Schrif­te­lijke vragen Vieze boten op de Kromme Rijn - vervolg


Indiendatum: 19 jan. 2022

Schriftelijke vragen 10/2022

De vieze boten – boten die varen op fossiele brandstoffen – op de Kromme Rijn zijn de Partij voor de Dieren al jaren een doorn in het oog. Wij stelden schriftelijke vragen 63/2018 hierover en ook onze Provinciale Staten- en waterschapsfracties stelden hier vragen over, in december nog deze. Ook andere fracties, zoals Water Natuurlijk, maken zich zorgen over de grote hoeveelheid vieze boten op de Kromme Rijn, zo was onlangs te lezen op DUIC. Deze zorgen resulteerden in een duidelijke oproep van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) richting de gemeenten Utrecht en Bunnik om een verbod op vaartuigen op fossiele brandstoffen in de APV op te nemen. En waar ons college van B&W in 2018 nog aangaf dat het verlenen van vergunningen voor vaarverkeer bij HDSR ligt, legt die de bal nu terug bij gemeenten: “Het waterschap is alleen bevoegd eisen te stellen aan het formaat van de boot en niet aan bijvoorbeeld de uitstoot. Gemeenten kunnen hier echter via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wél eisen aan stellen.” Ondertussen is het aantal vieze boten in het gebied sinds 2015 alleen maar toegenomen [1] en is het tussen Werkhoven en Wijk bij Duurstede al verboden om met een motorboot te varen.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

1. Is het college ervan op de hoogte dat het waterschap HDSR de gemeente oproept een verbod op te nemen in de APV voor vaartuigen op fossiele brandstoffen? Zo ja, hoe (met welke boodschap) heeft het college hierop gereageerd? Zo nee, is het college bereid om zo snel mogelijk in contact te treden met het waterschap?

2. Welke inspanningen heeft de gemeente Utrecht tot nu toe verricht om het aantal vaartuigen op fossiele brandstoffen terug te dringen op de Kromme Rijn? En was dit in samenwerking met het waterschap en de provincie en eventuele andere partners? Graag een toelichting.

3. In 2018 vond het college dat het varen met vaartuigen op fossiele brandstoffen op de Kromme Rijn “niet moet worden bevorderd”. Wat vindt het college van de recente oproep van het waterschap tot een verbod erop?

4. Is het college ervan op de hoogte dat met de komst van de Omgevingswet het vergunningensysteem komt te vervallen voor varen op de Kromme Rijn, waardoor er nóg meer vieze boten zullen gaan varen? Zie dit artikel uit ’t Groentje Bunnik: https://ap.lc/c9SCn. Zo ja, maakt het college zich hier net als de Partij voor de Dieren zorgen om? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college bereid om een verbod op vaartuigen die op fossiele brandstoffen varen op het Utrechtse deel van de Kromme Rijn op te nemen in de APV? Zo nee, waarom niet?

Iedereen wil een verbod op vieze boten, maar iedereen wijst naar elkaar

In ’t Groentje (zie link in vraag 4) was ook te lezen: “Omwonenden, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeente Bunnik willen dat er een verbod komt op gemotoriseerd verkeer op de Kromme Rijn. Toch gebeurt het niet. HDSR en de gemeente Bunnik wijzen naar elkaar voor de verantwoordelijkheid.” De hele gemeenteraad van Bunnik heeft inmiddels haar college opgeroepen wél een verbod op te nemen in de APV.

6. Indien het Utrechts college een verbod gaat instellen: op welke manier(en) zal er met de gemeente Bunnik worden samengewerkt om zo spoedig mogelijk tot dit verbod te komen (zowel in de APV van Utrecht als in Bunnik) en betrokkenen hierover te informeren?

7. Een stijging van het aantal vaartuigen, ook emissievrije, in de Kromme Rijn brengt extra onrust mee voor de dieren die in en om het water leven. Vindt het college een maximumaantal boten op dit water gewenst en gaat het daarnaar handelen? Zo nee, waarom niet?

