toezegging dat in de actualisatie van het Utrechts Plan Proces aangrijpende verandering in het groen goed zou worden gedefinieerd en procedureel zou worden vastgelegd. Voor zover wij weten, hebben wij dit nog niet gezien. Hoe staat het met deze toezegging?

5. Tot slot, welke les trekt het college uit dit vroegtijdige kappen aan de Ivoordreef? En kunt u toezeggen dit bij volgende projecten veel beter te doen? Zo nee, waarom niet?

Beantwoording: Ik zal nog even recapituleren wat er allemaal is gebeurd. Na het besluit over het bestemmingsplan in deze zaal zijn er rechtszaken aangespannen, zowel op het punt van de kapvergunning als op het punt van het bestemmingsplan. Beide zaken zijn bij de Raad van State terechtgekomen. In het kader van de Crisis- en herstelwet
zouden deze binnen een halfjaar door de Raad van State behandeld moeten worden – dat was ook de termijn waarmee we hebben gerekend – maar tot op heden is er nog geen uitspraak en heeft de Raad van State dus ook zijn eigen termijn niet gehaald. Wel zijn inderdaad uitspraken gedaan in voorlopige voorziening en zijn beide zaken niet gehonoreerd. In die zin zouden we door kunnen met het verhaal, maar omdat de zaak nog niet behandeld is en het bestemmingsplan nog niet definitief is, zijn de bouwpartijen terughoudend om echt al te gaan bouwen. Kortom, in alle besprekingen die wij hier hebben gehad, zijn wij uitgegaan van de termijnen van de Raad van State die daarvoor staan en dan hadden we buiten iets heel anders gezien. Op dat moment konden wij dat niet voorzien. Als we alles van tevoren wisten, zou ons hele leven anders zijn. Dat hadden wij niet kunnen voorzien, het college niet en de raad niet. Ik vind het, ook achteraf, nog steeds logisch dat wij die afweging hebben gemaakt. Tegelijkertijd kan ik de andere redenering ook volgen als ik naar de situatie van nu kijk en het definitieve bestemmingsplan er nog niet is en de bouwende partijen terughoudend zijn om aan de slag te gaan. Dingen gebeuren en we hebben zelf niet de macht, naar de bouwende partijen noch naar de Raad van State, om iets te bespoedigen. Het antwoord op vraag 4 over de motie om bomenkap te voorkomen, is dat we los van het feit dat we al heel veel voorzieningen hebben getroffen, heel terughoudend zijn in het kappen van bomen. Los daarvan komt deze motie terug in het vernieuwde UPP. Collega Eerenberg zit daar iets beter in, maar dat is volgens mij nog niet voltooid. Hij fluistert mij toe dat het in januari zal zijn. Het verhaal is dat het anders is gelopen dan we gedacht hadden.

Aanvullende vraag vanuit onze fractie. In hoeverre wist de wethouder dat de Raad van State de wettelijke termijn mogelijk niet zou halen? Het wordt wel heel gemakkelijk daarop afgeschoven.

Antwoord: Dat wist ik niet. Ik had toen geen glazen bol en die heb ik nog steeds niet.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren
Myrthe Minnaert, BIJ1
Linda Bode, Volt
Yvonne Hessel, Utrecht Solidair