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

[1] Op de benedenloop van de Kromme Rijn (Werkhoven-Utrecht) zijn in 2020 maar liefst 307 vergunningen verleend, waarvan 75% voor brandstofmotoren. Ter vergelijking: in 2015 ging het om 108 vergunningen (83 brandstof en 25 elektrisch).

Indiendatum: 19 jan. 2022
Antwoorddatum: 15 feb. 2022

Schriftelijke vragen 10/2022

De vieze boten – boten die varen op fossiele brandstoffen – op de Kromme Rijn zijn de Partij voor de Dieren al jaren een doorn in het oog. Wij stelden schriftelijke vragen 63/2018 hierover en ook onze Provinciale Staten- en waterschapsfracties stelden hier vragen over, in december nog deze. Ook andere fracties, zoals Water Natuurlijk, maken zich zorgen over de grote hoeveelheid vieze boten op de Kromme Rijn, zo was onlangs te lezen op DUIC. Deze zorgen resulteerden in een duidelijke oproep van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) richting de gemeenten Utrecht en Bunnik om een verbod op vaartuigen op fossiele brandstoffen in de APV op te nemen. En waar ons college van B&W in 2018 nog aangaf dat het verlenen van vergunningen voor vaarverkeer bij HDSR ligt, legt die de bal nu terug bij gemeenten: “Het waterschap is alleen bevoegd eisen te stellen aan het formaat van de boot en niet aan bijvoorbeeld de uitstoot. Gemeenten kunnen hier echter via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) wél eisen aan stellen.” Ondertussen is het aantal vieze boten in het gebied sinds 2015 alleen maar toegenomen [1] en is het tussen Werkhoven en Wijk bij Duurstede al verboden om met een motorboot te varen.

De Partij voor de Dieren heeft hierover de volgende vragen:

1. Is het college ervan op de hoogte dat het waterschap HDSR de gemeente oproept een verbod op te nemen in de APV voor vaartuigen op fossiele brandstoffen? Zo ja, hoe (met welke boodschap) heeft het college hierop gereageerd? Zo nee, is het college bereid om zo snel mogelijk in contact te treden met het waterschap?

Ja, de wens van HDSR om alleen emissievrije vaartuigen toe te staan op de Kromme Rijn te varen is bekend. Wij zijn hierover met HDSR en gemeente Bunnik in gesprek. Alle partijen lijken op één lijn te zitten met betrekking tot een verbod voor emissievaartuigen op de Kromme Rijn. In de bestuurlijke overleggen met HDSR en beide gemeenten is afgesproken om het besprokene op ambtelijk niveau uit te werken. Een verbod op emissievaartuigen op de Kromme Rijn, dient te worden ingesteld op grond van de Scheepsvaartverkeerswet, niet via de APV.

2. Welke inspanningen heeft de gemeente Utrecht tot nu toe verricht om het aantal vaartuigen op fossiele brandstoffen terug te dringen op de Kromme Rijn? En was dit in samenwerking met het waterschap en de provincie en eventuele andere partners? Graag een toelichting.

De gemeente Utrecht moedigt het gebruik van emissievrije vaartuigen aan, niet alleen op de Kromme Rijn, maar voor heel Utrecht. Dit gebeurt onder andere door een lager tarief voor de ligplaatsvergunning te hanteren dan voor een niet-emissievrij vaartuig. Deze aanpak blijkt succesvol, inmiddels zijn ongeveer 67% van de ligplaatsvergunningen voor emissievrije vaartuigen. Daarnaast is sinds 2015 geregeld dat de verhuurboten en rondvaartboten waarmee geëxploiteerd wordt, ook emissievrij moeten zijn. Doordat er meer emissievrije vaartuigen komen, varen er minder vervuilende vaartuigen op de Kromme Rijn.

3. In 2018 vond het college dat het varen met vaartuigen op fossiele brandstoffen op de Kromme Rijn “niet moet worden bevorderd”. Wat vindt het college van de recente oproep van het waterschap tot een verbod erop?

Zie het antwoord bij vraag 1.

4. Is het college ervan op de hoogte dat met de komst van de Omgevingswet het vergunningensysteem komt te vervallen voor varen op de Kromme Rijn, waardoor er nóg meer vieze boten zullen gaan varen? Zie dit artikel uit ’t Groentje Bunnik: https://ap.lc/c9SCn. Zo ja, maakt het college zich hier net als de Partij voor de Dieren zorgen om? Zo nee, waarom niet?

Het college maakt zich hierover geen zorgen. Het vergunningensysteem van HDSR dat toeziet op het deel van de Kromme Rijn dat onder hun beheer valt, wordt beëindigd door HDSR op het moment dat de Kromme Rijn enkel nog toegankelijk is voor emissievrije vaartuigen. HDSR, de gemeente Bunnik en de gemeente Utrecht trekken samen op om het voorgenomen plan om de Kromme Rijn vanaf 1 januari 2025 emissievrij te maken te realiseren.

5. Is het college bereid om een verbod op vaartuigen die op fossiele brandstoffen varen op het Utrechtse deel van de Kromme Rijn op te nemen in de APV? Zo nee, waarom niet?

Wanneer er in samenwerking met HDSR en de gemeente Bunnik een verbod voor niet-emissievrije vaartuigen komt op de Kromme Rijn, wordt ook het deel van de Kromme Rijn in Utrecht daarbij betrokken. Het verbod wordt daarbij niet opgenomen in de APV, maar wordt op grond van de Scheepsvaartverkeerswet ingesteld.

Iedereen wil een verbod op vieze boten, maar iedereen wijst naar elkaar

In ’t Groentje (zie link in vraag 4) was ook te lezen: “Omwonenden, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeente Bunnik willen dat er een verbod komt op gemotoriseerd verkeer op de Kromme Rijn. Toch gebeurt het niet. HDSR en de gemeente Bunnik wijzen naar elkaar voor de verantwoordelijkheid.” De hele gemeenteraad van Bunnik heeft inmiddels haar college opgeroepen wél een verbod op te nemen in de APV.

6. Indien het Utrechts college een verbod gaat instellen: op welke manier(en) zal er met de gemeente Bunnik worden samengewerkt om zo spoedig mogelijk tot dit verbod te komen (zowel in de APV van Utrecht als in Bunnik) en betrokkenen hierover te informeren?

HDSR heeft bestuurlijk overleg gevoerd met de gemeente Utrecht en de gemeente Bunnik, In beide overleggen is afgesproken om hetgeen is besproken op ambtelijk niveau uit te werken. Hiervoor worden op korte termijn afspraken gemaakt. De wens is om het verbod voor emissievaartuigen in te stellen vanaf 1 januari 2025. Een mogelijk verbod komt niet in de APV, maar wordt ingesteld op grond van de Scheepsvaartverkeerswet (zie antwoord bij vraag 1 en 5).

7. Een stijging van het aantal vaartuigen, ook emissievrije, in de Kromme Rijn brengt extra onrust mee voor de dieren die in en om het water leven. Vindt het college een maximumaantal boten op dit water gewenst en gaat het daarnaar handelen? Zo nee, waarom niet?

Met de huidige plannen wordt ingezet op een schonere lucht en betere leefomgeving voor iedereen, inclusief de dieren om en in het water. Vooralsnog zijn er geen plannen een maximum te stellen aan het aantal toe te laten boten op dit water.

Maarten van Heuven, Partij voor de Dieren

[1] Op de benedenloop van de Kromme Rijn (Werkhoven-Utrecht) zijn in 2020 maar liefst 307 vergunningen verleend, waarvan 75% voor brandstofmotoren. Ter vergelijking: in 2015 ging het om 108 vergunningen (83 brandstof en 25 elektrisch).